Tolle Sachen

Toll  
1 / 21
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Toll  

Slide 1 - Slide

Hoe noem je een kinderboerderij in het Duits
A
der Streichelzoo
B
der Streicheltsoo
C
der Streicheltsaun
D
Der Streicheltaun

Slide 2 - Quiz

Als je èn ja èn nee tegelijk wil zeggen hoe zeg je dat in het Duits.
A
Néja
B
Naja
C
Nein
D
Jein

Slide 3 - Quiz

Als iemand een tik heeft, iets geks heeft of raar doet zeg je ...
A
Tue nicht so stumm
B
Mach die Fliege
C
Hast du eine Macke?
D
Tue normal, Mann

Slide 4 - Quiz

Als je een tikkie te dik bent heb je in Nederland een “zwembandje”.
Hoe zeg je dat in het Duits?
A
Dickes Fell
B
Hüftgold
C
Siehst du aber gut aus.
D
Mensch, bist du dick.

Slide 5 - Quiz

Als je nogal druk beweegt ben je in het Duits een...
A
Zappelphillip
B
Phillipmorris
C
FritsPhillip
D
Zappelmonster

Slide 6 - Quiz

Oude mensen hebben vaak een boodschappentas met wieltjes eronder. Dat noemt men ...
A
Hackenbmw
B
Hackenmercedes
C
Hackenredbull
D
Hackenporsche

Slide 7 - Quiz

Als je aan een tafel zit en precies een tafelpoot tussen je benen hebt, dan heb je die ...
A
böse Schwester
B
böse Schwiegermutter
C
böse Tante
D
böse Mutter

Slide 8 - Quiz

Als je zegt: “Ich habe einen null acht fünfzehn Grill gekauft”
Wat wil je dan zeggen?
A
Een grill om buiten te grillen.
B
Een grill die slechts werkt bij - 18 graden.
C
Iets simpels, niets bijzonders gekocht
D
Een grill die 8 tot 15 maanden meegaat

Slide 9 - Quiz

Wat wordt bedoeld met
"der Kuckuckskleber"
A
een deurwaarder
B
een sticker waar een koekoek op staat
C
Iemand die gewoon stickers spaart
D
Een boer genaamd Koekoek

Slide 10 - Quiz

Wat wordt bedoeld met een "Schluckspecht"
A
Iemand die niet kan slikken
B
Iemand die constant slikt
C
Iemand die te veel alcohol drinkt
D
een degenslikker in het cikrcus

Slide 11 - Quiz

Hoe zouden wij
"Otto Normalverbraucher"
noemen.
A
Jan de normale
B
Jan de te veel alcohol gebruiker
C
Jan Modaal
D
Jan met de pet op

Slide 12 - Quiz

Wat is een "Starkstromfrisur"
A
achterover gekamd haar
B
stekeltjeskapsel
C
Haar dat vol zit met vet
D
heel lang haar

Slide 13 - Quiz

Wat zijn "Schlauchbootlippen"
A
een chinese duikboot
B
te grote slippers
C
bloedende lippen
D
opgespoten lippen

Slide 14 - Quiz

Wat wordt bedoeld met:
Er hat Beine wie ein Liebesroman: Am Ende treffen sie sich
A
x-benen
B
korte benen
C
o-benen
D
lange benen

Slide 15 - Quiz

Wat is een:
"dicken Schlitten"
A
een grote auto
B
een grote slee
C
een groot huis
D
een groot huis

Slide 16 - Quiz

Wat wordt bedoeld met
"Kaff"
A
een boekenkaft
B
iemand uit het land: Kaff
C
een gehucht
D
een grote stad

Slide 17 - Quiz

Welke beroepsgroep worden ook wel aangeduid als "Bullen"?
A
Docenten
B
Reisleiders
C
Politieagenten
D
Brandweerlui.

Slide 18 - Quiz

En alweer de laatste!
Wat betekent "Schwein haben"
A
geluk hebben
B
een zwijn hebben
C
zure wijn drinken
D
iemand die een zwijn heeft en zure wijn drinkt

Slide 19 - Quiz

De allerlaatste dan:
Wat is een "Gehhilfe "
A
Een elektrische fiets
B
een fatbike
C
een scooter
D
een rollator

Slide 20 - Quiz

Dat was het dan.
Prettige vakantie en tot ziens.
A

Slide 21 - Quiz