H5.4 Wat houd je over?

Hoofdstuk 5: Wat levert het op?
Dit heb ik klaar liggen:
  • pen, 
  • papier
  • rekenmachine 
  • boek
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1,2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Hoofdstuk 5: Wat levert het op?
Dit heb ik klaar liggen:
  • pen, 
  • papier
  • rekenmachine 
  • boek

Slide 1 - Slide

Afspraken
  • We zijn stil en luisteren met aandacht naar de docent​
  • We houden ons aan de afgesproken regels binnen het klaslokaal​
  • Docent geeft uitleg over wat we vandaag gaan doen​
  • Bij vragen steek je netjes je vinger op​
  • We laten ons plek netjes achter en verlaten de klas op een rustig manier.​



Slide 2 - Slide

Doel 5.4:
  • Je kunt uitleggen wat de inkoopwaarde is.
  • Je weet wat brutowinst is en hoe je deze berekent.
  • Je kunt voorbeelden geven van bedrijfskosten.
  • Je weet wat nettowinst is en hoe je deze berekent.


Slide 3 - Slide

Herhaling
Wat betekent het begrip omzet?

Wat betekent het begrip Afzet?

Wat betekent het begrip Inkoopwaarde?



Slide 4 - Slide

Brutowinst

Het verschil tussen de omzet en de inkoopwaarde van de omzet.

Omzet - inkoopwaarde = brutowinst

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Formule: 
Omzet
 inkoopwaarde
brutowinst
bedrijfskosten
nettowinst
-

-

Slide 7 - Slide

Brutowinst = omzet - inkoopwaarde
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Omzet = €110
Inkoopwaarde = €30,-
Brutowinst=....
A
€140,-
B
€80 verlies
C
€80,- winst
D
30x110 = €3.300,-

Slide 9 - Quiz

Omzet = €1.000,-
Brutowinst = €500,-
Inkoopwaarde = ...
A
€1.500,-
B
€500,-
C
-€500,-
D
-€1.500,-

Slide 10 - Quiz

Afzet= 50 stuks Prijs per stuk = €10,-
Inkoopwaarde = €200,-
Brutowinst =....

A
€300,-
B
€2.050,-
C
€290,-
D
€500,-

Slide 11 - Quiz

In de voetbalkantine worden op een goede zaterdag 700 tosti's gekocht voor €1,50 per stuk. Inkoopkosten zijn €0,50 per stuk. Aan verzekeringen is de vereniging €150 kwijt en aan overige kosten €300. Wat is de nettowinst of nettoverlies van de voetbalkantine?
A
€250 nettowinst
B
€400 nettowinst
C
€600 nettowinst
D
€700 nettowinst

Slide 12 - Quiz

Bedrijfskosten

Alles wat een bedrijf betaalt voor de productie van goederen en diensten.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Formule:
Omzet
 inkoopwaarde
brutowinst
bedrijfskosten
nettowinst
-

-

Slide 15 - Slide

Wat is de nettowinst:
A
de brutowinst - de bedrijfskosten
B
de bedrijfskosten - de brutowinst
C
de brutowinst + de bedrijfskosten
D
de bedrijfskosten + de brutowinst

Slide 16 - Quiz

Je spreekt van verlies als de nettowinst ......... is dan €0.
A
groter
B
kleiner

Slide 17 - Quiz

Brutowinst is €500,- Mijn bedrijfskosten zijn €300,-
Nettowinst = ...
A
€ 800,-
B
- € 200,-
C
€ 200,-
D
-€ 800

Slide 18 - Quiz

Brutowinst is € 8.000,-
Bedrijfskosten zijn €1.000,-
Nettowinst = ...
A
€ 9.000,-
B
€ 7.000,-
C
-€ 7.000,-
D
-€ 9.000,-

Slide 19 - Quiz

Joris kan door efficiënter te werken de bedrijfskosten in zijn bedrijf verlagen met € 4.500 per jaar. De brutowinst stijgt uiteindelijk met € 4.200.
Wat is het effect op de nettowinst?
A
De nettowinst stijgt met € 8.700
B
De nettowinst daalt met € 8.700
C
De nettowinst stijgt met € 4.500
D
De nettowinst blijft gelijk

Slide 20 - Quiz

Opdracht 54, 57, 58, 60 en 65

Slide 21 - Slide