Renaissance of Barok? Werken in duo's

Renaissance of barok?
Aan het einde van deze les:

Ken je de belangrijkste kenmerken van de Barok
Kan je aanwijzen of een schilderij uit Renaissance of Barok periode dateert





1 / 29
next
Slide 1: Slide
kunst algemeenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Renaissance of barok?
Aan het einde van deze les:

Ken je de belangrijkste kenmerken van de Barok
Kan je aanwijzen of een schilderij uit Renaissance of Barok periode dateert





Slide 1 - Slide

Wanneer is de periode van de Renaissance?
A
1500-1600
B
1400-1530
C
17e eeuw
D
1300-1450

Slide 2 - Quiz

Renaissance betekent:
A
Vervormen
B
Verbeteren
C
Wedergeboorte
D
Terug naar de dood

Slide 3 - Quiz

4 Belangrijke kenmerken van de Renaissance:
• Wedergeboorte interesse klassieke oudheid
   (Griekse en Romeinse  kunst) 
• Idealiseren klassieke oudheid 
• Verheerlijking van het individu 
• Realisme in de kunst

Slide 4 - Slide

Hoe veranderde de rol van de kunstenaar in de renaissance?
A
kunstenaar krijgt opdracht van burger
B
kunstenaar krijgt meer aanzien
C
kunstenaar is niet langer anoniem
D
kunstenaars bleven werken voor de kerken

Slide 5 - Quiz

Barok 1600-1720

Slide 6 - Slide

Barok 1600-1720
Barok = Barocco= Grillige parel

Klassieke elementen worden op eigen wijze toegepast.

Geïnspireerd door Michelangelo en de grote licht-donkercontrasten.
Paleis van Versailles, 1680

Slide 7 - Slide

Barok 1600-1720
Barok is vooral groot in Frankrijk en Spanje --> Katholieke geloof weer groot maken.
Het gevolg van de reformatie --> contrareformatie

Ook het aanzien van koningen werd opgevijzeld.

Slide 8 - Slide

Barok 
Schilderkunst

Kenmerken Barok Schilderkunst:

  • Realistische weergave
  • Dramatische effecten
  • Clair-Obscur
  • Emotie
  • Dynamiek
The calling of Saint Matthew: Carvaggio

Slide 9 - Slide

Wie moesten er overdonderd worden tijdens de barok?
A
de Fransen
B
kerkverlaters en ongelovigen
C
de paus
D
Lodewijk XIV

Slide 10 - Quiz

Een typisch kenmerk van de vormgeving in Barok is
A
Perspectief
B
Claire Obscur
C
Ingetogen kleuren
D
Licht

Slide 11 - Quiz

Op welke afbeelding is er sprake van clair-obscur?
A
B
C
D

Slide 12 - Quiz

Zelfstandig werken  in duo's
Renaissancekunst (ca. 1500-1600) of Barokke kunst (500-1500):

  • Is dit een Renaissance of Barok kunstwerk? Waarom?
  • Benoem de stijlkenmerken van jouw afbeelding. Zoek zoveel mogelijk argumenten voor renaissance/barok. Je presenteert dit voor de klas.

  • Tijd over? Maak je analyse a.d.h.v. vormgevingskenmerken compleet







Slide 13 - Slide

Michelangelo, de schepping van Adam (1508-1512), Sixtijnse Kapel, Vaticaanstad

Slide 14 - Slide

Rafael,
De school van Athene, Stanza della Segnatura, Apostolisch Paleis Vaticaanstad (1509-1510)

Slide 15 - Slide

Michelangelo Merisi da Caravaggio, 
De Roeping van Mattheus 
(ca. 1600)

Slide 16 - Slide

Artemisia Gentileschi, 
Judith onthoofdt Holofernes 
(1620-1621)

Slide 17 - Slide

Barok 1600-1720
In de Nederlanden > Gouden Eeuw
1568-1648- Oorlog met Spanje
Veel geld en macht > gevolg ook veel kunst.

Niet de Barok zoals we die zien in Zuidelijk Europa
Bartholomeus Jansz van Assendelft, Werner van den Valckert, 1617

Slide 18 - Slide

Barok 
Schilderkunst
Mythologische en religieuze taferelen.

Extreem realistisch en eigentijds > uit de historische context gehaald

Verbeelding is dramatisch en op het hoogtepunt van een gebeurtenis > benadrukt door diagonalen en clair-obscur contrast

Bijbelse voorstelling centraal > aanzien Katholieke kerk verbeteren.

Slide 19 - Slide

Barok 
Schilderkunst
In de Nederlanden > Protestantisme > minder Barokke schilderkunst

Schilderijen in opdracht > nieuwe genres

Vaak wordt het dagelijks leven verbeeld > landschappen, stillevens, historiestuk, genrestuk.
Jan Steen: Sint Nicolaasfeest, 1663

Slide 20 - Slide

Barok 
Schilderkunst
Begrippen:
  • Historiestuk
  • Genrestuk
  • Clair-Obscur
  • Ets
  • Trompe l'oeil (bedrieglijk echt)

Slide 21 - Slide

Barok 
Beeldhouwkunst
Bijbelse en Mythologische thema's

Veel ornamenten en onderwerpen uit de natuur. Licht speelt een belangrijke rol!

Door komst van welvaart was er meer vraag naar luxe gebruiksvoorwerpen

Veel emotie, beweeglijkheid en plasticiteit.
Diagonale lijnen die dynamiek versterken

Slide 22 - Slide

Barok 
Architectuur
Kenmerken Barok Bouwkunst:
  • Sterke dieptewerking
  • rijk materiaalgebruik
  • Symmetrie
  • Ingewikkelde patronen
  • veelvuldig gebruik van versieringen

Slide 23 - Slide

Barok 
Architectuur
Bekende namen: Bernini en Borromini

Veel oog voor detail en complexe vormen.
Versierde gevels, assymetrie, reliefwerking en grote contrasten door lichtval.

Macht van de Rooms-Katholieke kerk tot uiting brengen.
San Carlo alle Quattro Fontane: Francesco Borromini, 1665

Slide 24 - Slide

Barok 
Architectuur
In de Nederlanden ligt de macht bij de burgers. Hierdoor veel grote huizen en kantoren > Stadhuis op de Dam.
Op het fronton zie je een beeld van de Vrede > dragen van een olijftak en staf Mercurius.
Decoratie is bedoelt om het aanzien weer te geven.

Begrippen:
- Lichtval
- Gevel

Slide 25 - Slide

Bouwkunst:


- rijk en weelderig materiaalgebrui
- tweezijdige symmetrie
- ingewikkelde patronen
- veelvuldig gebruik van versieringen 
- goddelijke onderwerpen
Schilderkunst:

- extreem realisme
- dramatische effecten
- sterke licht/donker contrasten (clair-obscur)
- veel emotie (op gezichten)
- veel vaart en beweging en druk  kronkelende figuren
- diagonalen
- lichtbron niet zichtbaar

Slide 26 - Slide

Het belangrijkste doel van de Barok is:
A
Imponeren
B
Verheerlijken
C
Informeren
D
Decoreren

Slide 27 - Quiz

Barok is verbonden aan de contrareformatie.
Wat is de contrareformatie?
A
Revolutie in de kunst
B
Reactie van de kerk tegen hervormingen
C
Katholieke kerk tegen protestante kerk
D
Protestantse kunst

Slide 28 - Quiz

Renaissance of barok?
Beoordeel jezelf.

Kan jij:

De belangrijkste kenmerken van de Barok aanwijzen?
Aanwijzen of een schilderij uit de Renaissance of Barok periode dateert?





Slide 29 - Slide