Hoofdstuk 10 - oefentoets

Wat ken je inmiddels van hoofdstuk 10?
Over de balans, de resultatenrekening en liquiditeitsoverzicht
1 / 13
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat ken je inmiddels van hoofdstuk 10?
Over de balans, de resultatenrekening en liquiditeitsoverzicht

Slide 1 - Slide

Wat is de goede beschrijving van 'de balans'?
A
Een overzicht van inkomsten en uitgaven
B
Een lijst van baten en kosten
C
Overzicht van bezittingen en schulden
D
Een resultatenrekening

Slide 2 - Quiz

De linkerkant van de balans komt overeen met de ...
A
Investeringsbegroting
B
Resultatenbegroting
C
Financieringsbegroting
D
Liquiditeitsbegroting

Slide 3 - Quiz

Een balans is altijd een momentopname
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Debiteuren behoren op de balans tot de ...
A
Eigen vermogen
B
Vreemd vermogen < 1 jaar
C
Bezittingen
D
Vreemd vermogen > 1jaar

Slide 5 - Quiz

Wat is de goede beschrijving van het liquiditeitsoverzicht?
A
Een overzicht van inkomsten en uitgaven
B
Een lijst van baten en kosten
C
Overzicht van bezittingen en schulden
D
Een resultatenrekening

Slide 6 - Quiz

Een klant, een afnemer, noemen we ook wel een...?
A
Debiteur
B
Crediteur

Slide 7 - Quiz

Geef aan of het gaat om de balans of de W & V rekening 







Balans
Winst- en verliesrekening
Kasgeld
Reclame
Lening
Inventaris
Inkoopwaarde

Slide 8 - Drag question

Wat is de formule om de bruto winst te berekenen?
A
Omzet + Inkoopwaarde van de omzet
B
Omzet - Inkoopwaarde van de omzet
C
Netto winst - bedrijfskosten
D
Omzet x Inkoopwaarde van de omzet

Slide 9 - Quiz

Geef aan of het gaat om het liquiditeitsoverzicht of de W & V rekening 







Liquiditeitsoverzicht
Winst- en verliesrekening
Aflossen lening
Huur
Betaling aan leverancier
ontvangst van debiteur
Omzet

Slide 10 - Drag question

De winst wordt aan de ... kant van de resultatenrekening geboekt
A
debet
B
credit

Slide 11 - Quiz

Gegeven het volgende: Omzet €60.500, loonkosten € 10.000, algemene kosten € 1200, inkoopwaarde van de omzet €23.250, huisvestingskosten €5.300.
Bereken de bruto winst.

Slide 12 - Open question

Welke posten staan op de resultatenrekening?
A
loonkosten en omzet
B
reclame kosten en debiteuren
C
lening en loonkosten
D
kas en inventaris

Slide 13 - Quiz