Pensioen

Pensioen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Pensioen

Slide 1 - Slide

Programma
  • lezen
  • nieuws
  • thema: budgettering
  • taal: aan het 


Slide 2 - Slide

Lezen
timer
15:00

Slide 3 - Slide

Wat hebben we vorige week gedaan?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Pensioen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Als je klaar bent met je school en opleiding ga je werken. De meeste mensen in Nederland stoppen met werken als ze 67 jaar zijn. Ze krijgen dan geen salaris meer, maar hebben natuurlijk nog wel geld nodig.
Als je gestopt bent met werken, heb je nog wel geld nodig. Waar zou jij geld voor nodig hebben als je gestopt bent met werken?

Slide 8 - Slide


Welke zinnen zijn WAAR, denken jullie?
Er zijn twee antwoorden goed.
A
Als je stopt met werken krijg je geld van de overheid.
B
Iedereen die stopt met werken krijgt evenveel pensioen.
C
Je baas spaart ook voor jouw pensioen.
D
Als je met pensioen bent hoef je geen rekeningen meer te betalen.

Slide 9 - Quiz

Je AOW en het gedeelte wat je baas voor je heeft gespaard vormt samen je pensioen.
Het pensioen
Je pensioen is opgebouwd uit twee delen. Enerzijds krijg je van de overheid AOW (Algemene Ouderdomswet). Daarnaast spaart je baas voor je als je nog werkt. Dit doet je baas niet zelf, maar daar zijn bedrijven voor. Die letten op alle spaarpotten en zorgen ervoor dat er genoeg geld in zit voor later. 
?
Heeft iedereen recht op AOW?

Slide 10 - Slide


Zijn jullie het EENS of ONEENS met onderstaande zin?

Ik spaar geld van mijn loon, zodat ik 
leuke dingen kan blijven doen als ik met pensioen ben.
A
EENS, omdat ...
B
ONEENS, omdat ...

Slide 11 - Quiz

  • Krijg jij zakgeld?
  • Geef jij al jouw zakgeld uit of spaar jij?
  • Spaar jij nu al ergens voor?
Je pensioen is vaak lager dan het loon wat je krijgt als je werkt. Daarom is het verstandig om alvast wat geld te sparen voor als je met pensioen gaat. Zo kun je nog genoeg leuke dingen doen als je met pensioen gaat!

Slide 12 - Slide

Wat kun je doen
als je met pensioen bent?

Slide 13 - Mind map

Wat zou je doen als je alle tijd van de wereld hebt?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Link

Taal: aan het

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Oefening 1: Vul in met de juiste vorm van 'zijn' en het werkwoord

Voorbeeld: Marie is ____ het koken. → Marie is aan het koken.

1. Wij ____ aan het wandelen.
2. Ik ____ aan het lezen.
3. Jullie ____ aan het praten.
4. Hij ____ aan het werken.
5. Zij (meervoud) ____ aan het opruimen.

Slide 18 - Slide

Oefening 2: Maak zinnen met 'aan het'

Voorbeeld: (Anna – telefoneren) → Anna is aan het telefoneren.

1. (ik – eten)
2. (zij – zingen)
3. (wij – fietsen)
4. (hij – studeren)
5. (jij – schoonmaken).

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide