Paragraaf 1.3 - Sta je sterk als consument?

Paragraaf 1.3 Sta je sterk als consument?
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2,4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Paragraaf 1.3 Sta je sterk als consument?

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen op welke manier consumentenorganisaties jou kunnen helpen bij het maken van een keuze.
  • Je kan de resultaten van een vergelijkend  warenonderzoek interpreteren.
  • Je kan het verschil tussen het recht op een deugdelijk product en het recht op garantie uitleggen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

merk A
merk B
merk C
merk D
prijs
€ 0,92
€ 1,25
€ 0,92
€ 1,49
inhoud
250 gr
215 gr
250 gr
225 gr
vetten
33 gr
29,1 gr
29 gr
32 gr
suikers
3,5 gr
2,9 gr
3,5 gr
2,7 gr
zout
1,4 gr
1,4 gr
1,4 gr
1,2 gr
energie
535 kcal
515 kcal
517 kcal
538 kcal

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Verschil garantie deugdelijk product
Deugdelijk product
Garantie

Slide 10 - Slide

Paragraaf 1.3
Maken opgave 29 t/m 42
Blz. 16 t/m 19


so par. 1.1 & 1.2 inkijken

Slide 11 - Slide

1.3 Sta je sterk als consument?
Deugdelijk product
  • Deugdelijk product: bij normaal gebruik moet het product een redelijke tijd mee gaan
  • Verkoper moet repareren, omruilen of geld teruggeven!

Slide 12 - Slide

Een laptop is in uitverkoop bij de Mediamarkt. Heb je dan recht op een deugdelijk product?
A
ja
B
nee
C
alleen als je er €10,- minder ervoor betaald
D
dat is afhankelijk van het merk

Slide 13 - Quiz

Je telefoon gaat naar 3 jaar kapot. Is de telefoon een deugdelijk product?
A
Ja, want...
B
Nee, want....

Slide 14 - Quiz

Een winkelier mag alleen een deugdelijk product verkopen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Een deugdelijk product...
A
... gaat nooit kapot.
B
... gaat bij normaal gebruik een bepaalde tijd mee.
C
... is altijd heel erg duur.

Slide 16 - Quiz

1.3 Sta je sterk als consument?
Deugdelijk product
  • Deugdelijk product: bij normaal gebruik moet het product een redelijke tijd mee gaan
  • Verkoper moet repareren, omruilen of geld teruggeven!

Slide 17 - Slide

De warenwet is
A
De wet die voedsel controleert
B
De wet die de waarde controleert van een product
C
De wet waarin staat dat een product niet schadelijk mag zijn voor je gezondheid
D
De wet waarin staat dat een product voor eerlijke waarde verkocht moet worden

Slide 18 - Quiz

1.3 Sta je sterk als consument?
Warenwet
  • In de Warenwet staat dat een product niet schadelijk mag zijn voor je gezondheid.
  • De NVWA (Nederlandse Voedsel en Warenauthoriteit) controleert of iedereen zich aan de warenwet houdt.

Slide 19 - Slide

Garantie?

Slide 20 - Mind map

1.3 Sta je sterk als consument?
Garantie
  • Als binnen een bepaalde tijd iets mis is met het product, moet de verkoper het in orde maken.
  • In de garantievoorwaarden staan de regels van de garantie. Die krijg je op papier of digitaal.

Slide 21 - Slide

Een vergelijkend warenonderzoek maakt reclame voor een product.
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

Een vergelijkend warenonderzoek is een onderzoek naar:
A
verschillende producten
B
dezelfde soort producten

Slide 23 - Quiz

Een winkelier mag alleen een deugdelijk product verkopen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

De warenwet is
A
De wet die voedsel controleert
B
De wet die de waarde controleert van een product
C
De wet waarin staat dat een product niet schadelijk mag zijn voor je gezondheid
D
De wet waarin staat dat een product voor eerlijke waarde verkocht moet worden

Slide 25 - Quiz

Een deugdelijk product...
A
... gaat nooit kapot.
B
... gaat bij normaal gebruik een bepaalde tijd mee.
C
... is altijd heel erg duur.

Slide 26 - Quiz