3.1 Koning en rijke burgers

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

3.1 Koning en rijke burgers

Kader 2

Republiek der Nederlanden

1588 - 1813

Koninkrijk der Nederlanden

1813 - nu

Onze koning: Willem-Alexander

Onze toekomstige koningin: Amalia

Koninkrijk 

der 

Nederlanden

(1813)

Na de Franse tijd werd ons land een koninkrijk. Koning Willem I was de baas!

België hoorde daar bij, maar werd later een zelfstandig land.

Koning Willem I was de baas in Nederland en had alle macht.

Hij luisterde niet naar de volksvertegenwoordigers.

Nederlandse parlement

Parlement = volksvertegenwoordiging 

Bestaat uit:

- Eerste Kamer (controle van wetten)

- Tweede Kamer (maken van wetten)

Regering

Regering = ministers en minister-president

Taken:

- Maken wetten

- Voeren de wetten uit

Koning Willem II moest zijn macht inleveren toen er een nieuwe grondwet kwam in 1848.

Grondwet (1848)

• De koning krijgt minder macht. 
• De volksvertegenwoordiging (Tweede Kamer) krijgt meer macht en besturen het land.

• Er komen verkiezingen voor de Tweede Kamer.
• Alleen mannen die veel belasting betalen, mogen stemmen. Alle andere mannen en alle vrouwen hebben geen kiesrecht.

Aan de slag

Paragraaf 3.1 Koning en rijke burgers

Leerboek: bladzijde 44

Werkboek: bladzijde 62

• Opdrachten 7, 8b, 8c, 9a en 10b

Snel klaar? Lees alvast paragraaf 3.2 op blz. 46