BE1 5.5 Woorden: Spreekwoorden en uitdrukkingen

Lezen 
We starten met 10 min. lezen.

1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Lezen 
We starten met 10 min. lezen.

Slide 1 - Slide

Planning
Lezen
Dictee
Aantekening verhaspelingen
Over Taal /opdracht 2 maken
Klaar? Lezen / opdracht 1 maken

Slide 2 - Slide

Over Taal 
Blok 6 

Slide 3 - Slide

Aan het einde van de les:
-  herken je het verkeerd gebruik van een woord of uitdrukking.

  • spreekwoord
  • uitdrukking
  • gezegde
  • verhaspelingen

Slide 4 - Slide

Noteer een spreekwoord, uitdrukking of gezegde dat jij kent.

Slide 5 - Open question

Een spreekwoord is een vaste uitspraak
 die een wijsheid vertelt.

.

Slide 6 - Slide

Een uitdrukking is een vaste uitspraak met een figuurlijke betekenis en bevat geen wijsheid.

Slide 7 - Slide

Een gezegde is een aantal woorden met een figuurlijke betekenis. 
Een gezegde is van zichzelf nooit een zin met een werkwoordelijk gezegde.


 Handige Harry

Slide 8 - Slide

Uitdrukking:
Daar komt de ........... uit de mouw.
A
arm
B
poes
C
aap
D
elleboog

Slide 9 - Quiz

Spreekwoord:
Hoge ....... vangen veel wind.
A
huizen
B
flats
C
hekken
D
bomen

Slide 10 - Quiz

Uitdrukking:
Kleine potjes hebben grote ..........
A
oren
B
deksels
C
handvaten
D
doppen

Slide 11 - Quiz

Gezegde:
Nieuwsgierig .....
A
Miesje
B
Jetje
C
Aagje
D
Pietje

Slide 12 - Quiz

Verhaspelen
Spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegdes worden vaak verhaspeld. Dit betekent dat ze niet goed worden gebruikt. 

Het EK voetbal is op de lange neus geschoven.

Slide 13 - Slide

Welke spreekwoorden en uitdrukkingen herkennen jullie in de verhaspelingen?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide