Gezondheid les 3

• NT2
• ISK

 gezondheid

Hoe gaat het?

😒🙁😐🙂😃

Wat zie je? Ben jij wel eens ziek?

Welke woorden van lichaam ken je?

Waar heeft Mirka pijn?

Ben je ziek?

1. hoofd
2. voet
3. arm

hoofdpijn

koorts

gesprek

Paula: Hé Mirka, ben je ziek?

Mirka: Ja, ik heb pijn in mijn oor.

Paula: Heb je koorts?

Mirka: Nee, ik heb geen koorts.

Paula: Zal ik een paracetamol voor je pakken?

Mirka: Ja, graag.

Nu jullie

1: Hé ......., ben je .......?

2: Ja, ik heb pijn in mijn ........

1: .... je koorts?

2: Nee, ik heb ..........

1: Zal ik een ........... voor je pakken?

2:Mirka: Ja, ........

Tekenen

Je hoort iets en dat teken je in het gezicht.

Praat mee!

Taalriedel

Er verschijnt een vraag. 

Je krijgt een beurt, wat antwoord je?

Wat wens je als iemand ziek is?

1. Gefeliciteerd
2. Beterschap
3. Gecondoleerd
4. Goed je best doen.

Assistent:

- Goedemorgen met de assistent van huisarts Pol.

- Waar heeft u last van?

- Wat is uw geboortedatum?

- Kunt u donderdag om 11.00 uur?

Patiënt:

- Goedemorgen met ......., ik ben ziek.

- Ik heb ...........(pijn)

- mijn geboortedatum is ..........

- ja dat kan.

Met je groepje

Je bent ziek. 

Je wilt een afspraak met de dokter.

Bel met de assistent.

Zeg: naam - geboortedatum en klacht.

Zelfstandig werken