2.7 herhalen sameng zin,hz/bz+ onderschikkend/nevenschikkend

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom in deze les!

Pak je leesboek      Leg je                                                     spullen klaar

Geen telefoon         IPad dicht

we starten met stillezen

Doelen

Ik kan het verschil tussen een enkelvoudige zin en een samengestelde zin benoemen. (herhalen)

Ik kan het verschil aanwijzen tussen een hoofdzin en een bijzin.(herhalen)

Ik kan een hoofdzin en een bijzin benoemen.(nevenschikkend en onderschikkend)

Ik kan het wwg met een wederkerend werkwoord benoemen

enkelvoudige zin

Een enkelvoudige zin bestaat uit één zin, met één persoonsvorm.

Isa heeft een nieuwe telefoon gekocht.

samengestelde zin

Een samengestelde zin bestaat uit twee of meer zinnen die aan elkaar geplakt zijn. Dat kan op verschillende manieren.

Tussen de zinnen van een samengestelde zin zet je dubbele zinsdeelstrepen.

even oefenen

deze zin is:
Na het eten ruimen wij altijd de vaatwasser in.

1. enkelvoudig
2. samengesteld

deze zin is:
Nederlanders kijken eerst goed, voordat ze iets kopen.

1. enkelvoudig
2. samengesteld

deze zin is:

Bij het zwemmen in zee krijgen sommige kinderen kramp of ze worden onwel.

1. enkelvoudig
2. samengesteld

deze zin is:

Dat komt vaak door het koude water.

1. enkelvoudig
2. samengesteld

hoofdzin

In een hoofdzin staan de persoonsvorm en het onderwerp naast elkaar.

Tussen persoonsvorm en onderwerp kun je geen andere zinsdelen plaatsen.

bijzin

In een bijzin staan de persoonsvorm en het onderwerp vaak niet naast elkaar. Je kunt er ook andere zinsdelen tussen plaatsen. 

De persoonsvorm staat zoveel mogelijk achteraan in de bijzin.

Een bijzin begint met een voegwoord, zoals omdat, toen, sinds enzovoort. De bijzin is meestal aan een hoofdzin geplakt.

leestrainer.nl

we weten nu wat een hoofdzin en bijzin is

we gaan dat ook benoemen

nevenschikking

1 Een samengestelde zin kan bestaan uit twee (of meer) hoofdzinnen. Je plakt de zinnen aan elkaar met de voegwoorden want, maar, en, of en dus.(dat zijn de meest voorkomende)

voorbeeld van 2 hoofdzinnen

Isa heeft een nieuwe telefoon gekocht, maar hij doet het niet goed.

Hoofdzin: Isa heeft een nieuwe telefoon gekocht,

o: Isa

pv: heeft

Hoofdzin: hij doet het niet goed.

o: hij

pv: doet

onderschikking

2 Een samengestelde zin kan ook bestaan uit een hoofdzin en een (of meerdere) bijzinnen.

Dan noemen we dat een onderschikking
 

voorbeeld bijzin-hoofdzin (onderschikking)

Toen Isa haar nieuwe telefoon had aangezet, werkte het touchscreen niet goed.

Hoofdzin: werkte het touchscreen niet goed.

o: het touchscreen

pv: werkte

Bijzin:Toen Isa haar nieuwe telefoon had aangezet,

o: Isa

pv: had

Wat is deze zin?
In elke kamer stonden meubels die haar grootvader nog gemaakt had.

1. onderschikkend
2. nevenschikkend

Wat is deze zin?
Ze kende alleen maar een hut en die was zoals die van alle dorpelingen.

1. onderschikkend
2. nevenschikkend

Wat is deze zin?




Wat is deze zin?
Eerst had ze een rechthoekige kuil van een halve meter uit de bodem gehakt en daarrond werd een lage muur opgetrokken met stenen uit het gat.

1. onderschikkend
2. nevenschikkend

oefeningen

De opdrachten die bij 2.7 horen zijn: opdr 

1,2,3,4,5,6,7, 9 t/m 12 en 14 + test jezelf 2.7. 

Je hebt dit af op ma 29 november voor je de les in komt. 

Het proefwerk over 2.5 (alleen de Griekse en Latijnse voor-en achtervoegsels) en 2.7 grammatica zinsdelen is op dinsdag 30 november