28-11-2023

Hoy es martes el 28-11-2023
PASAPALABRA
EL VERBO GUSTAR
Hacer un póster
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoy es martes el 28-11-2023
PASAPALABRA
EL VERBO GUSTAR
Hacer un póster

Slide 1 - Slide

Gustar = houden van/leuk vinden
letterlijk: bevallen
Me gusta el libro - het boek bevalt mij.
Ik vind het boek mooi. 
Me gustan las hamburguesas - hamburgers bevallen mij.
Ik hou van hamburgers.

Wanneer gebruik je gusta? En wanneer gustan        

Slide 2 - Slide

GUSTA OF GUSTAN
  • gusta + een zelfstandig naamwoord enkelvoud
 Me gusta el fútbol.= Ik hou van voetbal.
  • gusta + een werkwoord
Me gusta bailar. = Ik hou van dansen.
  • gustan + een zelfstandig naamwoord meervoud
Me gustan los perros. = Ik hou van honden. 
                                        Denk aan het lidwoord

Slide 3 - Slide

Wat is een passende reactie op:
A mí me gusta jugar al fútbol
A
A mí tampoco
B
A mí también

Slide 4 - Quiz

Wat is een passende reactie op:
A mí no me gustan los gatos
A
A mí tampoco
B
A mí también

Slide 5 - Quiz

Wat is een passende reactie op:
A mí no me gusta el fútbol
A
A mí sí
B
A mí no

Slide 6 - Quiz

Maak de juiste keuze:

* (A mí) me...………... el color rojo.


A
gustan
B
gusta
C
gusto
D
gustas

Slide 7 - Quiz

Vul de juiste vorm in van 'gustar':

(a ti).............el deporte.
A
te gusta
B
te gustas
C
te gustan
D
te gusto

Slide 8 - Quiz

¿Qué te gusta?
Hacer un poster
Kies een programma om een poster mee te maken. 
Dit kun je via smore doen, maar je bent vrij in je keuze. 
Je gaat een poster maken over dingen die je wel en niet leuk vindt. Hiervoor gebruik je natuurlijk het werkwoord ‘’gustar’’.   


Slide 9 - Slide

¿Qué te gusta?
Wat moet er allemaal in de poster staan?
• Minimaal 6 tekstjes/kopjes
• Per kopje gebruik je minimaal 15 woorden. Naast het aangeven waar je (niet) van houdt, vertel je er ook iets over. Bijvoorbeeld waarom je iets leuk vindt.
• Gebruik zowel gustar in de meervoudsvorm als de enkelvoudsvorm, zoals me gusta en me gustan
• Vertel ook over wat je niet, een beetje of heel erg leuk vindt
• Vertel over een klasgenoot/vriend(in)/famililid wat hij of zij leuk/niet leuk vindt
• Vertel over wat jullie alle twee leuk/niet leuk vinden
Jouw eindproduct moet op dinsdag na de herfstvakantie voor de les Spaans klaar zijn.  
Als je deze les je best doet, dan heb je het in de les al klaar.
Ga naar de volgende dia voor de link naar de voorbeeld-poster van Smore

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Hoe inleveren?

In de chat van teams

Slide 12 - Slide