Th3 B1 Organismen ordenen Oefenvragen

Thema 3 Ordening
B1    Organen van mensen
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 3 Ordening
B1    Organen van mensen
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Je kunt de kenmerken noemen van 
dieren, planten, schimmels en bacteriën
Begrippen: Eencellig, meercellig, celkern, celwand, bladgroenkorrels
Je kunt uitleggen wanneer organismen tot 
dezelfde soort behoren
Begrippen: Soort
Nakijken: Magister 
ELO gedeelde documenten NZ kies thema

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Na het leren, controleren, wat weet je al? 
Wat is nog lastig? Wat ga je daaraan doen?
1. Gebruik de leertips voor NZ (in je schrift geplakt, in magister)
2. Gebruik de leerdoelen: Leg uit
3. Leerwerkboek: Afbeeldingen met namen van onderdelen leren
4. Herhaal het maken van de opdrachten (online)
5. Magister-Leermiddelen: Flitskaarten
6. Magister-Leermiddelen: Test jezelf van elke basisstof
7. Magister-Leermiddelen: Oefentoets (diagnostische toets) ... voor PW
8. LessonUP: oefenvragen maken
9. Gebruik biologiepagina.nl (Let op: Daar is meer info, die extra's niet leren)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Nog meer info en/of oefenen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Spongebob opdracht


Deze opdracht krijg je van de docent

Je krijgt hiervoor een cijfer

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Organismen
Er leven meer dan anderhalf miljoen soorten organismen op de aarde. Deze organismen zijn geordend, er zijn groepen gemaakt met daarin organismen met dezelfde kenmerken.
In de afbeelding zie je een verzameling dieren. Die verzameling dieren kun je ook weer op verschillende manieren ordenen. 
Je kunt daarvoor bijv. kijken naar de lichaamsbouw van de verschillende dieren of naar het milieu waarin ze leven.
      2-tal: Ja - Nee     Kun je in 3 x raden?
kikker
zeester
libelle
zebra

duizendpoot
kreeft
giraffe
kwal
roodborstje
papegaaiduiker
snoek

Slide 6 - Slide

2-tal: Opdracht kenmerken

Leerling 1: Neem een van de dieren in gedachten.
Leerling 2: Stel een gesloten vraag (antwoord ja - nee). 
Probeer in zo weinig mogelijk vragen te ontdekken welk dier jouw medeleerling in gedachten heeft.
Het is ook mogelijk dat beide vragen stellen aan elkaar (beide hebben een dier in gedachten.
Bespreken: Welke vragen heb je gesteld?
Op welke kenmerken van de dieren heb je gelet?
4 rijken
Biologen ordenen alle organismen in 4 groepen. Zo'n groep noem je een rijk. Hiernaast zie je de 4 rijken.

Bij het indelen heeft men gekeken naar de celkenmerken: celkern, celwand en bladgroenkorrels.
celkenmerken
Een plantencel heeft alle kenmerken!
celkenmerken
Een bacterie heeft maar 1 kenmerk!
Elke cel van een organisme bevat celplasma (een vloeistof).
Daar omheen zit een dun elastisch vliesje (celmembraan). 
Dit celmembraan kan stofjes binnenlaten, eruit laten gaan en tegenhouden.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De 4 rijken en hun cellen met de celkenmerken
planten
dieren
schimmels
bacteriën
Celkenmerken:
-  celkern
-  celwand
-  bladgroenkorrels


celkern





celkern
celwand



celwand



1
2
extra
cytoplasma = celplasma = een stroperige (cel)vloeistof
2
extra
grote vacuole =  vochtblaasje
1
3
extra
celmembraan, Heel dun elastisch vliesje, bepaalde stoffen kunnen hier doorheen.
3

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

rijk en celkenmerken
Plantenrijk
Celkern Celwand Bladgroenkorrels
4
rijk en celkenmerken
Rijk van de schimmels
Celkern  - Celwand
2
rijk en celkenmerken
Rijk van de dieren
Celkern
3
rijk en celkenmerken
Rijk van de bacteriën
celwand
1

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Plantaardige cel
Bladgroenkorrels liggen in het celplasma (cytoplasma).
In de bladgroenkorrels vindt fotosynthese plaats. In de bladgroenkorrel kan de plantencel zijn eigen voedsel maken.

Hiervoor heeft de plant water, koostofdioxide en (zon)licht (energie) nodig. 
Bij de fotosynthese komt zuurstof vrij (dat ademen wij in) en voedsel voor de plant.
eigen voedsel maken
Mensen kunnen niet hun eigen voedsel maken.
Hiervoor gaan we naar de winkel of halen we ingrediënten van het land.
Ook dieren, bacteriën en schimmels kunnen het niet. Zonder planten zouden er geen voedsel en geen zuurstof zijn!

