Nieuwsbegrip week 15 '24 1F1b

Nieuwsbegrip week 15 '24
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nieuwsbegrip week 15 '24

Slide 1 - Slide

Nieuwsbegrip
- Filmpje kijken
- Samen tekst lezen
- Meerkeuze vragen beantwoorden 
- Sleutelvragen beantwoorden in 2-tallen of alleen
- Woordenschatoefeningen online (2x)

Slide 2 - Slide

Filmpje en tekst lezen

Slide 3 - Slide

WAAR
NIET WAAR
Een ultraloop is een soort marathon, maar dan (veel)langer.
Aan een ultraloop mogen alleen mannen meedoen.
Een ultraloop duurt altijd meer dan één dag.
De kortste ultraloop is 50 kilometer.

Slide 4 - Drag question

Meerkeuzevragen 
Beantwoorden via LessonUp

Slide 5 - Slide

Vraag 1.
Het kopje van het tweede stukje is "Beetje moe". Welk kopje past NIET goed bij dit stukje?
A
overal pijn
B
zijn naam
C
zwaar jaar

Slide 6 - Quiz

Vraag 2
Lees regel 24: Cook hield zijn volgers via sociale media op de hoogte van zijn avonturen in Afrika. Wat betekent op de hoogte houden?
A
bedenken wat je nodig hebt en een plan maken voor hoe je het gaat doen
B
een berg of toren beklimmen en dingen bekijken die je vanaf de grond niet kunt zien
C
vertellen wat er aan de hand is en welke nieuwe dingen er steeds gebeuren

Slide 7 - Quiz

Vraag 3
Lees regel 33: Op zijn negentiende gooide hij het roer volledig om. Wat betekent het roer omgooien?
A
iets helemaal anders gaan doen
B
iets helemaal kapotmaken
C
iets altijd op dezelfde manier blijven doen

Slide 8 - Quiz

Vraag 4
Welke stukjes tekst heb je nodig voor het antwoord op de vraag Hoe was het voor Russ Cook om ruim 16 duizend kilometer te rennen en wat maakte hij mee?
A
de Inleiding en het stukje Het roer om.
B
De stukjes Ultraloper en Beetje moe.
C
de stukjes Beetje moe en Eind goed, al goed.

Slide 9 - Quiz

Vraag 5
Met welke zin kan het stukje "Eind goed, al goed" het beste verdergaan?
A
Daarom hield Cook zijn volgers goed op de hoogte.
B
Maar uiteindelijk liep het allemaal goed af.
C
Want Cook overwon veel tegenslagen.

Slide 10 - Quiz

Vraag 6
In welk stukje kun je het antwoord vinden op de vraag: Voor welk goed doel rende Russ Cook?
A
in de inleiding
B
in het stukje Het roer om
C
in geen enkel stukje, want het staat niet in de tekst

Slide 11 - Quiz

Vraag 7
Wat is waar?
A
Gemiddeld heeft Russ Cook meer dan een marathon per dag gerend.
B
Russ Cook heeft iets minder dan 42 kilometer per dag gerend
C
Dat kun je niet weten, want het staat niet in de tekst.

Slide 12 - Quiz

Sleutelvragen beantwoorden
Beantwoord de sleutelvragen in 2-tallen of alleen
Neem de tijd om de tekst goed te lezen
Je hebt tot 11.35u
Klaar?
Ga naar www.nieuwsbegrip.nl
Maak de woordenschatoefeningen

Slide 13 - Slide

Vraag 1
Wat is een ‘bikkel’ en wie noemt zichzelf zo?

Slide 14 - Open question

Vraag 2
Hoeveel kilometer rende Russ Cook en in hoeveel tijd deed hij dat?

Slide 15 - Open question

Vraag 3
Wat weet je na het lezen van dit stukje over Russ Cook? Noem minimaal vier dingen.


Slide 16 - Open question

Vraag 4
Waarbij overwon Russ Cook veel tegenslagen en om wat voor soort tegenslagen gaat het, denk je?

Slide 17 - Open question

Vraag 5
Kijk nog eens naar sleutelvraag 4 en vul je antwoord aan.

Slide 18 - Open question

Vraag 6
In regel 35 staat: En dat veranderde alles. Wat wordt hiermee bedoeld?

Slide 19 - Open question

Woordenschat
Maak de oefeningen op woordenschat.
Klaar?
Numo taken

Slide 20 - Slide