2H1 27 oktober 2021

Les devoirs pour le 28 octobre







Programme: Révision verbes - corriger ex. 31a - faire ex. 31b + corriger
Wat kun je nu doen?
Opdr vertalen, woordjes leren voca F (p. 52) --> MO
dek 1 kant af, en schrijf de vertaling op + check je vertaling
Faire (maken/
doen)
- Vertalen: Chapitre 4 (vanaf p. 135): ex. 4ab, 5ab
- Maak van Chapitre 4: ex. 4ab, 5ab
Apprendre (leren)
Leren voor MO: voca F
Voca ABEF leren op WRTS!!! --> binnenkort krijg je een cijfer hiervoor
Herhalen: grammaire DH - phrases-clés CG - werkwoorden
1 / 10
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les devoirs pour le 28 octobre







Programme: Révision verbes - corriger ex. 31a - faire ex. 31b + corriger
Wat kun je nu doen?
Opdr vertalen, woordjes leren voca F (p. 52) --> MO
dek 1 kant af, en schrijf de vertaling op + check je vertaling
Faire (maken/
doen)
- Vertalen: Chapitre 4 (vanaf p. 135): ex. 4ab, 5ab
- Maak van Chapitre 4: ex. 4ab, 5ab
Apprendre (leren)
Leren voor MO: voca F
Voca ABEF leren op WRTS!!! --> binnenkort krijg je een cijfer hiervoor
Herhalen: grammaire DH - phrases-clés CG - werkwoorden

Slide 1 - Slide

Révision verbes
être - avoir - aller

Slide 2 - Slide

Corriger: ex. 31a
  • Onderstreep het zelfstandig naamwoord
  • Schrijf erbij: mnl/vrl + ev/mv
  • Kies dan het juiste bezittelijk voornaamwoord

Slide 3 - Slide

Corriger ex. 31a
  1. On est en vacances avec (onze)__________  chien Youpi. 
  • On est en vacances avec (onze)__________ chien (mnl ev) Youpi. Onze --> nos/notre
  • Ev --> notre

Slide 4 - Slide

Corriger ex. 31a
  • (2) Voilà ma cousine.      cousine = vrl ev = ma
  • (3) Leur camping est magnifique!        camping = ev = leur
  • (4) Et sa tente est très grande.            tente = vrl ev = sa
  • (5) Et toi? Ton hôtel est loin de la plage?    hôtel = mnl ev = ton
  • (6) Vous allez à la plage avec vos amis?      amis = mv = vos

Slide 5 - Slide

Faire: ex. 31b
  • Onderstreep het zelfstandig naamwoord
  • Schrijf erbij: mnl/vrl + ev/mv
  • Vertaal het bezittelijk voornaamwoord
  • Kies dan het juiste bezittelijk voornaamwoord
  • Klaar? maak ex. 33ab af of CH4 ex. 4ab, 5ab
timer
10:00

Slide 6 - Slide

Corriger ex. 31b
  1. Tu as été en vacances avec ton père?
  2. Non, j'ai été en vacances avec ma mère.
  3. Son frère s'appelle comment?
  4. Son frère s'appelle Henri.
  5.  Tu as été à la piscine avec tes amis?
  6. Oui, je suis souvent allé à la piscine avec mes amis.
  7. Votre hôtel était comment?
  8. Notre hôtel était cool!

Slide 7 - Slide

Corriger ex. 33ab

Slide 8 - Slide

Zet je stoel op tafel

Slide 9 - Slide

Les devoirs pour le 28 octobre







Programme: Révision verbes - corriger ex. 31a - faire ex. 31b + corriger
Wat kun je nu doen?
Opdr vertalen, woordjes leren voca F (p. 52) --> MO
dek 1 kant af, en schrijf de vertaling op + check je vertaling
Faire (maken/
doen)
- Vertalen: Chapitre 4 (vanaf p. 135): ex. 4ab, 5ab
- Maak van Chapitre 1: ex. 33ab + Chapitre 4: ex. 4ab, 5ab
Apprendre (leren)
Leren voor MO: voca F
Voca ABEF leren op WRTS!!! --> binnenkort krijg je een cijfer hiervoor
Herhalen: grammaire DH - phrases-clés CG - werkwoorden

Slide 10 - Slide