vergrotende trap 2.13

• NT2
• ISK

vergrotende trap en bezittelijk/ persoonlijk vnw

vergrotende trap en bezittelijk/ persoonlijk vnw

Juf Mara is klein, maar juf Natasja is __________ (klein)

Juf Mara is klein, maar juf Natasja is het ________ ( klein)

De blauwe trui is _________ dan de rode trui (mooi)

Ik eet _________ appels dan bananen ( graag)

Het gouden horloge is ___________ dan het zilveren horloge (duur)

Is Fadel ___________ in grammatica dan Ali? ( goed)

Wie verdient het __________ ? Een advocaat of een schoonmaker? ( veel)

kies de goede zin. 2 antwoorden zijn goed.

1. De pen is duurder als een potlood.
2. De pen is even duur dan een potlood.
3. De pen is duurder dan een potlood.
4. De pen is even duur als een potlood.

Kies de goede zin:

1. Ik geef jouw je boek.
2. Ik geef je jouw boek.
3. Mij geef je jouw boek.
4. Ik geef jij mijn boek.

Kies de goede zin:

1. Ons vriendin slaapt in jouw huis.
2. Ons vriendin slaapt in jou huis.
3. Onze vriendin slaapt in jou huis.
4. Onze vriendin slaapt in jouw huis.

Kies de goede zin:

1. Jou broer loopt met hij naar school.
2. Jouw broer loopt met hij naar school.
3. Jouw broer loopt met hem naar school.
4. Jou broer loopt met hem naar school.