2025-06-02 G3 Grieks

Leerdoelen

  • Ik kan zinnen met een bijvoeglijk of praedicatief gebruikt  ptc. vertalen.


















Weektaak

  • Herhalen: woorden t/m les 24
  • Leren: bijwoorden (HB 113)
  • Leren: vormen van het ptc. praes. (HB 126)
  • Leren: bijv./praed/ gebruik ptc (gramm 6.3)
  • Maken (deels in de les): ergon 10 (1, 2, 5, 6) en 11 (1, 3, 4, 6).







1 / 10
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leerdoelen

  • Ik kan zinnen met een bijvoeglijk of praedicatief gebruikt  ptc. vertalen.


















Weektaak

  • Herhalen: woorden t/m les 24
  • Leren: bijwoorden (HB 113)
  • Leren: vormen van het ptc. praes. (HB 126)
  • Leren: bijv./praed/ gebruik ptc (gramm 6.3)
  • Maken (deels in de les): ergon 10 (1, 2, 5, 6) en 11 (1, 3, 4, 6).







Slide 1 - Slide

Begintaak: vertaal:


  • Ὁ ἥρως τῷ δήμῷ ἐν κινδύνῳ ὄντι οὐκ ἐβοήθει.

  • Ἡ μήτηρ τῷ τέκνῷ τὴν ἀληθείαν οὐ λέγοντι οὐ πιστεύει.


Slide 2 - Slide

Dagopening: Daar ben ik vol van

  • Welk beeld heb jij bij de hemel?
  • Waar denk je aan bij 'de hemel op aarde'?

Slide 3 - Slide

Dagopening: Daar ben ik vol van

In de uitdrukking 'hij is gaan hemelen' is de hemel de plek waar iemands ziel naartoe gaat na zijn dood. In de Bijbel is de hemel een soort koepel over de aarde, de plaats waar God tijdens zijn schepping zon, maan en sterren een plek gaf en waar regen uit valt. De hemel is ook de plek waar God, Jezus en engelen wonen en waar de mensen die goed geleefd hebben na hun dood naartoe gaan. Daar zijn geen tranen meer, geen dood; het is een plek van altijddurend geluk. Ook is het de plaats waar je je geliefde overleden mensen weer zult ontmoeten. Een beeld waar veel mensen hoop en troost uit halen, al weet niemand hoe de hemel eruitziet.

Slide 4 - Slide


Zijn er nog vragen m.b.t. het Odyssee-project?

Slide 5 - Slide

  • We kijken deze opdracht nog even na.
  • Noteer de volgende vormen van het ptc. en vertaal ze.

1. κινέω (dat N ev)
2. γαμέω (gen F ev)
3. ἐρωτάω (dat M mv)
4. ἀγανακτέω (gen N mv)

5. ὁμολογέω (acc N mv)
6. ἀγνοέω (dat F mv)
7. δράω (nom N ev)
8. ζητέω (acc N ev)

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Pak je HB op blz. 116 + je schrift.

  • Maak van ergon 10  de zinnen 1, 2, 5, 6.
  • We kijken dit over 6 minuten na.


Tijd over? Leer de bijwoorden HB 113.

Slide 10 - Slide