Module 1: Hoe krijg jij jouw geldzaken op orde?

Welkom 
bij het LEF-lesprogramma
Module 1: Hoe krijg jij jouw geldzaken op orde?
1 / 44
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1-4

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Welkom 
bij het LEF-lesprogramma
Module 1: Hoe krijg jij jouw geldzaken op orde?

Slide 1 - Slide

  • Schrijf je naam op een naamsticker en plak de sticker op.
  • Geef de studenten bij binnenkomst allemaal een blanco naamsticker.
  • Vraag de leerlingen hun naam erop te schrijven en op te plakken.
Introductie

Slide 2 - Slide

Vorm: Plenaire inleiding, woordwolk ‘Geld’ en ervaring docent en/of influencer

Duur: 10 minuten

Leerdoelen: N.v.t.
Over LEF
  • LEF = Leven en Financiën
     
  • De haai van LEF
     
  • Een lesprogramma voor MBO-studenten
      
     
  • Het LEF-lesprogramma:
      - Module 1: Hoe krijg jij jouw geldzaken op orde?
      - Module 2: Hoe geef jij jouw geld uit?
      - Module 3: Hoe kom jij aan geld?


Slide 3 - Slide

De introductie bestaat uit een plenaire inleiding, woordwolk 'Geld' en ervaring docent en/of influencer.

  1. Stel jezelf voor (wie ben je en wat voor werk doe je). 
  2. Vertel over LEF en de haai: staat symbool voor kracht en macht, maar heeft ook een ander kant die staat voor gevaar en risico. De haai straalt echter altijd lef uit: hij laat niet over zich heenlopen en is 'in control'. Het gevaarlijke en grimmige karakter van de haai wordt verzacht door de knipoog van de gleuf in zijn rug: de spaarhaai.
  3. Vertel dat het een programma voor MBO studenten is en MBO-studenten wil laten nadenken over hoe zij (nog beter) met geld om kunnen gaan.
  4. Licht het programma kort toe

Deze LEF-les
• Hoe staat het met jouw Money Skills?

• Wat zijn jouw rechten en plichten?

• Wie kan je helpen?

• Wat is jouw spaardoel?

• Hoe ziet jouw maandbegroting eruit?

• Hoe haalbaar is jouw spaardoel?

Slide 4 - Slide

1. Vertel waar de les vandaag over gaat. 
2. Vertel dat de les via lessonup loopt. Op de volgende pagina kunnen de deelnemers een QR code scannen om in te loggen.
Geld

Slide 5 - Mind map

  1. Vraag de deelnemers waar zij aan denken bij het woord 'Geld'.
  2. Bespreek de antwoorden kort.
Money Skills
Quiz: Hoe staat het met jouw Money Skills?

Slide 6 - Slide

Vorm: Quiz via de LEF website gevolgd door klassikale nabespreking

Duur: 10 minuten

Leerdoelen:
  • De jongeren kunnen belangrijke documenten (op papier of digitaal) geheel zelfstandig en op eigen initiatief op een overzichtelijke manier bewaren en terugvinden wanneer nodig.
  • De jongeren kunnen overzicht houden over hun inkomsten, uitgaven, bezittingen en schulden.

Slide 7 - Link

  1. Zet het vinkje onderaan bij 'Toon bij leerling' aan zodat de deelnemers de link kunnen openen.
  2. Nodig iedereen uit de vragen te beantwoorden.
  3. Moeten de deelnemers een reflectie schrijven? Geef ze dan de tip om hun uitslag naar zichzelf te laten mailen.

Wat was jouw money skills score?
Goud
Zilver
Brons

Slide 8 - Poll

  1. Vraag de deelnemers om hun score in te vullen via hun telefoon in LessonUp.
  2. Klik vervolgens op het pijltje naar rechts (onder je scherm) om de antwoorden te bekijken.
  3. Bespreek kort wat opvalt in de uitslag.
Mogelijke uitslagen:

Jij scoort Goud!
Je hebt je financiën netjes op een rij. Waarschijnlijk vind je gegevens snel terug en betaal je alles keurig op tijd. Je opent je (digitale) post direct en weet waar je het bewaart.

