Les 3.1 Organismen ordenen

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Organismen ordenen 

Wat gaan we doen?

Uitleg basisstof 3.1

Verwerking basisstof 3.1

Quiz

Evaluatie

Ordenen

Je kan voorwerpen en organismen indelen in verschillende groepen of sorteren dit noem je ordenen.

Bij ordenen verdeel je een verzameling in groepen met hetzelfde kenmerk.

Neem je etui voor je en orden de inhoud ervan op je tafel.

Je hebt een grote boekenkast met heel veel boeken.
Hoe zou jij de boekenkast ordenen?

1. Boeken met dezelfde titels bij elkaar zetten
2. Boeken met dezelfde schrijver bij elkaar zetten
3. Boeken met dezelfde kleur bij elkaar zetten
4. Boeken met hetzelfde genre bij elkaar zetten

Hoe deel jij je kleding kast in?

1. Broeken bij broeken, Shirts bij shirts.
2. Alle kleuren mooi bij elkaar.
3. Ik gooi al mijn kleren random in de kast.
4. Fijnste kleding op de beste plek.

Leerdoelen

• Je kunt de kenmerken noemen van dieren, planten, schimmels en bacteriën.

• Je kunt uitleggen wanneer organismen tot dezelfde soort behoren.

Er zijn 4 grote groepen: de rijken

Celkenmerken

• celkern
• celwand
• bladgroenkorrels

Waarmee delen we organisme in?

1. Eukaryoten
2. Prokaryoten
3. Kenmerken
4. Dieren

geen celwand

geen bladgroenkorrels

geen celkern

Dieren

• celkern
  
• celwand
  
• bladgroenkorrels

Planten

• celkern
  
• celwand
  
• bladgroenkorrels 

Schimmels

• celkern
  
• celwand 
• bladgroenkorrels 

Bacteriën

• celkern
  
• celwand
  
• bladgroenkorrels 

Indeling

           Meercellig  Celkern  Celwand  bladgroenkorrel

Bacteriën    nee        nee       ja             nee

Schimmels   ja           ja        ja             nee

Planten        ja           ja        ja             ja

Dieren         ja           ja       nee            nee

Soorten

In de afbeelding links zie je 2 honden: een labrador en een poedel. Deze honden kunnen zich met elkaar voortplanten.

Ze krijgen dan jonge hondjes.

Als die groot zijn, kunnen ze zich ook weer voortplanten.

Soorten

In de afbeelding links zie je 2 dieren die zich niet samen kunnen voortplanten.

Aan het werk

Maak van basisstof 3.1

Opdracht 

1 t/m 6

Opdracht 4 hoeft niet

Ik heb een celwand, maar geen bladgroenkorrels.... Wie ben ik?

1. Plant
2. Bacterie
3. Dier
4. Schimmel

Welke cellen hebben een celwand?

1. Dierlijke cellen
2. Plantaardige cellen

Wat zijn kenmerken van een bacterie?

1. eencellig, een celkern en een celwand.
2. eencellig, geen celkern, wel een celwand
3. meercellig, een celkern en een celwand
4. meercellig, geen celkern, wel een celwand

Hebben schimmels een celkern en/of een celwand?

1. celkern
2. celwand
3. zowel een celkern als een celwand
4. geen van beide

Dit zijn celkenmerken

1. Celkern- Celwand Bladgroenkorrels
2. Plant - Dier - Schimmel
3. cel onder de microscoop en cel met het blote oog te zien
4. Bacterie - Schimmel - Plant - Dier

Hebben planten en schimmels een celkern?

1. Ja
2. Nee

welke onderdelen vindt je nog moeilijk

groepen maken

cellen van de 4 rijken

soorten dieren

ik snap alles