• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

5.3 Overmaat ondermaat

Par. 5.3
Overmaat en ondermaat
1 / 10
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Par. 5.3
Overmaat en ondermaat

Slide 1 - Slide

Massaverhoudingen
Koekjes bakken: volgens recept
                                            Voor 300 g bloem is 150 g boter nodig
                                            Massaverhouding bloem : boter = 300 : 150
                                                                                                                =    2    :    1
                                                                                                   (vereenvoudigd)
                                                                                      massaverhoudingen                                                                                        bij chemische reacties!

Slide 2 - Slide

Overmaat en ondermaat
400 gram bloem
i.p.v. 300 gram 

Slide 3 - Slide

Is zuurstof bij onvolledige verbranding in overmaat of ondermaat?
A
Overmaat
B
Ondermaat

Slide 4 - Quiz

Als in een reactiemengsel een stof in overmaat is dan
A
is er van die stof het meeste aanwezig
B
is er van die stof het minste aanwezig
C
is het reactievat te groot
D
is er van die stof meer aanwezig dan nodig

Slide 5 - Quiz

Uitrekenen: welke stof is in overmaat/ondermaat?
4 CuO (s) + CH4 (g) --> 4 Cu (s) + CO2 (g) + 2 H2O (g)
30 gram CuO toevoegen aan 6,0 gram CH4 
Hoeveel gram CH4 reageert werkelijk met 30 gram CuO?


4 CuO
CH4
Massaverhouding (u)
318
16,0
Massa (g)
30
X

Slide 6 - Slide

30 x 16 / 318 = 1,5 gram CH4
CH4 is dus in overmaat (want: 6,0 > 1,5)
Andersom kan ook! Hoeveel gram CuO reageert met 6 gram CH4?





6,0 x 318 / 16,0 = 119,3 gram CuO (30 < 119,3 dus...?)

4 CuO
CH4
Massaverhouding (u)
318
16,0
Massa (g)
X
6,0

Slide 7 - Slide

Om te bereken hoeveel Cu wordt gevormd, reken je vanuit...
A
30 gram CuO (ondermaat)
B
6,0 gram CH4 (overmaat)
C
Dat maakt niet uit

Slide 8 - Quiz

Je rekent met de beginstof die in ondermaat aanwezig is!
Dus, je rekent met 30 gram CuO, niet met 6,0 gram CH4




30 x 254,4 / 318 = 24 gram Cu


4 CuO
4 Cu
Massaverhouding (u)
318
254,4
Massa (g)
30
X

Slide 9 - Slide

Wat ga je nu doen?
Maken: opg. 30 en 31
Eerder klaar? Maken: 32 of 33
HW: di 7/3 opg. 26,27, 30 t/m 34

Slide 10 - Slide

More lessons like this

H4.4 Overmaat ondermaat

May 2023 - Lesson with 17 slides
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

H4.4 Overmaat ondermaat

February 2021 - Lesson with 17 slides
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

3V H5.3 Overmaat ondermaat

March 2022 - Lesson with 16 slides
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

3V H5.3 Overmaat ondermaat

February 2021 - Lesson with 11 slides
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Ondermaat en overmaat

March 2023 - Lesson with 22 slides
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

§ 5.3 Overmaat (en ondermaat)

August 2022 - Lesson with 27 slides
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

H4.4 Over- en ondermaat

January 2023 - Lesson with 19 slides
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

V3 5.3 Overmaat/ondermaat

March 2022 - Lesson with 21 slides
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings