Begeleiden zorgvrager les 10

Begeleiden zorgvrager les 10
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Begeleiden zorgvrager les 10

Slide 1 - Slide

Lesdoelen Les 10

Je kunt de fasen van rouwen van elkaar onderscheiden. 
Je weet wat palliatieve zorg is; 
Je kunt de fasen van palliatieve benoemen; 


Slide 2 - Slide

Programma vandaag

  • Terugblik vorige les
  • Theorie zelfstandig doornemen
  • Behandelen theorie
  • Zelfstandig leren


Slide 3 - Slide

Welke 3 vormen van onbegrepen gedrag zijn er?

Slide 4 - Mind map

Agressie    

Claimen

Passiviteit 

Slide 5 - Slide

neem door uit de theorie
Module 3, hoofdstuk 2: paragraaf 2.5.3 t/m 2.7

                                               


timer
20:00

Slide 6 - Slide

Wat betekent rouwen?

Slide 7 - Mind map

Rouwen is
...het verwerken van een groot verlies, bv het overlijden van een naaste of het verlies van gezondheid na de diagnose van een levensbepalende of ongeneeslijke ziekte. 

Slide 8 - Slide

...het verwerken van een groot verlies, bv het overlijden van een naaste of het verlies van gezondheid na de diagnose van een levensbepalende of ongeneeslijke ziekte. 

Slide 9 - Slide

Wat betekent het woord 'palliatie'?

Slide 10 - Mind map

Palliatieve zorg
Zorg die niet tot doel heeft te genezen, maar zorg die zo lang mogelijk een leven met goede kwaliteit mogelijk maakt

Slide 11 - Slide

Kenmerken palliatieve zorg
  • Kwaliteit van leven en menswaardig sterven staat centraal
  • De dood is een normaal, natuurlijk proces, dat niet vertraagd of versneld hoeft te worden
  • Behoeften van de patiënt staan centraal, eigen regie
  • Lichamelijke, psychische, sociale en zingevingsaspecten integreren ( de 4 dimensies)
  • Zo dicht mogelijk bij de patiënt organiseren
  • Aandacht voor mantelzorgers
  • Onderdeel van regulieren generalistische zorgverlening ( geen specialisme)

Slide 12 - Slide

4 fasen in de palliatieve zorg
1.Ziektegericht:
De ziekte wordt behandeld zonder dat genezing mogelijk is
2 Symptoomgericht:
De focus licht op het verlichten en onder controle houden van de symptomen. de ziekte schrijdt voort, de cliënt al verzwakken en minder mobiel worden. De symptomen verergeren en in deze fase worden beslissingen genomen rondom het levenseinde.
3. Palliatie in de stervensfase:
Hier verschuift de aandacht van kwaliteit van leven naar kwaliteit van sterven
4. de nazorg: 
Dit wordt ook gezien als onderdeel van de palliatieve zorg. soms hebben naasten behoefte aan ondersteuning tijdens de rouwarbeid

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Ga aan de slag:

Verwerkingsopdracht 4,5 en 6, 
de zelftoets én het exitticket





timer
30:00

Slide 15 - Slide

wat verstaan jullie onder ethiek?

Slide 16 - Mind map

Ethiek 
Ethiek = kritisch nadenken over wat het goede om te doen is

Ethisch handelen 

Slide 17 - Slide

belangen wegen van:
  • de zorgvrager
  • jou als zorgverlener
  • de familie
  • de collega's
  • medebewoners
  • de organisatie en eventueel ander betrokkenen 

Slide 18 - Slide

Dilemma
Je kunt een dilemma omschrijven als:

een situatie met een of/of karakter ( ingrijpen of niet ingrijpen);
aan beide mogelijkheden zitten negatieve consequenties, beide mogelijkheden lijken niet goed;
het geheel heeft een dwingend karakter; je moet een keuze maken, of het een, of het ander; niets doen is ook een keuze.

Je keuze zal sterk afhangen met wat jij denkt dat goed is of hoe het hoort 

Slide 19 - Slide

Wat doe je als...
Een zorgvrager zijn medicatie niet meer wil slikken, omdat hij dood wil? 

Slide 20 - Slide

Stap 1: verkennen
 Wat is er aan de hand? Welke handelingsopties zijn er en wie zijn in deze situatie de betrokkenen?

Welke keuze je ook maakt, er gaat altijd een visie, wetgeving of een persoonlijke opvatting achter schuil. 

Slide 21 - Slide

Stap 2: onderzoeken
Wat is de ethische vraag of het dilemma? Welke argumenten (waarden, belangen en principes) zijn hier in het spel?

Slide 22 - Slide

Stap 3: afwegen
Weeg zorgvuldig af waarom je een bepaalde keuze maakt en wat mogelijke gevolgen zijn voor wie. Wat is het gevolg van jouw handeling of het nalaten daarvan voor de cliënt?

Slide 23 - Slide

Stap 4: besluiten
Zoek naar de balans tussen alle (morele) betrokkenen met het oog op goede zorg.

Slide 24 - Slide

Wat doe je als...
Een dementerende zorgvrager niet door je collega geholpen wil worden, omdat zij een hoofddoek draagt? 

Slide 25 - Slide

Wat doe je als...
Een zorgvrager met COPD weigert om te stoppen met roken? 

Slide 26 - Slide

Zijn er vragen??

Slide 27 - Slide