Waarom het belangrijk is:
Belangrijke (online) documenten en je persoonlijke gegevens moet je altijd goed bewaren. Dat is nodig voor controle en om overzicht te houden. Als je dit jezelf goed aanleert, kom je later niet in de problemen en loop je geen inkomsten mis. Door op tijd te betalen en je gegevens bij te houden, kun je schulden voorkomen.

Tips:
  • Met een goed georganiseerde mailbox, internetbankieren of je bankapp heb je een groot deel van je administratie overzichtelijk bij elkaar. 
  • Wist je trouwens dat je belangrijke  documenten vijf jaar moet bewaren? 
  • Spaar je nog niet genoeg?: stel via online of mobiel bankieren in dat je maandelijks automatisch een bedrag naar je spaarrekening laat overschrijven. Bijvoorbeeld op het moment dat je salaris wordt gestort. Of check eens al je uitgaven en kijk of je daarop kunt besparen en zo meer geld hebt voor bijvoorbeeld die scooter, een vakantie of je rijbewijs!

Jij scoort Zilver!
Meestal gaat alles goed en ben je netjes met betalen, maar soms ben je een beetje slordig.

(De rest van de tekst 'Waarom het belangrijk is' en 'Tips' is hetzelfde als bij goud.) 


Jij scoort Brons!
Jij houdt wel van een beetje chaos en dat kan heel gezellig zijn. Maar het kan ook in je nadeel werken. Je loopt het risico dat echt belangrijke (digitale) documenten zoek raken of dat je rekeningen niet betaalt. En weet je zeker dat je al het geld van je retouren terug hebt gekregen? Of dat die vriend jou heeft terugbetaald wat je had voorgeschoten?

(De rest van de tekst 'Waarom het belangrijk is' en 'Tips' is hetzelfde als bij goud.) 
Geldzaken: Rechten en plichten
Stellingen: Waar heb jij recht op?

Slide 9 - Slide

Vorm: Stellingen over rechten en plichten die je voor of na je 18e hebt.

Duur: 20 minuten

Leerdoelen:
  • De jongeren kunnen benoemen welke financiële verantwoordelijkheden en verplichtingen je hebt als je 18 jaar bent.
  • De jongeren kunnen benoemen met welke wet- en regelgeving (tegemoetkomingen, uitkeringen, verzekeringen) je te maken kunt krijgen als je 18 jaar bent.
  • De jongeren kunnen benoemen of een bepaalde verzekering in hun situatie verplicht, noodzakelijk, wenselijk of optioneel is.
  • De jongeren kunnen belasting terugvragen als zij hebben gewerkt.
Als je naar het mbo gaat, heb je
altijd recht op studiefinanciering.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Deze stelling is niet waar.  

Voor uitleg zie: https://duo.nl/particulier/studiefinanciering/voorwaarden.jsp

Vraag de deelnemers ook of ze weten of ze de studiefinanciering terug moeten betalen. Zie:  https://duo.nl/particulier/studiefinanciering/gift-of-terugbetalen.jsp

<18
<18: Vanaf je 18e ben je zelf verantwoordelijk voor je zorgverzekering.
>18
>18 Je bent een dief van je portemonnee als je niet jaarlijks je zorgverzekering checkt en opnieuw afsluit.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Zitten er voornamelijk deelnemers van onder de 18 in de les? Klik dan op het bovenste plusje om de stelling voor deze doelgroep te openen.

Zitten er voornamelijk deelnemers van boven de 18 in de les? Klik dan op het onderste plusje. 

De stellingen zijn beiden waar.  

Licht kort toe:
• Vanaf de 1e maand nadat je 18 jaar bent
• Aanvullende verzekering
• Eigen risico
• Niet gedekt op de basisverzekering:
  - Tandarts
Als je 18 jaar of ouder bent en
op jezelf gaat wonen, krijg je huurtoeslag.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Deze stelling is niet waar.  

Bij op kamers niet, maar misschien toch wel als ze een echte eigen woning hebben (afhankelijk van huurbedrag en inkomen).

