Cursus 1 Lezen par. 1 en 2 NN ed. 7 en Cursus 2 Media par. 2

Media
Betrouwbaarheid

Hypermediateksten 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Media
Betrouwbaarheid

Hypermediateksten 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Lesdoelen

Uitleg par. 2 media

Aan de slag

Controle lesdoelen

Slide 2 - Slide

LESDOEL:

* Je kunt een tekst controleren op betrouwbaarheid.


Slide 3 - Slide

Cursus 2 Media § 2 Betrouwbaarheid
Je leert de betrouwbaarheid van een tekst of bericht op digitale media bepalen

Slide 4 - Slide

Bron = oorsprong van informatie
Tegenwoordig kun je op heel veel verschillende plekken informatie vinden over onderwerpen. Dat kan bijvoorbeeld een website zijn, een interview met iemand, een (radio) programma of een krant. Maar niet elke plek waar je die informatie kunt vinden is even betrouwbaar, wat ook niet alle informatie betrouwbaar maakt.

Slide 5 - Slide

Kritisch lezen: Check
1 wie of wat de bron van de tekst is;
2 of je de inhoud vertrouwt (als de schrijver feiten presenteert, controleer je of deze ook waar zijn, in andere bronnen);
3 wat het schrijfdoel van de schrijver is;
4 op welke datum de tekst geschreven is (lang geleden?);
5 het taalgebruik, is dat correct of veel taalfouten?
6 de beelden, zijn ze echt of bedoeld om je voor de gek te houden? 

Slide 6 - Slide

Hypermediateksten
Hypertekst:  een tekst met een of meer linkjes. (hyperlink)

Multimediatekst: andere media op een tekstpagina zoals afbeeldingen en filmpjes.

Hypermediateksten: bevatten hyperlinks en andere media.

Slide 7 - Slide

Lees de tekst links en vul de checklist in voor deze tekst. Betrouwbaar of niet? 
timer
4:00

Slide 8 - Slide

Aan de slag
Je maakt opdracht 2 ( vraag 1 t/m 4)

In stilte werken

10 minuten

Klaar? Lees verder in je leesboek
timer
10:00

Slide 9 - Slide

Controle lesdoelen

Slide 10 - Slide

Betrouwbaarheid van teksten

Informatie in teksten is niet altijd betrouwbaar.


Daarom moet je een tekst ........... lezen.


Als je wilt controleren of een tekst betrouwbaar is, let je op

de............,  de .............en het ............. van de tekst.

  • bron
  • schrijver
  • doel
  • kritisch

Slide 11 - Slide

Betrouwbaar of niet?

Slide 12 - Slide

Betrouwbaar?

Tekstdoel?

Slide 13 - Slide