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Soorten
Organismen behoren tot hetzelfde soort:
  • als ze zich samen kunnen voortplanten
       en de nakomelingen vruchtbaar zijn

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Van wie is welke cel?
Dier
Schimmel
Bacterie
Plant

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

- ja, een celkern
- geen celwand
- geen bladgroenkorrels
A
bacterie
B
schimmel
C
plant
D
dier

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Bacteriën
schimmels
dieren
planten
geen celwand
bladgroen korrels
geen celkern
wel celwand, 
celkern, geen bladgroenkorrels

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

- geen celkern
- wel een celwand
- geen bladgroenkorrels
A
bacterie
B
schimmel
C
plant
D
dier

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Kenmerken:
Wel een celkern
Geen celwand
Geen bladgroenkorrels
A
plantaardige cel
B
schimmel
C
bacterie
D
dierlijke cel

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

- wel een celkern
- wel een celwand
- geen bladgroenkorrels
A
bacterie
B
schimmel
C
plant
D
dier

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions


Dit zijn celkenmerken
A
Celkern- Celwand Bladgroenkorrels
B
Plant - Dier - Schimmel
C
cel onder de microscoop en cel met het blote oog te zien
D
Bacterie - Schimmel - Plant - Dier

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

- ja, een celkern
- ja, een celwand
- ja, bladgroenkorrels
A
bacterie
B
schimmel
C
plant
D
dier

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Organismen worden ingedeeld
in de rijken:
A
Planten - Dieren
B
Bacteriën - Schimmels
C
Dieren - Planten - Bacteriën - Schimmels -Mensen
D
Bacteriën - Schimmels - Planten - Dieren

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions


Fotosynthese
Wat is ==> NIET waar
A
Dit vindt plaats bij sommige dieren en alle planten
B
Dit vindt plaats in groene planten
C
Dit vindt plaats in de bladgroenkorrels
D
Hierdoor maakt de plant zijn eigen voedsel

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Celkern
Vacuole
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Celmembraan
Celwand

Slide 22 - Drag question

This item has no instructions


Kan dit een wangslijmvliescel zijn?
A
ja
B
nee
C
dat kun je niet weten
D
nee, dit is een schimmel

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions


Een bacterie heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions


Een cel van een schimmel heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

alleen een celwand 
met celvloeistof
Schimmel
Bacterie
Plantaardige cel
Dierlijke cel

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions


Een plantencel heeft:
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions


WAT IS ======> NIET JUIST?
In de koelkast vind je alle groepen organismen

In de koelkast vind je niet alleen eetbare planten en dieren, maar ook smakelijke schimmels en bacteriën. Brie bijvoorbeeld is bedekt met een wit laagje schimmels. Champignons zijn paddenstoelen en behoren dus ook tot de schimmels. Er zijn ook smakelijke bacteriën. In yoghurt en kwarktoetjes zitten heel veel bacteriën. Deze toetjes zijn gemaakt van melk waaraan melkzuurbacteriën zijn toe- gevoegd. Deze melkzuurbacteriën maken de melk dik en friszuur. Melk is afkomstig van een koe, maar melk bevat geen cellen van een koe. Yoghurt en kwarktoetjes bevatten ook geen cellen van een koe.
A
prei en sla behoren tot de planten
B
Kwarktoetjes en organismen in de yoghurt behoren tot de bacteriën
C
Champignon en organismen op de brie behoren tot de schimmels
D
hamburger en prei behoren tot de dieren

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions


De cellen van dit organisme hebben
A
wel een celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels
B
wel een celkern -GEEN celwand - GEEN bladgroenkorrels
C
GEEN celkern - wel een celwand - GEEN bladgroenkorrels
D
GEEN celkern - wel een celwand - wel bladgroenkorrels

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Welk kenmerk heeft
alleen de sla

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Welk kenmerk heeft
alleen de makreel?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Welk kenmerk heeft
alleen de yoghurt?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Welk(e) kenmerk(en)
heeft alleen deze groep:

champignon en schimmel op de brie?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions



Dit is een
A
plantaardige cel
B
cel van een schimmel
C
bacterie
D
dierlijke cel

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions



Dit is een
A
plantaardige cel
B
cel van een schimmel
C
bacterie
D
dierlijke cel

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

bladgroenkorrel
celmembraan
celkern
vacuole
cytoplasma
celwand

Slide 36 - Drag question

This item has no instructions

De veroorzaker van deze ziekten heeft alleen een celwand.
Het is een......
A
plantaardige cel
B
cel van een schimmel
C
bacterie
D
dierlijke cel

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

zie afbeelding:

Kenmerk van de cellen die jij NIET lekker vindt:
A
wel bladgroenkorrels
B
wel een celwand
C
geen celkern
D
dierlijke beestjes

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Praktijk: 3 D model cellen
Vouw 1 doosje van een papier dat 16 x 16 cm groot is
Vouw 1 doosje van een papier dat 15 x 15 cm groot is
Maak 6 bladgroenkorrels
Maak een celkern
Maak ook de grote vacuole en cytoplasma

Je kunt nu met jouw materiaal de cellen van de rijken laten zien.

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Video

This item has no instructions