Groep 6 - Spelling - B7W4L4

Het doel vandaag is:
Het leren schrijven van het kilowoord (station). 
Het schrijven van het dictee zonder categoriekaart.
1 / 19
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 6

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Het doel vandaag is:
Het leren schrijven van het kilowoord (station). 
Het schrijven van het dictee zonder categoriekaart.

Slide 1 - Slide

herhalen
We gaan eerst  tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooide tijd herhalen met een paar oefeningen.

Slide 2 - Slide

In welke tijd staat de volgende zin:

Imke is veranderd.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooide tijd

Slide 3 - Quiz

In welke tijd staat de volgende zin:

Joost bemoeit zich met ons.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooide tijd

Slide 4 - Quiz

In welke tijd staat de volgende zin:

Mijn moeder zat bij de tafel.
A
Tegenwoordige tijd.
B
Verleden tijd.
C
Voltooide tijd.

Slide 5 - Quiz

Wat is de verleden tijd van:

Hij vermijdt.
A
Hij vermeed.
B
Hij vermijdde

Slide 6 - Quiz

Wat is de verleden tijd van:

Zij rijdt.
A
Zij rijdde.
B
Zij reed.

Slide 7 - Quiz

Wat is de verleden tijd van:

Wij eten.
A
Wij eetten.
B
Wij aten.

Slide 8 - Quiz

Wat is de verleden tijd van:

Ik denk.
A
Ik denkte.
B
Ik dacht.

Slide 9 - Quiz

Categorie 13
Je hoort -ie- je schrijft -i-.
Woorden zoals:
kilo
nationaal
identiteit
station
lotion

Slide 10 - Slide

Kies: Welke woorden horen bij categorie 13 (kilo-woord)?
Zet ze in de goede rij.
Categorie 13
Andere categorie
traditioneel
de kolonie
nationaliteit
emotioneel
de actie
actueel
de lotion
de industrie

Slide 11 - Drag question

Schrijf het woord dat je hoort:
Woord 1

Slide 12 - Open question

Schrijf het woord dat je hoort:
Woord 2

Slide 13 - Open question

Schrijf het woord dat je hoort:
Woord 3

Slide 14 - Open question

Schrijf het woord dat je hoort:
Woord 4

Slide 15 - Open question

Schrijf het woord dat je hoort:
Woord 5

Slide 16 - Open question

Schrijf het woord dat je hoort:
Woord 6

Slide 17 - Open question

Schrijf de zin die je hoort:
(denk aan komma's,etc.)
Zin 1

Slide 18 - Open question

Deze les ging:
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Poll