Les 1: beroepshouding/beroepscode

Communicatie: Beroepshouding
  • Doelen module
  • Afronding module
  • Beroepshouding 
  • Wetgeving
  • Rubric invullen
1 / 36
next
Slide 1: Slide
CommunicatieMBOStudiejaar 2,3

This lesson contains 36 slides, with text slides and 6 videos.

Items in this lesson

Communicatie: Beroepshouding
  • Doelen module
  • Afronding module
  • Beroepshouding 
  • Wetgeving
  • Rubric invullen

Slide 1 - Slide

Doelen module
  • Aan het eind van deze module houd je rekening met de behoefte aan privacy en de gevoelens van de zorgvrager.
  • Aan het eind van deze module houd je rekening met de ethische kwesties
  • Aan het eind van deze module kan de studenten de zorgverlening aan laten sluiten bij de belevingswereld van de zorgvrager.

Slide 2 - Slide

Doelen deze les
  • Student kan verwoorden wat de relatie is van de beroepscode voor verzorgende en verpleegkundige en kwaliteitszorg
  • Student heeft kennis genomen van en kan verwoorden hoe de wetgeving in de gezondheidszorg in relatie staat met kwaliteitszorg

Slide 3 - Slide

Afronding module
Per leerdoel bewijs verzamelen + Integratieve opdracht maken > presentatie filmen (meenemen in je VLOG-porfolio).
Ethische Dilemma;
Je gaat deze module afronden door middel van de integratieve opdracht.
Maak in week 1 al een opstart met jouw docent voor deze opdracht
Ga voor de opdracht alvast naar week 9 en 10.
Je gaat in deze integratieve opdracht een ethisch dilemma en koppelen aan de beroepspraktijk. Deze presenteer je in een video.

Slide 4 - Slide

Beroepscode verpleegkundigen en verzorgenden

Internationale afspraken d.m.v. international counsel of nursing, vakbonden en verenigingen

Slide 5 - Slide

Doel beroepscode
  • Professionele standaard
  • Duidelijke kaders m.b.t. normen en waarden
  • Gedragsregels (leidraad)
  • Verantwoording m.b.t. handelen
  • Wat men van een verzorgende/verpleegkundige mag verwachten

Slide 6 - Slide

Relatie met wetgeving
Hier komen we later uitgebreider op terug bijvoorbeeld:
  • Grondwet
  • BIG
  • WGBO
  • WZD
  • WKKGZ
  • Tuchtrecht

Slide 7 - Slide

4 gebieden
  • Algemene punten m.b.t. beroepsuitoefening
  • Verpleegkundige/verzorgende in relatie tot de zorgvrager
  • Verpleegkundige/verzorgende in relatie tot (in)formele samenwerkingspartners
  • Verpleegkundige/verzorgende in relatie tot de samenleving

Slide 8 - Slide

Beroepscode V&V kort:
  • zorgvuldigheid en deskundigheid
  • Respect voor de cliënt
  • Samenwerking
  • Geheimhouding
  • Professionaliteit
  • Kwaliteit en veiligheid
  • Verantwoording

Slide 9 - Slide

Meer informatie:
  • App beroepscode V&V
  • Padlet (link op volgende dia)

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Integratieve opdracht
Maak binnen je subgroepje een tweetal (één drietal)
Kijk vast goed naar de integratieve opdracht en zorg dat je onderling afspraken maakt over wat wanneer af moet zijn.

Volgende week gaan we het klassikaal over ethiek hebben, daarna kan je het beste definitief een onderwerp kiezen.

Slide 12 - Slide

Aan de slag!
Verder werken aan je eigen planning.
Tip: Kijk bij de verdieping van deze week en ga aan de slag met een van de 3 casussen.
Vul ook de rubric in!
Kijk ook naar opdrachten BPV

Slide 13 - Slide

Beroepshouding:
De manier waarop je jezelf gedraagt op de werkvloer. Je beroepshouding wordt bepaald door:
- je eigen persoonlijkheid
- je eigen normen en waarden
- de beroepscode
- de visie en richtlijnen van de instelling.

 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Wie ben ik als beroepsprofessional?
Je beroepshouding is je houding ten opzichte van de zorgvragers, wat zich uit in je gedrag naar de zorgvragers.
Daarbij accepteer je de zorgvrager zoals hij/zij is.
Uitgangspunten:
respect/empathie/echtheid/openstaan/betrokkenheid
reactief handelen/proactief handelen

Slide 16 - Slide

Respect:
Respect heeft te maken met je eigen normen en waarden.
Hoe beoordeel jij andere mensen?
vb: Je beste vriend zegt als hij op de fiets een wat oudere man inhaalt: ‘Hé opa, ga eens aan de kant.’ Wat doe je?
Respect in de zorg:
vb: Als een zorgvrager gewend is om voor het eten te bidden, geef jij hem hier dan de ruimte voor? 



Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Empathie:
Empathie betekent dat je je in iemand inleeft.
vb: Je vriendin heeft verdriet omdat haar vriend de relatie heeft beëindigd. Je mocht die vriend helemaal niet, maar daar gaat het nu niet om. Dus je zegt niet: ‘Oh, gelukkig’, maar ‘Wat vervelend voor je, gaat het een beetje?’ Je leeft je in in het gevoel van verdriet van je vriendin.

Slide 19 - Slide

Echtheid
Echtheid betekent dat je gevoel en gedrag met elkaar in overeenstemming zijn.
Laat dit zien met je lichaamshouding en non-verbale uitingen.
De zorgvrager gelooft dan dat je echt in hem/haar bet geïnteresseerd.

Slide 20 - Slide

Openstaan:
Als je voor iemand openstaat, heb je aandacht voor hem of haar. 
Als je voor iemand openstaat, betekent het ook dat je onbevooroordeeld moet zijn. Je moet niet al van tevoren een mening over iemand hebben.
Heb jij wel eens vooroordelen t.a.v. een zorgvrager?

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Betrokkenheid
Betrokkenheid wil zeggen dat je om een ander geeft, dat die ander ertoe doet. Je voelt je bij die ander betrokken en wilt iets voor hem betekenen.
In je werk moet je een professionele werkverhouding tot stand te brengen. Dit betekent dat er een goed evenwicht moet zijn tussen betrokkenheid en afstand.
Hoe doe je dat? Wat is volgens jullie een goed evenwicht?

Slide 23 - Slide

reactief en proactief handelen:
Een reactief iemand denkt lang na en neemt veel tijd om de zaken te analyseren. Deze persoon stelt vragen, wil begrijpen en reflecteert.
Een proactief persoon denkt en handelt in een bepaalde situatie proactief en neemt zelf initiatief.

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

verschil bekwaam en bevoegd
Stelling: het op peil houden van bekwaamheid is een verantwoordelijkheid van de professional zelf en van de organisatie.

Stelling: je bent bekwaam als je de juiste kennis, vaardigheden en professionele houding hebt. 

Slide 26 - Slide

bevoegd als VZIG/VPK?
Bevoegd ben je door opleiding en organisatie. 
Je hebt MBO verpleegkunde gedaan. Daardoor ben je bevoegd om bijvoorbeeld te injecteren.
Of je bent VZIG-er. In sommige organisaties mag je dan bijvoorbeeld medicatie aanreiken
Bevoegd is dus een combinatie van opleiding en organisatieregels.

Slide 27 - Slide

bekwaam als VZIG-er/VPK
Bekwaam gaat over de zorgprofessional als individu. 
Ben ik vaardig? Weet ik voldoende? Kan ik dit? 
Bekwaam bestaat uit een kenniscomponent en een vaardigheidscomponent. Bij injecteren bijvoorbeeld moet je op de hoogte zijn van de actuele kennis over injecteren en alles wat daarmee samenhangt. En je moet de handeling zelf goed kunnen uitvoeren.

Slide 28 - Slide

verschil beroepscode en beroepsprofiel:
Beroepscode; gedragingen binnen het beroep, waarden en normen binnen het beroep
Beroepsprofiel; de startkwalificatie wordt beschreven. Dus waar moet je minimaal aan voldoen om te kunnen functioneren vanuit het beroep?
En relevante wet- en regelgeving binnen het beroep, opleidingen

Slide 29 - Slide

De beroepscode voor vz-ig en mz-er
De waarden en normen van de beroepsgroep:
Wat is een beroepsgeheim?
Je zwijgt over wat je over en van de zorgvrager en zijn omgeving te weten bent gekomen tijdens de zorgverlening (tijdens de uitoefening van je beroep). 
Waarom? -bescherming van de vertrouwensrelatie, -bescherming van de toegankelijkheid van de zorg, -vastgelegd in wetten


Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

welke keuzes maak jij als zorgprofessional?
1. Wat vind je van de inzet van de zorgrobot? 
Is dit een ethisch dilemma?
2. Wat vind je van de privacy tijdens het clientenoverleg?

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video

Stellingen:
Groepje 1:
• Binnen de zorgrelatie is er geen plaats voor het gebruik van sociale media, hiervoor is de relatie te kwetsbaar.
• Mag je vriendjes worden op facebook met zorgvrager?
• Ik vraag mij altijd af of wat ik op sociale media wil plaatsen een goed beeld van mij geeft als professional.
• Ik ben op de hoogte van het beleid van mijn stage/leerwerkplek over het gebruik sociale media en houd mij daaraan.

Slide 35 - Slide

Stellingen:
Groepje 2:
• Ik gebruik tijdens mijn zorgverlening aan de zorgvrager(s) niet mijn mobiele telefoon of tablet om sociale media te checken of een spelletje te spelen.
• Ik deel online geen vertrouwelijke informatie over de zorgvrager.
• Ik zoek geen contact met (voormalige) zorgvragers via sociale media.
• Ik ben op de hoogte van het beleid van mijn stage/leerwerkplek over het gebruik sociale media en houd mij daaraan.

Slide 36 - Slide