Les 3 (werkwoord en samenwerkingsopdracht)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Lees in je leesboek. 

Grammatica

ZN, LW, BN, WW, VZ

De Nederlands docent is leuk.

Wat voor soort woord = is

1. LW
2. ZN
3. BN
4. WW

De Nederlands docent is leuk.

Wat voor soort woord = leuk

1. LW
2. ZN
3. BN
4. WW

De woede in mij komt er nu uit.

Wat voor soort woord = woede

1. LW
2. ZN
3. BN
4. WW

De voetballer gleed over het veld.

Wat voor soort woord = gleed

1. LW
2. ZN
3. BN
4. WW

Planning

Lezen (15)

Openen (10)

Nakijken (10)

Aan de slag! (20)

Nakijken (10)

Plenda (5)

Oefening 6

Geef van de onderstreepte woorden aan wat het is: zn, bn, lw, vz of ww.

De mooie jongen lachte naar zijn spiegelbeeld.

In het koude water begonnen de leerlingen al snel te klappertanden.

Tijdens de Olympische Spelen begon mijn oude oom aan zijn winterslaap.

De gunstige weersvoorspelling lokte menigeen naar de terrassen.

Het grootschalige evenement werd vanwege een bommelding afgelast.

Aan de slag!

Wat? Samenwerkingsopdracht maken!

Hoe? Grammaticaboekje

Tijd? 20 minuten.

Hulp? Samenwerken met buurman/-vrouw.

Klaar? Lezen in leesboek.

Huiswerk volgende les: samenwerkopdracht af.