Herhaling

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Herhaling

basisstof 1 t/m 3

Wat zit er in het bloed?

Bloedplasma

Vaste

bestanddelen

Vaste vorm

Zuurstof transport

5 miljoen per 1 mm3

Geen vorm

Immuunsysteem

7.000 per 1 mm3

Uiteengevallen vorm

Bloedstolling

300.000 per 1 mm3

Vaste vorm

Zuurstof transport

5 miljoen per 1 mm3

Geen vorm

Immuunsysteem

7.000 per 1 mm3

Uiteengevallen vorm

Bloedstolling

300.000 per 1 mm3

Rode bloedcellen

Witte bloedcellen

Bloedplaatjes

Kleine  bloedsomloop

Transporteert het bloed naar de longen zodat er gaswisseling plaats vind. 

Grote bloedsomloop

Transporteert het bloed naar de organen

termen meer gebruiken

Het bloed stroomt per omloop twee keer door het hart  -> er is dus een dubbele bloedsomloop

Onderdelen van het hart

Halvemaanvormige kleppen bevinden zich in:

• Aorta
• Longslagader

Bloedtoevoer aan het hart

Herhaling

bs. 4-8

• Nierschors en niermerg filteren afvalstoffen en water uit het bloed
• Nierbekken slaan tijdelijk urine op  

Het immuunsysteem

Herkennen en onschadelijk maken van lichaamsvreemd stoffen

3 barrières 

Afweersysteem

1. Antigenen worden herkent
2. Immuunsysteem wordt geactiveerd 
3. Er worden antistoffen gevormd
4. Antistof hecht zich aan de ziekteverwekker

Immuniteit

• De witte bloedcellen onthouden hoe ze antistoffen moeten maken
• Vaccinatie-> kunstmatige immuniteit

Vaccinatiegraad

Allergie

• overgevoeligheid voor een bepaalde stof
• allergische reactie-> anafylactische reactie 

Bloeddruk

De druk die het bloed uitoefent op de wanden van de slagaders

• Systolische bloeddruk
• Diastolische bloeddruk

Slagaderverkalking

Weefselvloeistof

Definitie: het vocht wat zich tussen de cellen van organen bevind

Lymfe

• stroomt door de lymfevaten
• vervoert stoffen weg van de cellen van organen
• wordt gereinigd door lymfeknopen 

Rhesus factor