Les 5 blok 2 gramm splitsbaar ww en lijdend voorwerp

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat is een splitsbaar werkwoord?

Slide 5 - Mind map

Aantekening: splitsbaar werkwoord
Het splitsbaar werkwoord is in een zin gesplitst in twee delen: 
het voorvoegsel en het werkwoord. 

Ze staan gescheiden in een zin, maar horen wel bij elkaar (werkwoordelijk gezegde).
voorbeelden:
aankleden
nazeggen
opeten

Slide 6 - Slide

Splitsbaar werkwoord en voorzetsel
Als je de woorden in een zin gaat benoemen, moet je goed opletten bij splitsbare werkwoorden. Soms lijkt op een voorzetsel, maar hoort het bij het werkwoord.
Kijk eerst onderstaande video voor meer uitleg. 


Slide 7 - Slide

Welk werkwoord kan je opsplitsen (en is dus een splitsbaar werkwoord)?
A
Verblijven
B
Nakijken
C
Voetballen
D
Tekenen

Slide 8 - Quiz

Is 'aan' een splitsbaar werkwoord (ww) of een voorzetsel (vz)?
Zij trekt een leuk jurkje aan.
A
splitsbaar werkwoord (ww)
B
voorzetsel (vz)

Slide 9 - Quiz

Is 'aan' een splitsbaar werkwoord (ww) of een voorzetsel (vz)?
Zij staat aan de rand van het meer.
A
splitsbaar werkwoord (ww)
B
voorzetsel (vz)

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide