De weg naar oorlog § 5

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

De weg naar oorlog

§ 5

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

              De tijd van wereldoorlogen, 1900 - 1945

Het nationaalsocialisme

herhaling § 4

quizvragen

Hoe heet de gewelddadige aanval op Joden in 1938?

1. Kristallnacht
2. Razzia
3. Pogrom
4. Holocaust

Hoe heet de organisatie waar alle kunstenaars lid van moesten worden?

1. Bund Deutscher Kunsten
2. Arbeitsfront
3. Reichsculturkammer

Hoe werden diegenen genoemd die volgens de rassenleer minderwaardig waren?

1. Juden
2. Verbrecher
3. Untermenschen

Hoe heet de minister van propaganda van de nazi's?

1. Adolf Eichmann
2. Hermann Goering
3. Oscar Schindler
4. Josef Goebbels

Met welk Duits woord wordt de kunst aangeduid die volgens de nazi's niet toegestaan is?

uitleg § 5

Der Anschluß

maart 1938

• Hitler wil alle Duitsers in één Groot Duits Rijk (Heim ins Reich). 
• Hij maakt handig misbruik van de politieke chaos in Oostenrijk en speelt in op de gevoelens van het Oostenrijkse volk. 
• Hij annexeert Oostenrijk en maak het een deel van het Duitse Rijk (Ostmark).
  

Het stembiljet waarmee de Oostenrijkers mogen aangeven of ze bij Duitsland willen horen...

Net als Oostenrijk, valt Sudetenland onder de Heim ins Reich-politiek, waarbij alle gebieden met Duitsers weer bij Duitsland moeten horen. Sudetenland was na de Eerste Wereldoorlog deel van de nieuwe staat Tsjecho-Slowakije geworden.

Conferentie van München

september 1938

• Frankrijk en Engeland zijn geschrokken van de Anschluß, maar willen geen oorlog (Appeasement) 
• Hitler belooft dat er geen oorlog komt als hij Sudetenland, Tsjecho-Slowakije, krijgt. 
• Duitsland, Engeland, Frankrijk en Italië komen tot een akkoord.
  

Hoe heette het deel van Tjecho-Slowakije dat Hitler wilde innemen?

1. München
2. Chamberlain
3. Sudetenland

Met welk Engels woord wordt de politiek van EN en FA aangeduid om Hitler tevreden te stellen?

Video

Het uitstel van WOII

Daarna vragen.

Hitler bezet Tsjecho-Slowakije

maart 1939

Hoewel Hitler in München had gezegd genoegen te nemen met Sudetenland, bezet hij geheel Tsjecho-Slowakije een half jaar later. 

Engeland en Frankrijk veroordelen de bezetting, maar doen niets.

Molotov-Ribbentrop Pact

augustus 1939

• Hitler wil nu aan zijn plan voor Lebensraum gaan werken
• Hitler en Stalin zijn elkaars politieke vijanden, maar Hitler wil er zeker van zijn dat de Sovjet-Unie geen oorlog tegen hem gaat beginnen, als Duitsland Polen aanvalt.
• Ze sluiten een niet-aanvalsverdrag.
  

Duitsland valt Polen aan

1 september 1939

"Vanaf 5:45 uur wordt teruggeschoten!"

• Hitler geeft aan dat hij wel móet reageren op een Poolse aanval op een Duits radiostation. 
• De Duitsers hebben deze aanval in scène gezet.
  

Begin Tweede Wereldoorlog

3 september 1939

• Na de Duitse aanval op Polen, kunnen Engeland en Frankrijk maar één ding doen: 
• Duitsland de oorlog verklaren...

01:36

Wat deed de VS tijdens de agressieve buitenlandse politiek van Hitler?

1. Ze steunden de Engelsen
2. Ze probeerden te bemiddelen
3. Ze hielden zich zoveel mogelijk afzijdig

02:42

Hoe reageerde Tsjecho-Slowakije op de Duitse aanspraak op het Sudetenland?

03:10

De Sudeten-Duitsers wilden eigenlijk liever ook bij Oostenrijk of Duitsland horen.

1. juist
2. onjuist

04:36

Tsjecho-Slowakije had een militair verbond gesloten met Frankrijk. Maar Frankrijk hielp ze niet omdat...

1. ze Duitsland geen bedreiging vonden.
2. ze niet wilden vechten zonder hulp van de Britten.
3. ze erop rekenden dat de Tsjechen het alleen konden.

05:58

Appeasement werd in de jaren dertig door veel mensen als positief gezien als iets goeds omdat men had geleerd van WOI. Je kon de tegenstander beter met goede wil benaderen.

1. juist
2. onjuist

06:49

De Tsjechen mochten niet meepraten op de Conferentie van München.

1. juist
2. onjuist

07:44

De meeste Britten waren erg tevreden over de politiek van Chamberlain.

1. juist
2. onjuist

09:19

Had Churchill de uitkomst van de appeasementpolitiek goed voorspeld?

1. ja
2. nee

10:50

Beantwoord de vraag die de presentator stelt aan het einde.