Werkwoordspelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

1. Lezen in de les: boek meenemen

2. Uitleg werkwoordspelling
3. Oefenen met werkwoordspelling
4. Afsluiting

Deze les

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin? Schrijf dit kort op.

Maak twee correcte zinnen met de werkwoordsvormen "betaalt" en "betaald"

werkwoordspelling
Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.

1. gebeurd
2. gebeurt
3. gebeurdt
4. gebeurde

werkwoordspelling

1. Hij heeft de boel belazerd.
2. Hij heeft de boel belazert.

werkwoordspelling
Ik (besteden) veel tijd aan werkwoordspelling.

1. besteed
2. besteedt
3. besteden

werkwoordspelling
U (hebben) veel tijd aan werkwoordspelling (besteden).

1. heeft besteed
2. heeft besteedt

werkwoordspelling verleden tijd

1. Gisteren verhuisden we naar Groningen.
2. Gisteren verhuisten we naar Groningen.

Huiswerk voor
donderdag 26 september 1e uur

Noteer in je Plenda het huiswerk.
Maak Kern Oefenboek
blz. 112 opdracht 1 a t/m e
blz. 112-113 opdracht 2 t/m 4