6. haben

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

STARTOPDRACHT: vertaal naar het Duits

 Sein Test

Wiederholung

 Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

Woche: siebenunddreißig

Aan het einde van dit lesuur:

1. ken je het werkwoord 'haben'

2. heb je de vraagwoorden herhaald

3. heb je de woordjes herhaald

1. ken je het werkwoord 'haben'

Wiederholung

  Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

Wiederholung

  Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

Schrijf over in jouw aantekenschrift

ik heb	ich habe
jij hebt	du hast
hij heeft	er hat
zij heeft	sie hat
het heeft	es hat
wij hebben	wir haben
jullie hebben	ihr habt
zij hebben	sie haben
u heeft	Sie haben

Wiederholung

  Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

2. heb je de vraagwoorden herhaald

Wiederholung

  Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

Was

Wo

Wer

Woher

Wie

Wann

Warum

1.......ben je jarig?

2....is jouw beste vriend?

3....moet je water drinken?

4.....is jouw lievelingsdier?

5.....heet jouw vader?

6.....woon je?

7....komen jouw grootouders?

Wiederholung

  Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

Wiederholung

  Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

1.Wann hast du Geburtstag? 

2 Wer ist dein bester Freund? 

3 Warum muss man Wasser trinken? 

4Was ist dein Lieblingstier? 

5 Wie heißt dein Vater? 

6 Wo wohnst du? 

7Wo kommen deine Großeltern her? 

3. heb je de woordjes herhaald

Wiederholung

  Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

Wiederholung

  Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

Deze les leerde je:

Wiederholung

  Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

Wiederholung

  Ziel

Aufgaben

Feedback

Ende

Hausaufgaben

Hausaufgaben:

Lernen: haben Test