Argumenteren deel 1

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Quiz Argumenteren

10 vragen

- Feiten, meningen en argumenten

- Subjectief en objectief argument

- Drogredenen

Poetin moest wel militaire acties uitvoeren in Oekraïne, hij kon niet anders.

1. Dit is een feit
2. Dit is een mening
3. Dit is een argument

Als kind was ik vroeger bang voor clowns.

1. Dit is een feit.
2. Dit is een mening.
3. Dit is een argument.

De uitspraak"Poetin is eng" is ...

1. objectief
2. subjectief

"Door de oorlog in Oekraïne ervaart 47% van de mensen gevoelens van angst en stress" is een objectieve uitspraak.

1. Waar
2. Niet waar

Mijn hoogleraar technische natuurkunde op de TU Delft zegt dat ananas niet op een pizza hoort, dus dat klopt.

1. Dit is een cirkelredenering
2. Dit is een onjuiste oorzaak/gevolgrelatie
3. Dit is een onjuist beroep op autoriteit
4. Dit is een generalisatie

Vrouwen kunnen niet parkeren.

1. Dit is een verkeerd autoriteitsargument
2. Dit is een generalisatie
3. Dit is een verkeerde vergelijking
4. Dit is een onjuiste oorzaak/gevolgrelatie

Als iemand drie keer niest, wordt het morgen mooi weer.

1. Dit is een onjuiste oorzaak/gevolgrelatie
2. Dit is een generalisatie
3. Dit is een verkeerd autoriteitsargument
4. Dit is een verkeerde vergelijking

Mijn oma rookte elke dag en zij is 98 geworden, dus roken is helemaal niet ongezond.

1. Dit is een cirkelredenatie
2. Dit is een onjuiste oorzaak/gevolgrelatie
3. Dit is een verkeerde vergelijking
4. Dit is een generalisatie

Jij hebt geen smaak, want je houdt niet van roti. Mensen met smaak houden wel van roti.

1. Dit is een cirkelredenering
2. Dit is een verkeerde vergelijking
3. Dit is een verkeerd autoriteitsargument
4. Dit is een generalisatie

Mijn kat gaat nooit onder de douche, dus ik hoef ook niet onder de douche.

1. Dit is een generalisatie
2. Dit is een onjuiste oorzaak/gevolgrelatie
3. Dit is een verkeerd autoriteitsargument
4. Dit is een verkeerde vergelijking

Volgende week 5 nieuwe drogredenen:

- Ontduiken van de bewijslast

- Vals dilemma

- Beroep op traditie

- Persoonlijke aanval

- Bespelen van het publiek

Huiswerk over een week:

Bouwsteen 6 niveau 3F

- Voorbeeld en theorie

- Lezen en luisteren

- Tussentoets

Uitslag!