THEO les 3 en 4 Steunweefsel / Kraakbeen-/ been- / spier- zenuwweefsel

Steunweefsels
Leerlijn algemene theorie
1 / 26
next
Slide 1: Slide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 150 min

Items in this lesson

Steunweefsels
Leerlijn algemene theorie

Slide 1 - Slide

Cel en weefsels
  • de cel
  • weefsels en epitheelweefsel
  • steun-, bind- en beenweefsel
  • spier- en zenuwweefsel

Formatieve toets dinsdag 12  maart

Slide 2 - Slide

Vandaag
Herhalen:
  • Cel en celdeling
  • Weefsels  en epitheelweefsel

Nieuwe lesstof
- Steunweefsel
  • bindweefsel
  • kraakbeenweefsel
  • beenweefsel 

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 
  • Je kunt de verschillende steunweefsels definiëren en herkennen in bouw, ligging en functie
  • Je kunt het doel van steunweefsel definiëren en begrijpt de ondersteunende en beschermende rol aan verschillende organen en weefsels 
  • Je kunt verschillende bindweefselcellen benoemen
  • Je kunt uitleggen hoe de structuur van steunweefselcellen en hun extracellulaire matrix bijdragen aan de functionaliteit van het steunweefsel zoals elasticiteit, stevigheid en flexibiliteit.

Slide 4 - Slide

Steunweefsels
Verschil tussen steun- en epitheelweefsel:
  • De steunweefselcellen liggen uit elkaar met veel celtussenstof
  • Steunweefsel zorgt voor steun en epitheel - endotheelweefsel bedekt 

Slide 5 - Slide

3 soorten steunweefsel en de verschillen in celtussenstof:
  1. Bindweefsel: sterk vertakte cellen en vezelige celtussenstof
  2. kraakbeenweefsel: veerkrachtig, taai en vezelige tussenstof 
  3. Beenweefsel: harde tussenstof

Slide 6 - Slide

1. Bindweefsel
Opbouw: Bindweefselcellen, bindweefselvezels en celtussenstof
Ligging: onder onze huid, om en in spieren, om organen, botten en zenuwen
Functie: geeft het lichaam steun en bescherming en houd alles bij elkaar als een verbindende factor, kan vet opslaan en maakt bloedcellen aan

Bindweefselcellen:  fibroblasten, mestcellen en macrofagen
Bindweefselvezels: collagene -, elastine - en reticuline vezels 
Celtussenstof: stof wat cellen en vezels met elkaar verbind en ruimtes opvult

Slide 7 - Slide

Indeling naar soort:
Collagene vezels: Bieden steun en stevigheid. Pezen banden en gewrichtskapsel, lederhuid. 
Elastine vezels: bied elasticiteit en komt voor in de wanden van grote slagaders en de huid
Reticuline vezels: te vinden op grensgebied van bindweefsel naar andere weefsels en kleine bloedvaten - capillaire 
Indeling naar verwevenheid
Losmazig bindweefsel: in de onderhuid. 
Vast bindweefsel: stevige collagene bundels. Pezen, gewrichtskapsel en - banden
Dicht bindweefsel: tussen los en vast bindweefsel in. Netlaag van de lederhuid 
Reticulair bindweefsel: zeer fijn vertakt. 

Slide 8 - Slide

Functie 
Functie reticulair bindweefsel:
  • Rode beenmerg: vormen van rode bloedcellen - myeloïdweefsel
  • Lymfeknopen: vormen van witte bloedcellen - lymfoïdweefsel

Slide 9 - Slide

Functie
Functie bindweefsel:
Vetweefsel: vetweefsel is bindweefsel waarin vetcellen liggen wat vet opneemt. 

Slide 10 - Slide

Opdracht
Maak opdracht bindweefsel

Nabespreken

timer
35:00

Slide 11 - Slide

Kraakbeenweefsel
Opbouw: stevige, vezelige, elastische en veerkrachtige celtussenstof en bestaat voornamelijk uit collagene vezels
Ligging: neus, oren, tussen bottenverbindingen e.d.
Functie: bied veerkracht ( schokdemper), stevigheid en elasticiteit aan het lichaam

Bevat geen zenuwen en bloedvaten waardoor de genezing slecht verloopt

Slide 12 - Slide

We onderscheiden 3 soorten:
  1. glasachtig kraakbeen = hyalien kraakbeen
  2. elastische kraakbeen
  3. vezelig kraakbeen

Slide 13 - Slide

Opdracht
Er zijn verschillende kraakbeen soorten. 

Beschrijf de verschillen tussen de kraakbeensoorten in opbouw en functie

Slide 14 - Slide

Beenweefsel

Slide 15 - Slide

Opbouw: botcellen met vast en hard celtussenstof wat bestaat uit kalkzouten en collagene vezels 

Vormt het skelet van het lichaam 

Functie: stevigheid, bescherming, vorming van bloedcellen 

Slide 16 - Slide

Anatomische opbouw van buiten naar binnen:
  • compact been
  • spongieus been
  • mergholte
Met daarom heen een beenvlies - periost 

Slide 17 - Slide

Spierweefsel

Slide 18 - Slide

Soorten 
De opbouw verschilt per soort spierweefsel: 
  1. Dwarsgestreept spierweefsel - skelet en mimische spieren
  2. Gladspierweefsel - organen
  3. Hartspierweefsel - dwars GESTREEPT

Slide 19 - Slide

Opbouw spierweefsel: 
spiercel wordt ook wel spiervezel genoemd
Vele spiervezels samen vormen een spierbundel
Spierbundels samen vormen een spier

Slide 20 - Slide

Functie van spierweefsel:
  • het bewegen van botstukken
  • het op hun plaats houden van lichaamsdelen
  • het regelen van mimiek
  • bewegen van organen
  • produceren van warmte 

Slide 21 - Slide

Opdracht 
Maak opdracht been-, spier- en zenuwweefsel

timer
40:00

Slide 22 - Slide

zenuwweefsel 

Slide 23 - Slide

Zenuwcel = neuron
met uitlopers:
  • Dendriet
  • Neuriet = axon

Cellichaam zorgt voor het doorlaten van signalen en de uitlopers zorgen voor het geleiden van de impulsen
Opbouw:
- cellichaam
- celkern
- uitlopers

Slide 24 - Slide

3 verschillende zenuwen:
  • motorisch = bewegingszenuw
  • sensibel = gevoelszenuw
  • gemengd = zowel motorisch als sensibel

Slide 25 - Slide

Wat vonden jullie van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll