gedrag

Gedrag
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Gedrag

Slide 1 - Slide

Alle waarneembare activiteiten van een dier of mens
A
Respons
B
Handeling
C
Gedrag
D
Gedragselementen

Slide 2 - Quiz

Spreeuwenjongen die pas uit het ei gekomen zijn, hebben hun ogen nog dicht. Wanneer een ouder op het nest landt, sperren ze onmiddellijk hun bek open.

Wat is de uitwendige prikkel voor dit gedrag van de spreeuwenjongen?
A
honger
B
het bewegen van het nest
C
het ruiken van de worm
D
het zien van de ouder

Slide 3 - Quiz

Hoofdpijn omdat je niet genoeg water hebt gedronken is een ...
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel

Slide 4 - Quiz

Supranormale prikkel
Sleutelprikkel
Een moeder geeft haar baby borstvoeding als deze begint met huilen
Vogeltjes meer geluid maken dan hun broertjes of zusjes krijgen ook meer eten van ouders
Meisjes hebben een voorkeur voor jongens die een goede lichaamsbouw en brede schouders hebben

Slide 5 - Drag question

Wat weet je van een ethogram?

Wat is ...............waar?
NIET
A
Je schrijft op wat een dier doet
B
Een gedragshandeling wordt omschreven
C
Je schrijft bijv. op dat een hond agressief is
D
Het is een lijst met beschrijvingen van gedrag

Slide 6 - Quiz

Welke vragen kun je beantwoorden aan de hand van een protocol?
A
Hoe vaak komt elk gedragselement voor?
B
Hoelang duurt ieder gedragselement?
C
Is er sprake van een gedragsketen?
D
Wat denkt een dier tijdens het gedrag?

Slide 7 - Quiz

Gedrag ontstaat door prikkels. Wat is een prikkel?
A
een verandering waarop je kunt reageren
B
alles wat een mens doet
C
een handeling
D
een verandering van gedrag

Slide 8 - Quiz

Handeling met een gemeenschappelijk doel vormen samen een
A
Gedragsketen
B
Gedragssysteem
C
Handelingssysteem
D
Subsysteem

Slide 9 - Quiz

Het waaieren van een stekelbaarsmannetje is
een voorbeeld van een
A
gedragssysteem.
B
gedragsketen.
C
gedragselement.
D
gedragsprikkel.

Slide 10 - Quiz

Onder welk gedragssysteem valt de balts?
A
Voedingsgedrag
B
Terretoriumgedrag
C
Voortplantingsgedrag
D
Sociaalgedrag

Slide 11 - Quiz

Wat is een respons?
A
Een reactie op een prikkel
B
Een waarneming van een prikkel
C
Een handeling
D
Een impuls

Slide 12 - Quiz



Wat zie je in de afbeelding?

A
Het jong reageert op een sleutelprikkel
B
Het oudere dier geeft een respons
C
Het jong reageert op een gewone prikkel
D
Het oudere dier reageert op een sleutelprikkel

Slide 13 - Quiz


Dit is
A
Aangeboren gedrag
B
Aangeleerd gedrag
C
Een Ajax supporter
D
Een hooligan

Slide 14 - Quiz

Gedrag kan

1. zijn aangeleerd
2. worden bepaald door erfelijke factoren
A
1: waar 2: nietwaar
B
1: nietwaar 2: waar
C
1: nietwaar 2: nietwaar
D
1: waar 2: waar

Slide 15 - Quiz


Het openen van de bek, het sperren.... is het gedrag dat jonge vogels vertonen als ze hun ouders horen of zien. Sperren is:
A
Aangeleerd gedrag
B
Aangeboren gedrag

Slide 16 - Quiz

Als een kat tijdens een gevecht in ene zijn poten gaat likken noemen wij dit gedrag:
A
conflictgedrag
B
ambivilent
C
terretorium gedrag
D
oversrponggesdrag

Slide 17 - Quiz

Je vergeet je werkstuk op te slaan op de computer. Kwaad geef je een klap op het toetsenbord. Dit is een voorbeeld van..
A
ambivalent gedrag
B
omgericht gedrag
C
overspronggedrag

Slide 18 - Quiz

Welke vorm van gedrag is dit?
A
Baltsgedrag
B
Voortplantingsgedrag
C
Verzoeningsgedrag
D
Conflictgedrag

Slide 19 - Quiz

Bij een moeilijke vraag krab je je even verlegen achter je oor. Dit is een voorbeeld van..
A
ambivalent gedrag
B
omgericht gedrag
C
overspronggedrag

Slide 20 - Quiz

Imiteren leer je door:
A
Gedrag na te doen
B
Gedrag te herhalen
C
Nieuw gedrag te bedenken

Slide 21 - Quiz

conditioneren kent de volgende twee vormen
A
klassiek
B
imitatie
C
gewenning
D
operant

Slide 22 - Quiz

Deze vorm van leren is ook wel 'proefondervindelijk leren'
A
Conditionering
B
Trial and error
C
Inprenting
D
Gewenning

Slide 23 - Quiz

Hoe wordt de vorm van leren genoemd die 'operante conditionering' heet?
A
gewenning
B
proefondervindelijk leren
C
het Pavlov-effect
D
Skinner-box

Slide 24 - Quiz

Welk leerproces hoort bij de omschrijving
Na bepaalde tijd treedt er geen (of mindere) reactie op bij een bepaalde prikkel
Iets leren in de eerste gevoelige periode van je leven
Proefondervindelijk leren
Gedrag dat wordt aangeleerd door beloning of straf
gedrag van soortgenoten t.o.v. elkaar
Leren door het gedrag van soortgenoten na te doen
In een onbekende situatie wordt de oplossing van een probleem gevonden door ervaringen op een andere wijze te combineren
Gewenning
Inprenting
Trial and error
Conditionering
Sociaal gedrag
Imitatie
Inzicht

Slide 25 - Drag question