This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Overmaat & Ondermaat
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je wat een overmaat en ondermaat is.
Aan het einde van de les kan je de hoeveelheid eindproducten berekenen als er een limiterende component is.
Slide 2 - Slide
Overmaat en ondermaat
Overmaat = beginstof dat overblijft
Ondermaat (beperkende factor) = beginstof dat als eerst weg reageert.
Slide 3 - Slide
Wij gaan cooken🧑🍳!
Slide 4 - Slide
Oefenen met over- en ondermaat
Reactievergelijking voor het maken van een taart:
2 suiker + 3 bloem + ei --> taart
2 : 3 : 1 --> 1
Ik heb 4 suiker en 2 ei. hoeveel bloem heb ik nodig om 2 taart te maken?
Slide 5 - Slide
Ik heb 4 suiker en 2 ei. hoeveel bloem heb ik nodig om 2 taart te maken?
A
1,5 bloem
B
6 bloem
C
3 bloem
D
4 bloem
Slide 6 - Quiz
Als ik 9 bloem, 5 eieren en 4 suiker heb wat is mijn limiterende component?
A
bloem
B
ei
C
suiker
D
reactanten zijn stoichiometrisch
Slide 7 - Quiz
Stappenplan onder- en overmaat
Reactievergelijking opstellen
Reactievergelijking kloppend maken
Schrijf de molecuulmassa's onder de stoffen
Maak een verhoudingstabel
Bereken je antwoord
Vergelijk je antwoord met de beginmassa
Slide 8 - Slide
Rekenen met over- en ondermaat
Ik heb 50 gram waterstof en 50 gram stikstof. Stikstof en waterstof reageren samen tot ammoniak (NH3). Hoeveel gram aan ammoniak kan er maximaal gevormd worden?
Slide 9 - Slide
Extra oefenopdracht
IJzersulfide (FeS) reageert met zuurstof tot zwaveldioxide en vormt ijzeroxide (Fe2O3). Er is 300 gram zuurstof aanwezig en 50 gram IJzersulfide. Wat is de limiterende component en hoeveel ijzeroxide word er gevormd?