Zie: https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/huurtoeslag/content/student-op-kamers-huurtoeslag vergelijker.nl/boekhouden/zzp-of-loondienst/
Als je werkt,
betaal je vanaf je 18e pas inkomstenbelasting.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Deze stelling is niet waar.  
Geef een toelichting:
  • Je betaalt BTW over alles wat je koopt en als je werkt moet je ook voor je 18e inkomstenbelasting over je loon betalen. 
  • Dit is een mooi haakje om ook het terugvragen van de inkomstenbelasting te benoemen. 
  • Studenten die een bijbaantje hebben kunnen in 2022 maximaal € 8.750,- belastingvrij verdienen.
Zie ook: https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/prive/werk_en_inkomen/jongeren/teruggaaf_jongeren/teruggaaf_jongeren 

Als je een bijbaan hebt, kun je
vaak ieder jaar geld terugvragen bij de Belastingdienst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Dit is zeker waar! 

  1. Vraag aan de deelnemers of zij al een keer geld hebben teruggevraagd bij de Belastingdienst.
  2. Geef een toelichting:
    • Helemaal geen inkomsten, dan ook geen loonheffing ingehouden en ook geen teruggaaf.
    • Als ze een ‘volle’ baan hebben en dus al veel verdienen, is teruggaaf ook niet zeker.
    • Als ze een ‘side hustle’ hebben, dus een (mini-)onderneming, krijgen ze niet terug, maar moeten ze juist bijbetalen.
Iemand met een eigen bedrijf zal
per jaar altijd meer verdienen dan iemand die in loondienst werkt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Deze stelling is niet waar.  

Dit is sterk afhankelijk van hoeveel iemand aan verzekeringspremies betaald voor AOV, ziektekosten en aansprakelijkheid. Maar het zou zeker waar kunnen zijn.

Zie ook: https://desoftware-vergelijker.nl/boekhouden/zzp-of-loondienst/

Vertel ook:
Denk wel aan de risico’s van ondernemerschap:
• Geen inkomsten bij ziekte (AOV of liever een broodfonds!)
• Geen pensioenopbouw (dus zelf regelen) – bij sommige loondiensten overigens ook niet
• Sluit een aansprakelijkheidsverzekering af!

Je kunt beter gaan sparen dan beleggen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Beide antwoorden zijn goed.
  1. Geef een toelichting:
    Spaar met geld dat je snel nodig hebt (< ca. 10 jaar).
    Beleg VEILIG met geld dat je niet snel nodig hebt (> ca. 10 jaar).
  2. Leg het rente-op-rente effect uit. Vergelijk iemand die op zijn 25e begint met iemand die op leeftijd docent (45?) begint. Dit kan een eye-opener zijn!
  3. Korte aanvulling op beleggen: Er zijn veel soorten beleggen, sommige met veel risico (daytraden, bitcoin) en sommige met weinig risico (op de beurs, ETF). Beleggen is altijd voor > 10 jaar!
  4.  Optie: begin een discussie over  rendement, risico (restschuld), met welk geld (heb je voldoende over), appeltje voor de dorst/ beleggen met stufi of andere lening (beleggen met geleend geld)
zie ook: https://www.wijzeringeldzaken.nl/geldzaken-op-orde/sparen-of-beleggen-wat-zijn-je-opties/
https://www.nibud.nl/onderwerpen/sparen/


Mijn ouders zijn altijd
aansprakelijk voor als ik iemand schade toebreng.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Deze stelling is niet waar.  

Zie Rijksoverheid (klik om te openen).

Schuld door schade minderjarig kind
Richt een kind schade aan, dan hangt het van zijn of haar leeftijd af wie aansprakelijk is. Er gelden de volgende wettelijke regels:
  • Is het kind jonger dan 14 jaar, dan ligt de aansprakelijkheid bij de ouder. Dit geldt als de ouder het ouderlijk gezag of de voogdij heeft over het kind. De ouder kan meestal de schade op zijn/haar aansprakelijkheidsverzekering verhalen.
  • Is het kind 14 of 15 jaar, dan is het zelf aansprakelijk. De ouder is ook aansprakelijk als hij/zij redelijkerwijs in staat was het kind tegen te houden bij het veroorzaken van de schade, maar dit niet heeft gedaan.
  • Is het kind 16 jaar of ouder, dan is het zelf aansprakelijk.
Hulp bij financiën
Opdracht in tweetallen: Wat of wie kan je helpen?

Slide 18 - Slide

Vorm: Zoekopdracht in tweetallen gevolgd door klassikaal antwoord geven
Belangrijkste boodschap: Onderneem actie!
 
