Licht

Licht

Yfke Atsma & Hannah Leidelmeijer (2H5)
NaSk
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Nask / BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Licht

Yfke Atsma & Hannah Leidelmeijer (2H5)
NaSk

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Inhoud
  1. Natuurlijk en kunstmatig licht + voorbeelden (6.1.1)
  2. Hoe zie je voorwerpen? (6.1.2)
  3. Kleuren zien (6.1.4.)
  4. Lichtstralen tekenen (6.2.1)
  5. Grootte schaduwgebied bepalen (6.2.3)
  6. Verschil direct indirect en diffuus licht (6.2.5)
  7. Wat is spiegelbeeld? (6.3.1)
  8. Spiegelwet (6.3.2)
  9. Spiegelbeeld tekenen van een voorwerp (6.3.4)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Natuurlijk en kunstmatig licht
Natuurlijke lichtbronnen
-Komt van nature voor (niet door mensen gemaakt).
-Bijvoorbeeld: zon.

Kunstmatige lichtbronnen
-Door mensen gemaakt.
-Bijvoorbeeld: led-lamp.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn nog meer natuurlijke en kunstmatige lichtbronnen? Sleep ze naar de goede plek.
Natuurlijke lichtbron
Kunstmatige lichtbron

Slide 4 - Drag question

Goede antwoorden:
Natuurlijke lichtbron: vuur en sterren.
Kunstmatige lichtbron: led-kaars en zaklamp.
Hoe zie je voorwerpen?
Voorwerpen geven meestal geen licht. Je kunt de voorwerpen zien door het zonlicht. Het zonlicht wordt in een rechte lijn diffuus teruggekaatst, dat is alle kanten op. En je ziet het voorwerp als een beetje van het teruggekaatste licht in je ogen komt. 


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is diffuus terugkaatsen?
A
Het licht kaatst in 1 richting terug
B
Het licht kaatst alle kanten op terug

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Kleuren zien
Zonlicht is wit en wit licht kan alle kleuren weerkaatsen. Dus als er zonlicht op een blauwe bal schijnt, zie je een blauwe bal. De rest van het licht wordt door het voorwerp geabsorbeerd en omgezet in warmte.
Maar stel dat je in het donker met een rode lamp op de bal schijnt, dan zie je geen blauw omdat er geen blauw in rood licht zit. De bal lijkt dan een beetje zwart.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Lichtstralen tekenen
Licht gaat altijd langs rechte lijnen. Het kan namelijk niet een bocht om. Als je lichtstralen tekent, moet je die dus ook in rechte lijnen tekenen. Met een pijltje maak je duidelijk waar het licht vandaan komt. 
Als de lichtstralen dichtbij de lichtbron zijn, zitten ze dicht op elkaar. Als ze verder van de lichtbron zijn, staan ze ook verder uit elkaar.                                                    ----->

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

We hebben 2 lichtbronnen getekend. Hebben we de lichtstralen goed getekend? Sleep de tekeningen naar het goede vakje.
Goed
Fout

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Wat is waar over schaduw?
A
Schaduw is alleen 's nachts
B
Schaduw is alleen buiten
C
Schaduw is wanneer licht wordt tegengehouden

Slide 10 - Quiz

Goede antwoord: C
Groote van schaduwgebied bepalen
-Licht valt vanuit de lichtbron in een rechte lijn naar beneden.
-Het licht kan niet door voorwerpen heen. De voorwerpen kaatsen de lichtstralen terug.
-Als het licht door voorwerpen wordt geblokkeerd ontstaat schaduw.
-Om het schaduwgebied te bepalen teken je vanuit het middelpunt van de lichtbron een rechte straal naar beneden, langs het buitenste punt van voorwerp. Dit doe je aan beide kanten van het voorwerp. Deze stralen heten randstralen.
-Het gebied tussen de randstralen en het voorwerp noem je het schaduwgebied.

--> Zie onze tekening op de volgende slide.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Schaduwgebied
Met potlood zijn de randstralen getekend (vanuit de lichtbron). We hebben het schaduwgebied grijs gekleurd. De bloemen staan in het licht en de kat zit dus in de schaduw.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Direct licht, indirect licht en diffuus licht
Direct licht
-Het licht schijnt meteen op het voorwerp.
-Bijvoorbeeld: leeslamp op een boek.

Indirect licht
-Het licht schijnt niet rechtstreeks maar wordt via iets weerkaatst. Bijvoorbeeld via de muur. Het licht gaat dan in verschillende richtingen = diffuus licht.
-Bijvoorbeeld: sfeerlicht tegen een muur in huis.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Als je met een zaklamp op een voorwerp schijnt heet dat:
A
Direct licht
B
Indirect licht

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Het licht van een lampion heet:
A
Direct licht
B
Indirect licht

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Als de zon op je gezicht schijnt heet dat:
A
direct licht
B
indirect licht

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat is spiegelbeeld?
Een spiegel bestaat uit glas met eronder een heel glad laagje aluminium of zilver. Het licht gaat door het glas en wordt teruggekaatst door het laagje. De terugkaatsing is gericht en niet diffuus. Dat heet spiegelend. Spiegelbeeld is dus wat je ziet als je in de spiegel kijkt. In spiegelbeeld is links en rechts omgedraaid. Boven en onder zijn wel het zelfde.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Spiegelwet
 De formule van de spiegelwet:
i = ∠ t

∠ i           --> de hoek van inval in graden.
t           --> de hoek van terugkaatsing in graden.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

∠ i = ∠ t      Spiegelwet       ∠ i = ∠ t

Stap 1: teken een normaal (=loodlijn) op de plek waar de lichtstraal de spiegel raakt. 
Stap 2: je hebt nu een hoek tussen de normaal en de lichtstraal die invalt. Dit is ∠ i
Stap 3: er kaatst ook een lichtstraal terug. Je hebt dus ook een hoek tussen de normaal en de lichtstraat die terugkaatst. Dit is ∠ t.
Beide hoeken zijn altijd even groot, want: ∠ i = ∠ t.



Slide 19 - Slide

This item has no instructions

HIER FILMPJE VAN tekenen met spiegelwet

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Spiegelbeeld tekenen

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Dit was onze presentatie over licht
Yfke Atsma
Hannah Leidelmeijer
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

This item has no instructions