interview

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Je leert:

Hoe je interviewvragen formuleert.

Op welke twee manieren je een interview kunt schrijven.

 

 

Op welke manier stel je vragen?

Hoe leg je het interview schriftelijk vast?

Interview afnemen

Open vragen

Gesloten vragen

Doorvragen

Open vragen:

Vragen waarop een lang antwoord verwacht kan worden.

Begin met :

Hoe komt het dat?

Kunt u mij vertellen hoe?

Op gesloten vragen kunnen alleen korte antwoorden gegeven worden.

Bijvoorbeeld: 

Hoe oud bent u?

Waar woont u?

Vind je het leuk om hier te wonen?

Doorvragen is soms nodig als het antwoord op je vraag uit 1 of een paar woorden bestaat.

Soorten vragen

• Welke vraag zou jij hem willen stellen?
• Schrijf twee vragen op die je goed vindt van de interviewer.
  
• Schrijf een vraag op die jij op een andere manier zou stellen.

Kinderen stellen vragen aan Mark Rutte.

Welke vragen vind je goed van de interviewer.

Welke vraag zou je op een andere manier stellen?

Er zijn diverse soorten manieren om vragen te stellen. Wat wordt er bedoeld met de w-vragen?

Terug naar de les.

• Stel veel open vragen. Gebruik 5 w's aan begin.
  
• Heb je toch een gesloten vraag gesteld, vraag door.
  

Interviewverslag:

• Letterlijk: vraag en antwoord opnemen.
  
• Samenvattend: Vragen weglaten en het interview samenvatten in eigen woorden met af en toe uitspraken van geinterviewde

Technieken

• Interview je ouders of je opa of oma, tante of oom.
• Kom erachter hoe zij de quarantainetijd hebben ervaren.
• Stel vragen over de coronamaatregelen. Wat vonden ze daarvan?
• Je verzint tien vragen die je kunt stellen. 
• Je maakt aantekeningen tijdens  het interview.
• Je schrijft in de les het samenvattend interviewverslag.

Opdracht interviewverslag tijdens de les

Inleiding	Leuke beginzin Introduceer geinterviewde Vertel wat onderwerp interview is.
Middenstuk	Twee of drie alinea's. Geef daar je samenvatting van het interview.
Gebruik citaten	Zet bij het citaat van wie het komt.
Slot	Samenvatting van middenstuk in andere woorden. Zorg voor een conclusie.

Indeling

Planning

• Verzin voldoende interviewvragen (minimaal 10).
• Schrijf ze voor jezelf op.
• Vraag aan je opa, oma, vader, moeder, tante of  iemand in jouw buurt of ze geïnterviewd willen worden. Kies 1 persoon uit.
• Maak aantekeningen tijdens het interview.
• Telefoon mag niet gebruikt worden om het interview op te nemen.
• Schrijf het samenvattend interviewverslag tijdens de les op .....

 

• Stel je gaat een docent op deze school interviewen 

     over zijn/haar werkzaamheden. 

• Verzin 3 vragen waardoor je van hem/haar zoveel mogelijk te 

     weten komt.

• We bespreken er een paar samen.

Korte oefening