02. Roos van Leary (27-5-25)

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1,2

SEO

Sociale Emotionele Ontwikkeling

Vandaag

Huiswerk

Bewustwording van je eigen gedragsstijl

Huiswerk

Schrijf een situatie op waarbij je je eigen gedrag (niet) herkende.

Deze bespreken we de volgende les.

Doel

• Ik krijg inzicht in mijn eigen gedrag.
  
• Ik krijg inzicht in het gedrag van anderen in (conflict)situaties.

Hoofddoel:

Inzicht helpt om een positieve groepssfeer te creëren waarin respect, veiligheid en samenwerking centraal staat.

De Roos van Leary

Als hulpmiddel om gedrag van mensen, en de reactie daarop, beter te begrijpen.

aangenomen gedrag

                vs

gedrag dat uitlokt

Rollenspel Niveau 1: 

Oefeningen gericht op 

Basisbewustwording en Zelfreflectie

Het herkennen en begrijpen van je eigen gedragingen en emoties, zodat je je eigen reactie kunt reguleren, maar ook de invloed van externe prikkels kunt verminderen op je emoties.

Model Human Dynamics

Het begrijpen van menselijke interacties op basis van 3 fundamentele principes:

De manier waarop mensen communiceren via lichaamstaal, denken en emoties en hoe deze aspecten invloed hebben op de groepsdynamiek en communicatie.

Rollenspel Niveau 2: 

Oefeningen gericht op 

Samenwerken en Positieve Interacties

Door het uitvoeren van groepsopdrachten leer je elkaar beter te begrijpen, rekening te houden met de verschillende voorkeuren en gedragsstijlen van groepsleden, en samen te werken aan gemeenschappelijke doelen. 

Rollenspel Niveau 3: 

Oefeningen gericht op 

Diepgang en Conflictpreventie

De oefeningen bieden strategieën om niet alleen conflicten te vermijden, maar ook om positieve en respectvolle communicatie te bevorderen. Dit zorgt voor een harmonieuze groepsdynamiek, waarin leerlingen zich veilig voelen om hun emoties en meningen te uiten zonder angst voor escalatie.

Niveau 1 Spel 1

Wie ben ik in de Savanne?

Doel: Bewustwording van je eigen gedragsstijl.

8 personages: 

• Welke eigenschap hebben ze?
  
• Hoe uit dit zich in gedrag?
  
• Hoe herkennen jullie dit in de film?

A

Fysiek

Hoe uit dit zich in gedrag?
Hoe herkennen jullie dit in de film?

Hoe uit dit zich in gedrag?
Hoe herkennen jullie dit in de film?

Hoe uit dit zich in gedrag?
Hoe herkennen jullie dit in de film?

Hoe uit dit zich in gedrag?
Hoe herkennen jullie dit in de film?

Hoe uit dit zich in gedrag?
Hoe herkennen jullie dit in de film?

Hoe uit dit zich in gedrag?
Hoe herkennen jullie dit in de film?

Hoe uit dit zich in gedrag?
Hoe herkennen jullie dit in de film?

Hoe uit dit zich in gedrag?
Hoe herkennen jullie dit in de film?

Niveau 1 Spel 2

Wat zou Simba doen?

Doel: Bewustwording van verschillende gedragsopties.

 

Mentor bespreekt verschillende situaties.

Vraag: Welk gedrag is handig om hierop te reageren?

Steek de kaart in de lucht (of stem; zie volgende dia)

Waarom kies je dit personage?  Waarom sluit dit bij de situatie aan? Wat zijn voor- en nadelen van dit gedrag? Wat is de meest passende oplossing?

Mentaal

Welk gedrag is handig om hierop te reageren?
(Kijk naar de woorden op je kaartje)

Nabespreking situatie 1

Waarom kies je dit personage? 

Waarom sluit dit bij de situatie aan? 

Wat zijn voor- en nadelen van dit gedrag? 

Wat zal de meest passende oplossing zijn?

Mentaal

Welk gedrag is handig om hierop te reageren?
(Kijk naar de woorden op je kaartje)

Nabespreking situatie 2

Waarom kies je dit personage? 

Waarom sluit dit bij de situatie aan? 

Wat zijn voor- en nadelen van dit gedrag? 

Wat zal de meest passende oplossing zijn?

Mentaal

Welk gedrag is handig om hierop te reageren?
(Kijk naar de woorden op je kaartje)

Nabespreking situatie 3

Waarom kies je dit personage? 

Waarom sluit dit bij de situatie aan? 

Wat zijn voor- en nadelen van dit gedrag? 

Wat zal de meest passende oplossing zijn?

Mentaal

Welk gedrag is handig om hierop te reageren?
(Kijk naar de woorden op je kaartje)

Nabespreking situatie 4

Waarom kies je dit personage? 

Waarom sluit dit bij de situatie aan? 

Wat zijn voor- en nadelen van dit gedrag? 

Wat zal de meest passende oplossing zijn?

Mentaal

Welk gedrag is handig om hierop te reageren?
(Kijk naar de woorden op je kaartje)

Nabespreking situatie 5

Waarom kies je dit personage? 

Waarom sluit dit bij de situatie aan? 

Wat zijn voor- en nadelen van dit gedrag? 

Wat zal de meest passende oplossing zijn?

Mentaal

Welk gedrag is handig om hierop te reageren?
(Kijk naar de woorden op je kaartje)

Nabespreking situatie 6

Waarom kies je dit personage? 

Waarom sluit dit bij de situatie aan? 

Wat zijn voor- en nadelen van dit gedrag? 

Wat zal de meest passende oplossing zijn?

Mentaal

Welk gedrag is handig om hierop te reageren?
(Kijk naar de woorden op je kaartje)

Nabespreking situatie 7

Waarom kies je dit personage? 

Waarom sluit dit bij de situatie aan? 

Wat zijn voor- en nadelen van dit gedrag? 

Wat zal de meest passende oplossing zijn?

Mentaal

Welk gedrag is handig om hierop te reageren?
(Kijk naar de woorden op je kaartje)

Nabespreking situatie 8

Waarom kies je dit personage? 

Waarom sluit dit bij de situatie aan? 

Wat zijn voor- en nadelen van dit gedrag? 

Wat zal de meest passende oplossing zijn?

Mentaal

Welk gedrag is handig om hierop te reageren?
(Kijk naar de woorden op je kaartje)

Nabespreking situatie 9

Waarom kies je dit personage? 

Waarom sluit dit bij de situatie aan? 

Wat zijn voor- en nadelen van dit gedrag? 

Wat zal de meest passende oplossing zijn?

Mentaal

Welk gedrag is handig om hierop te reageren?
(Kijk naar de woorden op je kaartje)

Nabespreking situatie 10

Waarom kies je dit personage? 

Waarom sluit dit bij de situatie aan? 

Wat zijn voor- en nadelen van dit gedrag? 

Wat zal de meest passende oplossing zijn?

Mentaal

Nabespreking

Roos van Leary:

Om gedrag van mensen,
en de reactie daarop,
beter te begrijpen.

Niveau 1 Spel 2

Kijk, dit ben ik!

Doel: Bewustwording van je fysieke houding in gedragsstijlen.

 

1. Ieder krijgt de kleine variant van spel 1.
2. Probeer je kaart (non-verbaal) te uiten (1 voor 1 voor de klas).
3. De rest raadt welk dier er op het kaartje staat.
4. Klopt het? Waaraan zag je dat? Niet? Waarom niet?

Fysiek