Clase 6 - 2HV - lunes 27 de octubre 2025

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Clase 6 - 2HV - lunes 27 de octubre 2025

¿Qué vamos a hacer?

• Las asignaturas (de schoolvakken)
• Herhaling van het bijvoeglijk naamwoord
• Quiz met kloktijden & de dagen van de week 
• Een korte break...
• Uitleg pf-opdracht 3 november
• Oefenen met het ww 'ir'
• Afronding & werkboeken 1A

Ejercicio 21a (WB blz. 19)

Welke vakken heb ik op de 5 lesdagen?

Hoe heten die vakken in het Spaans?

Hoe was het ook alweer?

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o

	mannelijk	vrouwelijk
ekv	dur o	dur a
mv	dur os	dur as

Het bijvoeglijk naamwoord komt áchter het zelfst. nmw.

Het bijvoeglijk naamwoord

bijv. naamw. die níet op een -o eindigen

	geen verschil tussen	mnl en vrl!!
ekv	difícil / amable	difícil / amable
mv	difícil es / amable s	difícil es / amable s

Het bijvoeglijk naamwoord komt áchter het zelfst. nmw.

A practicar

Hoe zeg je in het Spaans?

1. een aardige leerlinge

2. een strenge docent

3. moeilijk huiswerk

Denk aan de volgorde + mannelijk/vrouwelijk

¿Qúe día es hoy?

¿Qué día es mañana?

Inloggen via

lessonup.app

+ code

Hoe vraag je in het Spaans:
Hoe laat is het?

1. ¿Cuál es la hora?
2. ¿Qué tiempo es?
3. ¿Qué hora es?
4. ¿Cuál es el tiempo?

Het is zeven uur

1. Es la siete
2. Son las siete
3. Es la seis
4. Son las seis

Hoe zeg je in het Spaans?
Het is half drie

Vrijdag is:

1. jueves
2. viernes
3. sábado
4. martes

Hoe zeg je in het Spaans:
Ik ga naar school

1. Voy al escuela
2. Voy a la escula
3. Voy a la escuela
4. Voy al escula

Schrijf minstens vier dagen van de week in het Spaans op

Welke kloktijd is:
las once y cuarto

1. kwart voor elf
2. kwart over elf
3. vier over elf
4. kwart over vier

Schrijf op in het Spaans:
Het is half een

Welke zin betekent:
We gaan naar huis

1. Voy a la casa
2. Voy a casa
3. Vamos a la casa
4. Vamos a casa

Hoe zeg je:
Om 5 uur?

1. Son las cinco
2. Las cinco
3. A las cinco
4. A el cinco

ma 3 november: pf-opdracht 1

• Deze opdracht telt voor een cijfer (1e van de vier pf's)
• Pf-opdracht 1 is een 1) leestekst met vragen, 2) woordsoorten herkennen & 3) het opstellen van een aantal Spaanse zinnetjes (=schrijven)
• APRENDER: de dagen van de week - kloktijden formuleren - de vakken van school - het werkwoord 'ir' (6 vervoegingen)

In Magister: s.o.

IR=Gaan             IR A=Gaan naar/going to

yo	voy a
tú	vas a
el/ella/usted	va a
nosotros	vamos a
vosotros	váis a
ellos/ellas/ustedes	van a

                Ir = gaan                         Ir + a = gaan naar

Gaan naar... / ir a...

Voy a la fiesta de mi amiga

Vamos a la discoteca. 

¿Vas al instituto mañana?

Mi madre va al trabajo. 

a + la ...

 a + el --> al

Practicamos 

We oefenen met het werkwoord 'ir' (gaan)

(zie link in Magister bij de les van vandaag!)

    In Magister: lunes 3 de nov

APRENDER: 

* de dagen van de week 

* kloktijden formuleren (bron F: TB blz. 38) 

* de vakken van school 

* het werkwoord 'ir' (6 vervoegingen) --> bron D (TB blz. 37)