V5 Argumentatie week 16 - les 3

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Nevenschikkende argumentatie

Slide 3 - Slide

Onderschikkende argumentatie

Slide 4 - Slide

argumentsoort - argumentatieschema
- ARGUMENTSOORT zegt iets over het argument alleen

- ARGUMENTATIESCHEMA definieert de relatie tussen 
  standpunt en argument (of tussen argument en 
  subargument)

Slide 5 - Slide

bijvoorbeeld
Ik vind Peugeot een slecht automerk, want toen ik mijn Peugeot een maand had, mankeerde er al iets aan de boordcomputer.

- argumentsoort: feit

- argumentatieschema: op basis van voorbeeld

Slide 6 - Slide

argumentatieschema's
Voorbeeld op basis van voorbeeld:
Als ik lekker uit eten wil, ga ik niet naar De lachende koe.

De vis die ik er laatst heb gegeten, vond ik verschrikkelijk zout.


Slide 7 - Slide

argumentatieschema's
Voorbeeld op basis van kenmerk en vergelijking:
Als ik lekker uit eten wil, ga ik niet naar De lachende koe.

Daar geldt het concept van ‘3 gangen voor 1 prijs’ en dat kan de kwaliteit nooit ten goed komen. Vorige week waren we in een ander restaurant met hetzelfde concept en dat eten vond ik maar matig.


Slide 8 - Slide

argumentatieschema's
Voorbeeld op basis van oorzaak-gevolg:
Als ik lekker uit eten wil, ga ik niet naar De lachende koe.

Ik heb er een keer gegeten en daarna ben ik heel ziek geweest: overgeven en zo.


Slide 9 - Slide

argumentatieschema's
Voorbeeld op basis van nadeel:
Als ik lekker uit eten wil, ga ik niet naar De lachende koe.

Je moet er altijd zowel een voorgerecht als een toetje nemen.


Slide 10 - Slide

argumentatieschema's
Voorbeeld op basis van gezag/autoriteit:
Als ik lekker uit eten wil, ga ik niet naar De lachende koe.

Uit een recensie in de rubriek Hete soep in de Leeuwarder Courant kwam De lachende koe niet positief naar voren.


Slide 11 - Slide

Argumentatieschema
Het verband tussen standpunt en argument
oorzaak-gevolg
kenmerk of eigenschap
voor- en nadelen
voorbeelden
autoriteit
vergelijking
Het zal me niet verbazen dat we straks allemaal buikpijn hebben, want het vlees was slecht doorbakken.
Je moet zonnecellen op het dak plaatsen: dat is goed voor het milieu en voor je portemonnee.
Jeroen is eigenlijk nog een groot kind, want hij speelt het liefst nog met zijn piratenlego.
Je kunt absoluut niet op hem rekenen. Zo vergat hij zijn deel van het dossier in te leveren en kwam hij niet opdagen bij de afspraak.
De Eerste Kamer heeft het verbod op de rituele slacht tegengehouden. Het wetsvoorstel van de Partij voor de Dieren over de vleestaks zal het dus ook niet halen.

Slide 12 - Drag question

foutief gebruik van een argumentatieschema 

- Onjuist beroep op autoriteit
- Onjuist beroep op kenmerk /eigenschap
- Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
- Onjuiste vergelijking
- Overhaaste generalisatie (= onjuist beroep op voorbeelden)
- Vals dilemma (= onjuist gebruik van voor- en nadelen)
- Overdrijven van de gevolgen (= onjuist gebruik van voor- en nadelen)

Voorbeelden

Voor een kleuterjuf is het belangrijk dat je veel liefde voor kinderen hebt. Mijn buurvrouw is dol op kinderen. Zij is vast een heel lieve juf. (gebruik kenmerk is geldig)

Voor een kleuterjuf is het belangrijk dat je veel liefde voor kinderen hebt. Mijn buurvrouw is dol op kinderen. Zij is dus een ideale juf voor de vacature die er nu is. (onjuist beroep op kenmerk)

Ik vind dat we geen LO-lessen hoeven te volgen, want we bewegen genoeg door het fietsen naar school. (onjuiste vergelijking)


Slide 13 - Slide

Kies uit de volgende argumentatiesoorten en argumentatieschema's.

Let op: je kiest van beide één!

Argumentatiesoorten
Feiten, onderzoek, ervaring of gevoel

Argumentatieschema's
Oorzaak-gevolg, kenmerk-eigenschap, voor- en nadelen, voorbeelden, vergelijking of autoriteit.
Iedere leerling moet examen doen in het vak geschiedenis.



Schrijf een argument op basis van een argumentatiesoort en een argumentatieschema.

Slide 14 - Slide

Kies uit de volgende argumentatiesoorten en argumentatieschema's.

Let op: je kiest van beide één!

Argumentatiesoorten
Feiten, onderzoek, ervaring of gevoel

Argumentatieschema's
Oorzaak-gevolg, kenmerk-eigenschap, voor- en nadelen, voorbeelden, vergelijking of autoriteit.
Iedere leerling moet examen doen in het vak geschiedenis.






Herken schema en soort bij het argument
Noteer je antwoord

Slide 15 - Slide

Nu:
Kies een volgend boek
Werk aan je probleemoplossende discussie

Slide 16 - Slide