Voeding - Quiz

Voeding: QUIZ
1 / 35
next
Slide 1: Slide
VoedingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Voeding: QUIZ

Slide 1 - Slide

Op een dag heb je als vrouw
gemiddeld 2000kcal nodig en als man 2500kcal. Wat gebeurt er als de
energiebalans negatief is?
A
Je komt aan in gewicht
B
Je valt af in gewicht
C
Je blijft hetzelfde
D
Dit is ongezond

Slide 2 - Quiz

Wat zijn Macronutriënten?

A
Vitaminen, Mineralen & Spoorelementen
B
Eiwitten, Koolhydraten & Spoorelementen
C
Eiwitten, Koolhydraten, Vetten & Alcohol
D
Vetten, Eiwitten & Koolhydraten

Slide 3 - Quiz

Wat zijn Micronutriënten?

A
Vitamines & Mineralen
B
Alcohol
C
Spoorelementen
D
Vetten, Eiwitten & Koolhydraten

Slide 4 - Quiz

In de schijf van vijf staat o.a. dat we meer volkorenproducten moeten eten. Welk van onderstaande producten zijn het meest vezelrijk?
A
volkorenbrood, witte rijst en spaghetti
B
volkorenbrood, zilvervlies rijst, volkoren knackebrood
C
volkoren pasta, witte rijst, bruin brood
D
vlees, vis en volkoren pasta

Slide 5 - Quiz

Als variatie op de rijstwafel stel jij voor om met de kinderen een stuk fruit te eten. Dit bevat meer energie en ook meer koolhydraten. In je lichaam worden koolhydraten afgebroken tot?
A
Glycogeen
B
Glucose
C
Aminozuren
D
Vrije vetzuren

Slide 6 - Quiz

Het meten van de middelomtrek is een goede indicatie om te kijken naar gezondheidsrisico's
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Welke van onderstaande antwoorden is juist als we het hebben over eiwitten?
A
Dienen uitstuitend als bouwstof
B
Dienen uitsluitend als brandstof
C
Kunnen als brandstof en bouwstof dienen maar dit is niet wenselijk. Eiwitten gebruik je het liefst als bouwstof
D
Kunnen als brandstof en bouwstof dienen en dit is ook wenselijk

Slide 8 - Quiz

In de voedingswaarde tabel vind je onder andere een overzicht van de macronutriënten die in het product zitten?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Een light product is naast dat het vaak minder kcal bevat altijd een betere keuze als we kijken
naar de gezondheid
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quiz

Welke van onderstaande antwoorden over verzadigde vetten is fout?

A
Verlaagd het cholesterol
B
Verhoogd kans op hart- en vaatziekten
C
Vinden we vooral in producten die hard zijn bij kamertemperatuur
D
Zijn verkeerde vetten en wil je maar beperkt binnen krijgen

Slide 11 - Quiz

Voor bepaalde vitamines en mineralen is vastgesteld dat een te hoge inname over een langere periode nadelige effecten kan hebben op de gezondheid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Te lang koken en te veel water gebruiken met koken kan bijdragen aan het verloren gaan van vitamines
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Welke van onderstaande uitspraken over mineralen is niet juist?
A
Komen net als vitaminen in kleine hoeveelheden in de voeding voor
B
Leveren een klein beetje energie in de vorm van kcal
C
Er is een verschil in essentieel en niet-essentieel
D
Onmisbaar voor een goede gezondheid

Slide 14 - Quiz

Voedingsvezels kunnen bijdragen aan een verzadigd gevoel en goede darmwerking
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Zoetstoffen zijn net zo slecht of zelfs slechter dan suikers voor je tanden

A
Goed
B
Fout

Slide 16 - Quiz

Er wordt wel gezegd dat wortelen goed zijn voor de ogen. Dit heeft vooral te maken met vitamine?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 17 - Quiz

Wat is de hoeveelheid zout die de gemiddelde Nederlander binnen mag krijgen?
A
2 gram
B
6 gram
C
10 gram
D
30 gram

Slide 18 - Quiz

Ijzer levert een bijdrage aan de aanmaak van rode bloedlichaampjes
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Welk macro nutriënt vinden we met name in rode sauzen, ketchup, bbq saus en curry
A
Eiwit
B
Koolhydraat
C
Vet

Slide 20 - Quiz

Hoe donkerder de kleur urine des te beter je gehydrateerd bent
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Welke uitspraak is juist?
A
Vetten zijn minder belangrijk dan eiwitten en koolhydraten
B
Vitamines leveren energie
C
Transvetten zijn nog slechter dan verzadigde vetten
D
Bij een calcium tekort kan vermoeidheid één van de symptomen zijn

Slide 22 - Quiz

Om de spijsvertering goed mogelijk te laten verlopen is het belangrijk om het eten goed te kauwen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

Welke uitspraak is juist?
A
In wit brood zitten de meeste vezels
B
In meergranenbrood zitten de meeste vezels
C
Volkorenbrood bevat de meeste vezels omdat het met bloem gemaakt is
D
Volkorenbrood is gemaakt van de hele graankorrel

Slide 24 - Quiz

Iemand die diabetes heeft, heeft een tekort aan:
A
Insuline
B
Lactose
C
Suiker
D
ijzer

Slide 25 - Quiz

Natriumbeperkt dieet wil zeggen dat je minder/geen ..... mag eten
A
zout
B
calorieën
C
suiker
D
peper

Slide 26 - Quiz

Als je een stof helemaal niet kunt verdragen dan noemen ze dit:
A
Intolerantie
B
allergie
C
dieet
D
energie

Slide 27 - Quiz

Voor welk voedsel gebruik op een hout snijplank?
A
Rauw vlees
B
Vis
C
Groente

Slide 28 - Quiz

Als je lactose intolerantie hebt, heb je een gebrek aan....
A
Lactose
B
Lactase
C
Vitamines
D
Goede melk

Slide 29 - Quiz

Als je bloedsuikerspiegel te laag is dan spreken we van:
A
Een hypo
B
Een hyper

Slide 30 - Quiz

Wanneer je af en toe vlees eet maar niet altijd dan ben je:
A
Flexitarisch
B
Vegetarisch
C
Veganistisch

Slide 31 - Quiz

Wanneer je op jonge leeftijd suikerziekte krijgt of ermee geboren wordt dan heb je:
A
Type I
B
Type II
C
Type III
D
Type IV

Slide 32 - Quiz

Als je bloedsuikerspiegel te hoog is dan spreken we van:
A
Een hypo
B
Een hyper

Slide 33 - Quiz

Hoe noem je iemand die geen vlees eet maar wel dierlijke producten gebruikt?
A
Flexitarisch
B
Vegetarisch
C
Veganistisch
D
Veganomisch

Slide 34 - Quiz

De vlees industrie heeft veel invloed op het klimaat
A
Goed
B
Fout

Slide 35 - Quiz