Spelling: Persoonsvorm

Persoonsvorm
De persoonsvorm geeft het getal aan (enkelvoud of meervoud), de persoon (1e persoon = ik, wij/we; 2e persoon = jij/je, u, jullie; 3e persoon = hij, zij/ze, ze) en de tijd (tegenwoordige of verleden tijd). 
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Persoonsvorm
De persoonsvorm geeft het getal aan (enkelvoud of meervoud), de persoon (1e persoon = ik, wij/we; 2e persoon = jij/je, u, jullie; 3e persoon = hij, zij/ze, ze) en de tijd (tegenwoordige of verleden tijd). 

Slide 1 - Slide

Een sollicitatiebrief met veel spelfouten wordt vaak op de stapel Afgewezen gelegd.
A
Eerlijk
B
Oneerlijk

Slide 2 - Quiz

Theorie blz. 32
-onderzoek doen
-lijst met vragen 
-korte inleiding met uitleg
-afsluiting met dankwoord
-betrouwbaar

Slide 3 - Slide

Persoonsvorm vinden
1. Tijd veranderen
2. Aantal (ik, jij, hij, wij) veranderen
3. De zin vragend maken

Slide 4 - Slide

importwerkwoorden

Slide 5 - Slide

Vervoeg het werkwoorden: Racen

A
Ik racte
B
Ik racete

Slide 6 - Quiz

Typ/schrijf zoveel importwerkwoorden

Slide 7 - Open question

Zwakke werkwoorden
Gebruik bij zwakke werkwoorden ’t (e) x - f (o) ksch (aa) p:

Slide 8 - Slide

Werkwoord of bijvoeglijk naamwoord?

Als het voltooid deelwoord eindigt op -d of -t, en het is bijvoeglijk gebruikt, dan schrijf je het zo kort mogelijk 
(zonder uitspraakverwarring!)

Slide 9 - Slide

Geronimo weet nog niet wanneer hij zijn hbo-opleiding civiele techniek ....
A
afront
B
afrond
C
afrondt
D
afgerond

Slide 10 - Quiz

Geronimo weet nog niet wanneer hij zijn hbo-opleiding civiele techniek afrondt.
Wat is het onderwerp bij de pv afrondt?
A
Geronimo
B
weet
C
hij
D
civiele techniek

Slide 11 - Quiz

Ons bestuur heeft op ons verzoek alle leden en oud-leden geraadpleeg_
A
d
B
t
C
dt

Slide 12 - Quiz

‘Geraadpleegd’ kan niet van tijd veranderen. Als je de regel van ’t exkofschip’ toepast, moet je er goed op letten dat je uitgaat van de laatste letter van de stam van het hele werkwoord (raadplegen; de stam eindigt op een ‘g’ en die staat niet in ’t exkofschip’). Dan schrijf je een ‘d’.

Slide 13 - Slide

Het is nu nog niet beken_ of hij vandaag aanwezig zal zijn.
A
d
B
t
C
dt

Slide 14 - Quiz

‘Bekend’ kan niet van tijd veranderen. Als je de regel van ’t exkofschip’ toepast, moet je er goed op letten dat je uitgaat van de laatste letter van de stam van het hele werkwoord (bekennen; de stam eindigt op een ‘n’ en die staat niet in ’t exkofschip’). Dan schrijf je een ‘d’.

Slide 15 - Slide

“De aan die discussie beste_ tijd voelde gisteren als verloren tijd”, zei Ceylan.
A
bestede
B
besteden
C
besteedde

Slide 16 - Quiz

Wij hadden een offerte aangevraagd voor ons te verbre_ tuinpad.
A
verbrede
B
verbreden
C
verbreedde

Slide 17 - Quiz

Onze computers, die indertijd minder dan duizend euro per stuk kos_en, gaan wij nu toch vervangen.
A
t
B
tt

Slide 18 - Quiz

Toen wij onze wensen bij een aantal leveranciers onder de aandacht brach_en, werden wij direct gebeld voor een afspraak.
A
t
B
tt

Slide 19 - Quiz

‘Brachten’ is een sterk werkwoord (klankveranderend werkwoord). Brengen – brachten – gebracht. Geen extra ‘t’.

Slide 20 - Slide

Die commissie bestudeer_ nog op welke wijze noodlijdende Europese bedrijven met publiek geld moeten worden geholpen.
A
d
B
t
C
dt

Slide 21 - Quiz

‘Bestudeert’ is een persoonsvorm. Dit kun je goed horen als je ‘bestudeert’ vervangt door een werkwoord als ‘bekijkt’ of ‘smurft’. In de tegenwoordige tijd schrijf je in dit geval de ik-vorm + t.

Slide 22 - Slide

In Zwitserland von_ gisteren een ernstig ongeluk met een lift plaats.
A
d
B
t
C
dt

Slide 23 - Quiz

Op Pinkpop kreeg een voor mij totaal onbekende rapper een platina plaat overhandig_ door zijn tweelingbroer.
A
d
B
t
C
dt

Slide 24 - Quiz

Wie onderhou_ je tuin als je met vakantie bent?
A
d
B
t
C
dt

Slide 25 - Quiz

Je kunt ‘je’ in deze zin niet vervangen door ‘jij’, maar wel door ‘jouw’ (jouw tuin). Het onderwerp van de zin is ‘wie’. Het lijdend voorwerp is ‘je tuin’.

Slide 26 - Slide

Omdat wij die belangrijke brief te laat pos_en, werd hij helaas te laat bezorgd.
A
t
B
tt

Slide 27 - Quiz

Gisteren wilden wij ons bij de receptie mel_en, maar toen wij aankwamen, was er niemand meer aanwezig.
A
melden
B
meldden

Slide 28 - Quiz

‘Melden’ kun je in deze zin niet van tijd veranderen. Dit kun je goed horen als je ‘melden’ vervangt door een woord als ‘opgeven’ of ‘aangeven’. Je schrijft hier het hele werkwoord (de infinitief).

Slide 29 - Slide

Hij was er behoorlijk verbaas_ over dat wij ons niet voor die bijeenkomst hadden aangemeld.
A
d
B
t
C
dt

Slide 30 - Quiz

Het zou fijn zijn als je vanavond niet steeds over je hobby’s uitwei_.
A
d
B
t
C
dt

Slide 31 - Quiz

Ik kan alleen met je mee naar die vergadering als het niet te laat wor_.
A
d
B
t
C
dt

Slide 32 - Quiz

Ik kreeg het formulier niet verstuurd, doordat ik niet alle verplich_e velden had ingevuld.
A
t
B
tt

Slide 33 - Quiz

‘Verplichte’ is geen persoonsvorm, maar een bijvoeglijk naamwoord. Als je de zin van tijd verandert, hoor je dat ‘verplichte’ niet kan veranderen.
Als je ‘verplichte’ door bijvoorbeeld ‘belangrijke’ vervangt, zie je ook dat het een bijvoeglijk naamwoord is.
Bijvoeglijke naamwoorden schrijf je zo kort mogelijk; dus met één ‘d’.

Slide 34 - Slide

Toets maken
1. Je gaat een toets maken voor je buurman/buurvrouw
2. De toets bevat 20 vragen
3. Wissel de toets uit en maak de toets.

Slide 35 - Slide

Zelfstandig werken
Verder aan je planner

Slide 36 - Slide