Duur: 15 minuten

Leerdoelen:
  • De jongeren krijgen inzicht in instanties die hulp kunnen bieden bij schulden
  • De jongeren worden zich bewust dat vragen om hulp niet vreemd is en dat je niet alleen staat op het moment dat je schulden hebt.
Hulp bij Financiën
  1. Hoeveel mensen hebben zich in 2020 gemeld bij Schuldhulpverlening?
  2. Bij gemiddeld hoeveel schuldeisers gaan mensen hulp vragen?
  3. Welke twee schuldeisers komen het meeste voor?


Zoek in tweetallen de antwoorden op de volgende vragen:
timer
5:00

Slide 19 - Slide

  1. Laat de deelnemers in tweetallen de antwoorden opzoeken.
  2. Geef ze de tip om te zoeken op de site van het NIBUD en de rijksoverheid (zie Tip!).
    Let op: Vink 'Toon bij leerling' (onder je scherm) aan zodat de deelnemers de links kunnen openen.
  3. Start de timer: ze hebben 5 minuten de tijd.
Op de volgende pagina's komen de vragen voorbij zodat je ze kunt nabespreken.

Optie: je kunt de deelnemers zelf de scores bij laten houden zodat je na vraag 3 kunt uitroepen wie de winnaars zijn. Door ze het zelf bij te laten houden, geef je ze je vertrouwen.
1: Hoeveel mensen hebben
zich in2020 gemeld bij
Schuldhulpverlening?

Slide 20 - Mind map

Het juiste antwoord is 7800 (dit komt niet in beeld maar kun je zelf zeggen).

Wie zit er het dichts bij? 
  • Het tweetal dat het dichtstbij zit krijgt 3 punten.
  • Het tweetal daarna krijgt 2 punten.
  • Het tweetal daarna 1 punt.
  • De andere tweetallen krijgen geen punten.  
Stel de vraag: is dat meer of minder dan de deelnemers verwacht hadden?

Boodschap: Je bent niet de enige, schaam je er dus niet voor maar trek op tijd aan de bel.
2: Bij gemiddeld hoeveel
schuldeisers
gaan mensen hulp vragen?

Slide 21 - Mind map

Het juiste antwoord is 14 (dit komt niet in beeld maar kun je zelf zeggen).

Wie zit er het dichts bij? 
  • Het tweetal dat het dichtstbij zit krijgt 3 punten.
  • Het tweetal daarna krijgt 2 punten.
  • Het tweetal daarna 1 punt.
  • De andere tweetallen krijgen geen punten. 

Boodschap: Het duurt wel even voordat je 14 schuldeisers hebt.. Mensen trekken dus vaak pas laat aan de bel!
3: Welke twee schuldeisers komen het
meeste voor?
Schuldeisers die het meeste voorkomen
Bank
Belastingdienst
Zorgverzekeraar
Aanbieders van telefoonabonnementen

Slide 22 - Drag question

De juiste antwoorden zijn Belastingdienst en zorgverzekeraar (daar beginnen veel problemen, vooral bij jongeren).

De tweetallen die het goed hebben, krijgen 2 punten.

Vertel: deze schulden beginnen vaak klein, maar kunnen veel groter worden door incassokosten en rente. Een schuld van € 200 kan zomaar € 2.000 of meer worden, als je niets doet.
Vraag dus op tijd om hulp.

Waar kun je informatie
vinden over hoe je grip krijgt
op je inkomsten en uitgaven?

Slide 23 - Slide

  1. Stel de vraag: Waar kun je informatie vinden over hoe je grip krijgt op je inkomsten en uitgaven?
  2. Draai aan het rad en het woord aan de betreffende student. 
  3. Vul zelf aan als er te weinig uit de groep komt: Nibud, Humanitas Get-a-Grip (gripopjemoney,nl), Geldfit, je bank (die kunnen tegenwoordig ook helpen), op de website van LEF staat een pagina met allemaal handige links!
Boodschap: Je hoeft niet alles zelf te kunnen, onderneem actie!
Bij wie klop je aan als je
geldproblemen hebt?

Slide 24 - Mind map

  1. Stel de vraag: Bij wie klop je aan als je geldproblemen hebt?
  2. Bespreek kort de antwoorden.
  3. Vul zelf aan als er te weinig uit de groep komt: school, ouders, vrienden etc.
Financiële voornemens
Wat is jouw spaardoel?

