3T 2.1 Het Deeltjesmodel

3T 2.1 Het Deeltjesmodel
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3T 2.1 Het Deeltjesmodel

Slide 1 - Slide

H2.1 Deeltjesmodel
Aan het einde van de les kan je:
  • Uitleggen welke drie eigenschappen moleculen hebben
  • Beschrijven hoe moleculen bewegen in de 3 fases
  • Uitleggen wat er met moleculen gebeurt in faseovergangen
  • Ontstaan van mist, dauw en rijp toelichten met deeltjesmodel


Slide 2 - Slide

§1 Het deeltjesmodel
Deeltjesmodel
Fasen en faseovergangen
Faseovergangen en het weer

Slide 3 - Slide

Een molecuul is het kleinste deeltje van de stof dat nog de eigenschappen van die stof heeft

Slide 4 - Slide

Het deeltjesmodel
Elke stof heeft zijn eigen moleculen
Moleculen kunnen we niet zien, wel voorstellen, dit noemen een model
Deeltjesmodel, moleculen hebben de eigenschappen:
  • Moleculen van een stof veranderen niet
  • Moleculen van een stof bewegen voortdurend
  • Moleculen van een stof trekken elkaar aan

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Fasen
Vaste stof: 
  • Moleculen hebben een vaste plaats
  • Zijn voortdurend in trilling
  • Afstand tussen moleculen is klein en de onderlinge aantrekkingskracht is groot

Slide 7 - Slide

Fasen
Vloeistof: 
  • Moleculen bewegen door elkaar, geen vaste plaats
  • Aantrekkingskracht kleiner dan bij een vaste stof,  groot genoeg om ze bij elkaar te houden

Slide 8 - Slide

Fasen
Gas: 
  • Moleculen bewegen los van elkaar door de ruimte
  • Afstand tussen moleculen erg groot en onderlinge aantrekkingskracht erg klein

Slide 9 - Slide

Faseovergang
Temperatuur stijgt

Moleculen bewegen sneller

Onderlinge afstand groter

Aantrekkingskracht kleiner


Slide 10 - Slide

Faseovergangen en het weer
Lucht is een mengsel van verschillende gassen o.a. water
Gasvormige water noem je waterdamp

Condenseren belangrijk bij weersverschijnselen (mist, dauw)
Waterdamp in lucht koelt af en condenseert tot waterdruppels
Temperatuur onder vriespunt, geen dauw maar rijp 
Waterdamp van gas naar vast, rijpen

Slide 11 - Slide

Ontstaan van mist, dauw en rijp
De lucht om ons heen zit vol water, waterdamp

Mist: Water condenseert in de lucht doordat de temperatuur van de lucht sterk afkoelt.
Dauw? Wanneer de zon op komt
Rijp: Water in de lucht is <0°C en daardoor bevriest het wanneer het in contact komt met oppervlakte wat ook  <0°C

Slide 12 - Slide

Aan de slag!
Wat:
Maak opdrachten 1 t/m 8 blz 78,79,80
Met wie:
alleen, overleggen met je buur
Hulp nodig?
vraag aan de docent 
Klaar?
maak extra opdrachten 9 en 10 blz 81
Aan de slag!

Slide 13 - Slide

Bij welke fase is de aantrekkingskracht het grootst
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 14 - Quiz

Hoe wordt de faseovergang van vast naar vloeibaar genoemd
A
Condenseren
B
Sublimeren
C
Smelten
D
Stollen

Slide 15 - Quiz

Bij welke fase is de onderlinge afstand tussen de moleculen het grootst?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Gas

Slide 16 - Quiz

Hoe noem je de faseovergang van vast naar gas?
A
Sublimeren
B
Stollen/bevriezen
C
Verdampen
D
Rijpen

Slide 17 - Quiz

Als de temperatuur onder het vriespunt is dan ontstaan er kleine ijskristallen. Hoe heet de faseovergang die hierbij hoort?
A
Sublimeren
B
Rijpen
C
Stollen
D
Condenseren

Slide 18 - Quiz

Door welke faseovergang ontstaat Dauw?
A
condenseren
B
smelten
C
verdampen
D
rijpen

Slide 19 - Quiz

Hoe heet deze faseovergang?
A
smelten
B
bevriezen
C
verdampen
D
condenseren

Slide 20 - Quiz

Als de temperatuur onder het vriespunt is dan ontstaan er kleine ijskristallen. Hoe heet de faseovergang die hierbij hoort?
A
Sublimeren
B
Rijpen
C
Stollen
D
Condenseren

Slide 21 - Quiz

Welke faseovergang
is dit?
A
Verdampen
B
Vloeistof
C
Condenseren
D
Sublimeren

Slide 22 - Quiz

Hoe heet faseovergang G?
A
stollen
B
smelten
C
rijpen
D
verdampen

Slide 23 - Quiz

Door welke faseovergang is dit ijs ontstaan?
A
rijpen
B
bevriezen
C
smelten
D
condenseren

Slide 24 - Quiz