Bouwsteen 5: Hoofd- en bijzaken

Hoofd- en bijzaken
Lesdoel
* Je oefent het onderscheid te maken tussen Hoofd- en bijzaken
* Je oefent om het verschil tussen hoofd- en bijzaken te benoemen 

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofd- en bijzaken
Lesdoel
* Je oefent het onderscheid te maken tussen Hoofd- en bijzaken
* Je oefent om het verschil tussen hoofd- en bijzaken te benoemen 

Slide 1 - Slide

Wat zijn de hoofdzaken in een tekst?
Waar staan ze in de tekst?

Slide 2 - Open question

Hoofdzaken
* Alle belangrijke zaken die over een onderwerp worden gegeven.
* Hoofdzaken lees je vaak in de inleiding, in het slot en in de kernzin van elke alinea.
* Tussenkopjes en anders gedrukte woorden kunnen ook helpen om hoofdzaken te vinden.
* Hoofdzaken kunnen niet weggelaten worden.

Slide 3 - Slide

Wat zijn bijzaken?

Slide 4 - Open question

Bijzaken
 * De minder belangrijke informatie over het onderwerp.



* Bijzaken kun je weglaten in een tekst.
* Extra uitleg, voorbeelden en details.
* Bijzaken maken de tekst leuker en beter te begrijpen.


Slide 5 - Slide

Wat maakt een tekst leuker om te lezen?
A
Hoofdzaken
B
Bijzaken

Slide 6 - Quiz

Wat is de hoofdzaak?
De burgemeester bezocht afgelopen zaterdag mevrouw de Jong voor haar honderdste verjaardag.
Mevrouw de Jong woont in een verzorgingshuis.
___________________
A
De burgemeester bezocht afgelopen zaterdag mevrouw de Jong voor haar honderdste verjaardag.
B
Mevrouw de Jong woont in een verzorgingshuis.

Slide 7 - Quiz

Wat is de hoofdzaak?
Alle leerlingen van klas twee hebben voor de herfstvakantie de boswachter geholpen.
De leerlingen moesten op de fiets naar het bos.
In het bos werden ze in groepen ingedeeld.
________________
A
Alle leerlingen van klas twee hebben voor de herfstvakantie de boswachter geholpen.
B
De leerlingen moesten op de fiets naar het bos.
C
In het bos werden ze in groepen ingedeeld.

Slide 8 - Quiz

Teksten met meer alinea's


* Elke alinea heeft een eigen 

   hoofdzaak, want de schrijver 

   wil in elke alinea iets vertellen


* De rest van de zinnen zijn 

   bijzaken.

Slide 9 - Slide

Wat vertel je als je kort wilt vertellen waar een tekst over gaat?
A
Hoofdzaken
B
Bijzaken

Slide 10 - Quiz

Voorbeelden zijn
A
hoofdzaken
B
bijzaken

Slide 11 - Quiz

De eerste en de laatste zin van elke alinea lezen.
Het onderwerp van een alinea.
De belangrijkste informatie uit de tekst.
De belangrijkste zin van de alinea.
Dit is minder belangrijk in een tekst.
de hoofdzaken
de bijzaken
de kernzin
globaal lezen
het deelonderwerp

Slide 12 - Drag question

Wat kan je weglaten uit een tekst om de tekst toch nog te begrijpen?
A
Hoofdzaken
B
Bijzaken

Slide 13 - Quiz

Hoofdzaken
- Het onderwerp en alle belangrijke dingen die daarover worden gezegd, zijn de hoofdzaken. 
- Als je de hoofdzaken in één zin samenvat, heb je de hoofdgedachte van de tekst.
- Voorbeelden, grapjes en anekdotes zijn bijzaken. Die maken de tekst leuk of interessant om te lezen, maar geven geen belangrijke informatie over het onderwerp.
- Hoofdzaken kunnen niet weggelaten worden.

Slide 14 - Slide

Hoe vind je hoofdzaken?
Hoofdzaken vind je meestal aan het begin of aan het eind van een tekst. 
 Ze geven antwoord op één of meer van de WWWWH-vragen die de tekst over het onderwerp beantwoordt.

Slide 15 - Slide

Bijzaken
 * Extra uitleg, voorbeelden en details.
* Bijzaken maken de tekst leuker en beter te begrijpen.



* Bijzaken kun je weglaten in een tekst.
 


Slide 16 - Slide

Aan sommige signaalwoorden kan je zien dat er een bijzaak aankomt. Welke zijn dat?
A
Zoals
B
Al met al
C
Ten eerste
D
Bijvoorbeeld

Slide 17 - Quiz

Aan sommige signaalwoorden kan je zien dat er een hoofdzaak aankomt. Welke zijn dat?
A
Bijvoorbeeld
B
Dus
C
Samenvattend
D
Onder andere

Slide 18 - Quiz

Wat is de hoofdzaak?
Op 14 februari was de opening van het Apple Lab.
De opening was zowel digitaal als live te volgen. De directeur plantte met verschillende docenten een appelboom.
Er werd appelsap en appeltaart geserveerd.
A
Op 14 februari was de opening van het Apple Lab.
B
De opening was zowel digitaal als live te volgen.
C
De directeur plantte met verschillende docenten een appelboom.
D
Er werd appelsap en appeltaart geserveerd.

Slide 19 - Quiz

Wat is de kernzin?
Op 14 december heb ik een laptop bij u besteld. Dat is nu drie maanden geleden en ik heb nog niets ontvangen. Ook reageert u niet op mijn telefoontjes en e-mails. Daarom annuleer ik bij deze mijn bestelling.
A
Op 14 december heb ik een laptop bij u besteld.
B
Dat is nu drie maanden geleden en ik heb nog niets ontvangen.
C
Ook reageert u niet op mijn telefoontjes en e-mails.
D
Daarom annuleer ik bij deze mijn bestelling.

Slide 20 - Quiz