8.4 je bloedsomloop les 2

Herhaling vorige les....
Exit vragen.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling vorige les....
Exit vragen.

Slide 1 - Slide

Grote bloedsomloop:

onderste
holle
ader
linker
boezem
linker
kamer
rechter
boezem
bovenste
holle
ader
slagader
aorta

haarvaten Hoofd
haarvaten benen

long
slagader
long
ader
rechter
kamer

Slide 2 - Drag question

Kleine bloedsomloop: Vul de onderdelen van de kleine bloedsomloop in de juiste volgorde.

Start met de ruimte van waaruit het bloed  uit het hart stroomt.
Zuurstofrijk en 
zuurstofarm voeg je aan de juiste bloedvaten toe
1
2
3
4
5
linkerboezem 

longhaarvaten 

longslagader 

linkerkamer 

longader 

rechterboezem 

rechterkamer 

zuurstofrijk 

zuurstofarm 

Slide 3 - Drag question

Grote bloedsomloop: Vul de onderdelen van de grote bloedsomloop in de juiste volgorde. 

Zuurstofrijk en zuurstofarm bij de aorta of holle ader voegen 
Start met de ruimte van waaruit het bloed uit 
het hart stroomt.
1
2
3
4
5
6
7
linkerboezem 

Haarvaten in organen 

aders 

linkerkamer 

aorta 

rechterboezem 

rechterkamer 

zuurstofrijk 

zuurstofarm 

holle ader (onderste of bovenste

slagaders 

Slide 4 - Drag question

Je kunt benoemen langs welke bloedvaten het bloed door je lichaam stroomt.
Om je bloedvaten te herkennen geven we ze een naam:

Als je de volgende stappen volgt heb je altijd de goede naam:

1.Gaat het bloedvat van het hart naar een orgaan of van een orgaan naar het hart(het bloed stroomt vanaf het hart met de klok mee door het bloedvatenstelsel op het plaatje )
Hart> orgaan = slagader
Orgaan> hart = ader

2. Zoek het orgaan op waar het bloed heen gaat of vandaan komt:
Nr. 12 in de afbeelding: Van het hart naar een orgaan = slagader
Het bloedvat gaat naar de lever= leverslagader

Slide 5 - Slide

Je kunt benoemen langs welke bloedvaten het bloed door je lichaam stroomt.
Om je bloedvaten te herkennen geven we ze een naam:
Dit zijn de uitzonderingen 

1. Aorta: De slagader die door heel je lichaam loopt, hier splitsen de lossen orgaanslagaders af.
2. Onderste holle ader:
De ader die vanuit je lichaam naar het hart gaat(het gedeelte onder je hart: "Onderste"holle ader) 
3. Bovenste holle ader:
De ader die vanuit je lichaam naar he hart gaat(het gedeelte boven je hart: "Bovenste"holle ader) 
4. Poortader
Bloedvat tussen de darmen en de lever
5. Kransslagader/ader
Bloedvaten van je hart zelf.

Slide 6 - Slide

Je kunt uitleggen hoe het hart stoffen krijgt en wat daarbij mis kan gaan
  • Kransslagaders: vervoeren zuurstof en glucose naar de cellen van het hart
  • Kransaders: vervoeren koolstofdioxide en andere afvalstoffen vanaf de hartcellen naar een holle ader 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Aan de slag
Maken werkboek 8.4 16 t/m 22

Leerdoelen H8
Gebruikl je boek en LessonUp

Slide 9 - Slide

Sleep de namen naar de juiste bloedvaten 
4
1
2
5
3
6
7
8
Nierslagader
Longader
Leverader
Poortader
Aorta
Longslagader
Beenader
Halsslagader

Slide 10 - Drag question

In de afbeelding zie je het hart met enkele bloedvaten

Sleep de bloedvaten naar de juiste namen.
Kransslagader
bovenste holle ader
aorta
Longslagader
longader

Slide 11 - Drag question

Slide 12 - Slide