BOL 1.2.1 SKILLS

Skills 1.2.1
Vitale functies
Ademhaling, temperatuur en pols
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Skills 1.2.1
Vitale functies
Ademhaling, temperatuur en pols

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
1. Je meet de temperatuur, hartfrequentie en ademhalingsfrequentie
2. Je kan vertellen uit welke twee onderdelen de normale lichaamstemperatuur bestaat
3. Je kan vertellen welke factoren invloed hebben op de lichaamstemperatuur

Slide 2 - Slide

Vitale functies
Vitale functies hebben invloed op elkaar. Een verstoring van één van de vitale functies zal zeer waarschijnlijk ook de andere vitale functies beïnvloeden. De vitale functies dienen daarom samen te worden beoordeeld. Vitale functies zijn op verschillende manier te beoordelen. Bijvoorbeeld door metingen en observatie van:
 

  • ademhaling
  • hartslag
  • bloeddruk
  • lichaamstemperatuur
  • bewustzijn
    
Bij het bewaken van de vitale functies is het belangrijk dat deze zorgvuldig geobserveerd worden. Daarnaast is het belangrijk om exacte waarden te meten, te registreren en te vergelijken met voorgaande metingen en de normaalwaarden. Het is van groot belang dat zorgverleners een probleem met de vitale functies signaleren. Bij afwijkende waarden of twijfel raadpleegt de zorgverlener een arts.

Slide 3 - Slide

Wat houden de vitale functies ook alweer in?

Slide 4 - Open question

Vitale functies
In het menselijk lichaam bevinden zich organen die elk een eigen, belangrijke functie hebben. Een aantal van deze functies is van direct levensbelang. Deze functies noemt men de vitale functies.

De vitale functies bestaan uit:
  • Ademhaling
  • Circulatie (bloedsomloop)
  • Bewustzijn

Slide 5 - Slide

Ademhaling

Zoek in tweetallen het volgende uit:
  • Wat houdt het onderwerp in? ​
  • Wat zijn de normaalwaarden?​
  • Wat zijn de afwijkende waarden?

Gebruik hierbij de informatie uit je boek en van mboleren.nl

timer
5:00

Slide 6 - Slide

Welke informatie heb je gevonden?

Slide 7 - Open question

Ademhaling

Observeren: 
  • Frequentie -> normale ademhalingsfrequentie volwassenen 14-18 maal per minuut
  • Diepte en gelijkmatigheid -> zegt iets over de hoeveelheid lucht die per keer wordt ingeademd
  • Ritme -> heeft betrekking op de pauzes tussen de ademhalingen
  • Geluid -> normaal is de ademhaling vrijwel niet te horen m.u.v. snurken




Slide 8 - Slide

Ademhaling
Verwerkingsopdracht:

Maak uit het boek Persoonlijke basiszorg - module 8 Vitale functies  - H3 Ademhalingsstelsel de verwerkingsopdrachten.
Opdracht 3-4a-5a-5b-5c-5d
Extra 4b

Slide 9 - Slide

Temperatuur

Zoek in tweetallen het volgende uit:
  • Wat houdt het onderwerp in? ​
  • Wat zijn de normaalwaarden?​
  • Wat zijn de afwijkende waarden?

Gebruik hierbij de informatie uit je boek en van mboleren.nl


timer
5:00

Slide 10 - Slide

Welke informatie heb je gevonden?

Slide 11 - Open question

Temperatuur
De lichaamstemperatuur wordt geregeld vanuit de twee temperatuurcentra. Deze bevinden zich in de tussenhersenen en in de hersenstam. De lichaamstemperatuur bestaat uit:
  • warmteproductie -> door verbranding van voedingsstoffen in de cellen
  • warmteafgifte -> via huid, uitademingslucht, uitscheiding urine/ontlasting
Bij gezonde mensen zijn de warmteproductie en de warmteafgifte op elkaar afgestemd en blijft de lichaamstemperatuur binnen bepaalde grenzen. 

Waarden:
Lager dan 36,5 °C: ondertemperatuur
36,5 °C -37,5 °C: normale temperatuur
37,5 °C -38,0 °C: verhoging
Hoger dan 38,0 °C: koorts





Slide 12 - Slide

Temperatuur
De lichaamstemperatuur kun je meten op verschillende plaatsen:
  • Rectaal -> elektronisch
  • axillair -> elektronisch
  • oraal -> elektronisch
  • femoraal -> elektronisch
  • intra-auraal of tympanisch -> infrarode digitale thermometer
  • via het voorhoofd/slaap -> infrarode digitale thermometer

Slide 13 - Slide

Temperatuur
Verwerkingsopdracht:

Maak uit het boek Persoonlijke basiszorg - Module 8 vitale functies - H2 Observatie van de lichaamstemperatuur.
Opdracht 1-4

Slide 14 - Slide

Pols (hartslag)

Zoek in tweetallen het volgende uit:
  • Wat houdt het onderwerp in? ​
  • Wat zijn de normaalwaarden?​
  • Wat zijn de afwijkende waarden?

Gebruik hierbij de informatie uit je boek en van mboleren.nl

timer
5:00

Slide 15 - Slide

Welke informatie heb je gevonden?

Slide 16 - Open question

Pols (hartslag)
Het hart vormt samen met de bloedvaten het circulatiesysteem. Bij elke hartslag vult het hart zich met bloed. Daarna trekt de hartspier zich samen om bloed naar spieren en organen te pompen. Bij iedere samentrekking van het hart pompt de linkerhartkamer bloed in de aorta (= lichaamsslagader). Hierdoor zetten de wanden van de slagaders (arteriën) elke keer even uit en nemen daarna hun oorspronkelijke vorm weer aan. Dit noemen we ook wel pulsatie. De pulsatie is het best voelbaar op plaatsen waar slagaders vlak onder de huid lopen boven een benige onderlaag. In de praktijk gebruiken we meestal de polsslagader om de pulsatie te voelen en zo de hartslag te controleren. Dit heet ook wel 'pols tellen'.

Waarden:
Lager dan 60 slagen per minuut: Bradycardie (vertraagde hartslag)
60-90 slagen per minuut; normaal
Hoger dan 100 slagen per minuut: Tachycardie (versnelde hartslag)

Slide 17 - Slide

Pols (hartslag)
Verwerkingsopdracht:

Maak uit het boek Persoonlijke basiszorg - Module 8 vitale functies - H 1.3 Hartslag
Opdracht 1-4

Slide 18 - Slide

Einde van de les

Slide 19 - Slide