Slide 25 - Slide

Vorm: Filmpje van influencer en individueel spaardoel bepalen

Duur: 10 minuten

Leerdoelen:
  • De jongeren worden zich bewust van het belang van sparen.
  • De jongeren kunnen concreet maken welk spaardoel ze wanneer bereikt willen hebben.
Waar spaar jij voor
of waar wil je voor gaan sparen
(voeg een foto en/of tekst toe)?

Slide 26 - Open question

Vraag de deelnemers een foto toe te voegen van waarvoor zij (willen) sparen. Kunnen ze niet zo snel een foto vinden? Dan mogen ze het ook in tekst neerzetten.


Hoeveel maanden heb jij
denk je nodig om je spaardoel
te bereiken?

Slide 27 - Mind map

Vraag de deelnemers om het aantal maanden in te voeren die zij denken nodig te hebben om hun spaardoel (van de vorige pagina) te bereiken.

Let op: Hoe haalbaar hun doelen zijn, komt aan bod in het onderdeel na de maandbegroting, ga hier dus nog niet op in. 
Maandbegroting
(Hoe) houd jij je inkomsten en uitgaven bij?

Slide 28 - Slide

Vorm: Klassikaal voorbeelden bekijken (van Nibud model en apps) en model zelf of klassikaal invullen 

Duur: 15 minuten

Leerdoelen:
  • De jongeren krijgen inzicht in hun inkomsten en uitgaven.
  • De jongeren kunnen uitleggen wat het voordeel is van inzicht hebben in je financiën.
  • De jongeren kunnen benoemen welke mogelijkheden er zijn om de financiën digitaal bij te houden.

Houd jij je inkomsten en uitgaven bij?
Ja, ik heb een (digitaal) huishoudboekje.
Mijn inkomsten en uitgaven zitten in mijn hoofd.
Nee, ik merk het vanzelf als ik niet meer kan pinnen.

Slide 29 - Poll

Vraag aan de deelnemers of zij hun inkomsten en uitgaven bijhouden (de antwoorden blijven anoniem zolang je niet op de antwoorden klikt).
Huishoudboekje
ABN
Grip op je Geld ABN (bekijk de app op je telefoon of klik hier voor meer info)
RABO
Inzicht (bekijk het onderdeel 'Inzicht' op je telefoon of klik hier voor meer info)
Andere bank
Zoek zelf uit welke tools jouw bank aanbiedt.
Meer bekijken?
Klik hier voor een overzicht van (digitale) huishoudboekjes.

Je kunt ze ook vinden via Humanitas (Get-a-Grip), Elfin, het Nibud, of via apps die je kunt koppelen aan je bank

Slide 30 - Slide

  1. Leid het onderwerp kort in door de voordelen van een (digitaal) huishoudboekje te benoemen:
    Om een goed inzicht te krijgen in wat jij nu eigenlijk kunt sparen is het belangrijk dat je inzicht hebt in je inkomsten en uitgaven. We noemen dit een Begroting.Wat houd je per maand over? 
  2. Laat een aantal voorbeelden zien.
  3. Hebben de deelnemers een eigen bank app? Nodig ze uit om te onderzoeken waar ze inzicht in hun inkomsten en uitgaven kunnen krijgen.
  4. Daarna samen met de studenten een voorbeeld invullen. De studenten geven gezamenlijk antwoord op vragen als: “Hoeveel geef je per maand uit aan eten?” “Welk kledingbudget heb je?” “Wat verdien je per maand met je bijbaantje?” We vullen dit live in om kort te laten zien hoe een huishoudboekje werkt. We moeten nog bepalen welk huishoudboekje hiervoor het meest geschikt is.

Wat komt erin en wat gaat eruit?
17 en thuiswonend
18 en thuiswonend
20 en uitwonend

Slide 31 - Slide

  1. Klik de verschillende voorbeelden open en bespreek ze.
  2. Op de volgende pagina is het excelbestand te openen. 

Slide 32 - Link

  1. Op deze pagina is het excelbestand met de ingevulde maandbegrotingen te openen.
  2. Optie 1: Je kunt de deelnemers uitnodigen om zelf het bestand te downloaden en in te vullen (zet dan het vinkje aan bij 'Toon bij leerling')
  3. Optie 2: Je kunt samen met de deelnemers één van de voorbeelden aanvullen/aanscherpen.
Anonieme vraag:
Hoeveel geld hou jij
per maand over?

Slide 33 - Mind map

  1. Vraag de deelnemers of ze willen invullen hoeveel zij per maand overhouden.
    Als je met de klas de excel hebt ingevuld, kun je vragen of ze een schatting willen maken van wat ze overhouden.
  2. Als je niet twee keer op de woordwolkjes klikt, blijft de afzender anoniem!
Voornemens Checken
Hoe haalbaar is jouw spaardoel?

Slide 34 - Slide

Vorm: Klassikaal bespreken van voornemen aan de hand van lijnopstelling

Duur: 5 minuten

Leerdoelen:
  • De jongeren krijgen inzicht in hun hoe realistisch hun spaardoel is.
Hoe haalbaar is jouw doel?
Ga in het lokaal op de plaats van jouw antwoord staan.

Niet haalbaar

Heel haalbaar

Slide 35 - Slide

Deze opdracht gaat over het spaardoel waar de deelnemers een foto van hebben toegevoegd in het onderdeel 'Financiële voornemens'.

 
1. Iedereen mag gaan staan.
2. Trek een denkbeeldige lijn en vraag de deelnemers de vraag te beantwoorden door links, rechts of meer in het midden te gaan staan.
3. Vraag een aantal deelnemers waarom ze op de betreffende plek zijn gaan staan.

Deze lijnopstelling geeft op een eenvoudige maar zeer krachtige manier veel aanleiding tot een dialoog.
Hoe belangrijk is het voor je
dat je jouw doel haalt?
Ga in het lokaal op de plaats van jouw antwoord staan.

Totaal onbelangrijk

Heel belangrijk

Slide 36 - Slide

Ga de dialoog met de deelnemers aan.
Optie: stel nog een derde vraag:
“Hoe realistisch wordt je doel als je hiervoor hulp krijgt?”

Terugblik
Wat ga jij anders doen?

Slide 37 - Slide

Vorm: Reflectie- en evaluatievragen

Duur: 5 minuten
Wat hebben we gedaan
in deze LEF-les?
• Jouw Money Skills
• Rechten en plichten 
• Hulp bij financiën/schuld
• Financiële voornemens: jouw spaardoel
• Digitale maandbegroting
• Voornemens checken

Slide 38 - Slide

Blik kort terug op de les:
• Jouw Money Skills (quiz)
• Jouw rechten en plichten (stellingen)
• Hulp bij financiën/schuld (zoekopdracht in tweetallen)
• Financiële voornemens: jouw spaardoel (filmpje van influencer en foto opdracht)
• Digitale maandbegroting (voorbeelden laten zien en zelf invullen)
• Voornemens checken (lijnopstelling)

Wat ga jij (anders) doen na
deze les?

Slide 39 - Open question

  1. Vraag aan iedereen eens goed na te denken over wat ze uit deze les meenemen.
  2. Nodig de deelnemers uit om in te vullen wat ze anders gaan doen de komende week/weken.
  3. Kom hierop in de volgende les terug.
Tip: Maak aantekeningen of een screenprint van de antwoorden zodat je ze later nog kunt teruglezen.
Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 40 - Poll

This item has no instructions

Geef in één woord weer
hoe je deze les hebt ervaren.

Slide 41 - Mind map

  1. Vraag de deelnemers of ze in één woord willen weergeven wat ze van de les vonden/ wat het meest is bijgebleven.
Tip: Maak aantekeningen of een screenprint van de antwoorden zodat je ze later nog kunt teruglezen.
Welke complimenten en/of tip(s)
heb je voor de gastdocent?

Slide 42 - Open question

  1. Vraag of de deelnemers hun tip(s) willen geven voor LEF. 
Tip: Maak aantekeningen of een screenprint van de antwoorden zodat je ze later nog kunt teruglezen.

Slide 43 - Link

  1. Zet het vinkje onderaan bij 'Toon bij leerling' aan zodat de deelnemers de link kunnen openen.
  2. Nodig iedereen uit om het evaluatieformulier in te vullen.
Bedankt voor jouw deelname aan deze gastles!

Slide 44 - Slide

This item has no instructions