3e b/k 32 di

Chlamydia is een:
A
Weinig voorkomende soa, veroorzaakt door een virus
B
Weinig voorkomende soa, veroorzaakt door een bacterie
C
Vaak voorkomende soa, veroorzaakt door een virus
D
Vaak voorkomende soa, veroorzaakt door een bacterie
1 / 18
next
Slide 1: Quiz
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Chlamydia is een:
A
Weinig voorkomende soa, veroorzaakt door een virus
B
Weinig voorkomende soa, veroorzaakt door een bacterie
C
Vaak voorkomende soa, veroorzaakt door een virus
D
Vaak voorkomende soa, veroorzaakt door een bacterie

Slide 1 - Quiz

Wat is een SOA?
A
Seksueel overdraagbare acties
B
een vorm van griep
C
seksueel overdraagbare aandoening
D
een vorm van verkoudheid

Slide 2 - Quiz

Sleep de kinderziektes naar de bijbehorende inenting
DKTP
BMR
Difterie
Kinkhoest
Rode hond
Tetanus
Polio
Bof
Mazelen

Slide 3 - Drag question

Waar staat 'BMR' voor in de BMR vaccinatie?
A
Buikgriep, mazelen en roodvonk
B
Bof, meningokokken en rode hond
C
Bof, mazelen en rode hond

Slide 4 - Quiz

Welk apparaat moet je gebruiken bij een anafylactische schok
A
Balpen
B
Eko pen
C
niks
D
Epi pen

Slide 5 - Quiz

Waar horen de producten?
In de schijf van vijf
Niet in de schijf van vijf

Slide 6 - Drag question

Iemand met een lactose intolerantie mag geen:
A
Suikerrijke producten
B
Zuivelproducten
C
Zetmeelproducten
D
Tarweproducten

Slide 7 - Quiz

Een intolerantie is...
A
Een reactie op geneesmiddelen
B
Een bijwerking op geneesmiddelen
C
Een allergische reactie van het immuunsysteem
D
Een reden om een geneesmiddel voor te schrijven.

Slide 8 - Quiz

Wat is een allergie?
A
Een reactie van het immuunsysteem op een ongevaarlijke stof
B
Een vorm van immunisatie
C
Een erfelijke afwijking in het immuunsysteem
D
Een ander woord voor anafylactische shock

Slide 9 - Quiz

wat is geen kenmerk van de voeding van een moslim
A
Geen alcoholische dranken
B
Jaarlijks vasten (ramadan)
C
Vlees moet ritueel geslacht zijn
D
varkensvlees eten

Slide 10 - Quiz

Wat betekent: vegetarisch?
A
vleeseter
B
waar geen vlees of vis in zit
C
waar gelatine in zit
D
schaaldieren

Slide 11 - Quiz

Wat is kraamzorg?
A
Zorg die tijdens en na de bevalling word gegeven door een kraamverzorgster.
B
Iemand die bij je thuis komt schoon maken. En dan vooral het (k)raam.
C
Zorg voor kinderen die naar de opvang komen.
D
Zorg voor jonge vaders.

Slide 12 - Quiz

Je gaat een baby in bad doen. Wat is de juiste volgorde?

1. leg de kleren in volgorde van aantrekken klaar
2. was de baby
3. Droog de baby met een hydrofiele luier af en droog de huidplooien extra goed
4. Neem de baby uit bad en leg de baby op het aankleedkussen
5. kleed de baby uit en doe de luier af
A
3,2,1,4,5
B
2,1,3,4,5
C
1,5,2,4,3
D
5,1,2,3,4

Slide 13 - Quiz

Hoe heten de ruimtes tussen
de schedelbeenderen bij
babys?
A
Naden
B
Fontanellen
C
Gaten
D
Lege ruimtes

Slide 14 - Quiz

Waarom hebben baby's fontanellen in hun schedelbasis?
A
Dit zorgt ervoor dat ze makkelijker door het baringskanaal kunnen
B
Omdat de hersens nog niet volgroeid zijn
C
Dit heeft geen functie
D
Alle antwoorden zijn fout

Slide 15 - Quiz

wat is converseren?
A
een gesprekje voeren
B
een toets maken
C
een mail versturen
D
een compliment geven

Slide 16 - Quiz

Een baby wordt geboren met verschillende reflexen
A
een zuigreflex
B
een grijpreflex
C
een zuig en een grijpreflex
D
een zuig, pak,- en grijpreflex

Slide 17 - Quiz

Wat is een APGAR score?
A
Test om gezondheid baby vast te stellen
B
Test om gezondheid moeder vast te stellen
C
Score om alle reflexen te tellen
D
Score voor de kraamverzorgende

Slide 18 - Quiz