Klas 2: Vergelijkingen

1 / 20
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Grammar: Vergelijkingen
Vergrotende trap + overtreffende trap
Vergelijkingen:
de vergrotende en overtreffende trap

Slide 2 - Slide

Wat is de vergrotende trap van 'heavy'?
A
heavier than
B
heavyer than
C
more heavy than
D
heaviest

Slide 3 - Quiz

Wat is de vergrotende trap van 'beautiful'?
A
beautifuller than
B
more beautiful than
C
beautifuler than
D
beautifulst than

Slide 4 - Quiz

Wat is de vergrotende trap van 'quiet'?
A
more quiet than
B
much quiet than
C
quieter than
D
quiet than

Slide 5 - Quiz

Wat is de overtreffende trap van
'happy'?
A
the happiest
B
the happyest
C
the most happy
D
the happyst

Slide 6 - Quiz

Wat is de overtreffende trap van 'smart'?
A
the smartiest
B
the smartst
C
the most smart
D
the smartest

Slide 7 - Quiz

Wat is de overtreffende trap van
'interesting'?
A
the most interesting
B
the interestingst
C
interestinger
D
the more interesting

Slide 8 - Quiz

Kies het juiste antwoord.
My sister's room is _________ mine. (tidy)
A
tidyer than
B
the most tidy
C
the tidiest
D
tidier than

Slide 9 - Quiz

Kies het juiste antwoord.
My brother's room is __________ room in the house. (dirty)
A
the most dirty
B
the dirtiest
C
dirtier than
D
the dirtyest

Slide 10 - Quiz

Kies het juiste antwoord.
Australia is __________ England.
A
more big than
B
the biggest
C
bigger than
D
biger than

Slide 11 - Quiz

Kies het juiste antwoord.
Are dolphins ___________ animals in the world?
A
the most intelligent
B
the intelligentest
C
intelligenter than
D
more intelligent

Slide 12 - Quiz

Vul het juiste antwoord in:
My maths teacher is a lot _______ my history teacher. (smart)

Slide 13 - Open question

Vul het juiste antwoord in:
The Sahara is not ________ place on earth. (hot)

Slide 14 - Open question

Vul het juiste antwoord in:
I think French is __________ English. (difficult)

Slide 15 - Open question

Vul het juiste antwoord in:
Cardiff is ________ city in Wales. (large)

Slide 16 - Open question

Link het juiste woord aan de juiste omschrijving.
Dit doe je om kreukels uit je kleding te krijgen.
Dit gebruik je om je kleding te wassen.
Dit doe je als het gras te lang is.
Dit doe je met het vieze serviesgoed.
mow the lawn
iron
do the dishes
washing machine

Slide 17 - Drag question

Link het juiste woord aan de juiste omschrijving.
Dit doe je als de vloer vies is.
Dit gebruik je om je handen af te drogen.
Dit doe je nadat je bent opgestaan.
Dit doe je als je kamer een troep is.
tidy
mop
towel
make the bed

Slide 18 - Drag question

Homework
2.5: Writing
- Opdracht 6 (bladzijde 77)
- Opdracht 9 (bladzijde 78)
>> woorden + expressions kun je vinden op bladzijde 88
- Opdracht 10a (bladzijde 79)

Slide 19 - Slide

SO: dinsdag 28 november
Leren: Words lesson 4 + 5 
>> op bladzijde 86, 87, 88

Slide 20 - Slide