decimale getallen

1 / 17
next
Slide 1: Slide
WiskundeMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Vermenigvuldigen
Hoe vermenigvuldig ik ook alweer met decimale getallen?

Reken uit: 2,05 x 3,1

Slide 2 - Slide

2,05  
3,10 x

Slide 3 - Slide

Reken uit:
2,05 x 10 =
A
25,0
B
20,5
C
205
D
0,205

Slide 4 - Quiz

Reken uit:

3,405 x 100 =
A
34,05
B
3405,0
C
340,5
D
3,405

Slide 5 - Quiz

Reken uit:

28,01 x 1 =
A
28,01
B
2,801
C
280,1
D
1

Slide 6 - Quiz

Reken uit:

28,01 / 1 =
A
28,01
B
1
C
280,1
D
2,801

Slide 7 - Quiz

Delen met decimalen
Volg de volgende stappen:

Zorg dat beide getallen evenveel getallen achter de komma hebben
Vul eventueel aan met extra nullen
Haal de komma weg, en reken uit zoals je gewend bent

Slide 8 - Slide

Wait, what?

Slide 9 - Slide

Reken uit:
2,7 / 0,03 =


Stap 1: zorg voor evenveel getallen achter de komma

Slide 10 - Slide

2,70 / 0,03

Stap 2: Haal de komma weg en reken uit zoals je gewend bent

Slide 11 - Slide

3 / 270 \

Slide 12 - Slide

Reken uit:

15 / 0,3 =
A
50
B
500
C
5
D
16

Slide 13 - Quiz

Reken uit:

36,5 / 10 =
A
365
B
3,65
C
8
D
10

Slide 14 - Quiz

Reken uit:

145,367 / 1 =
A
1
B
14,5367
C
145,367
D
1453,67

Slide 15 - Quiz

Reken uit:

1587,23684 / 0 =
A
1587,23684
B
1
C
158,723684
D
kan niet

Slide 16 - Quiz

Ga nu zelf verder in je boek:
*Ga verder waar je gebleven was
*Delen is paragraaf 3.5 (blz. 94)
*Daarna gewoon verder werken totdat hoofdstuk uit is

Slide 17 - Slide