Le verbe avoir

Le verbe avoir
Het werkwoord hebben 
1 / 12
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Le verbe avoir
Het werkwoord hebben 

Slide 1 - Slide

Le verbe avoir
Net als het werkwoord 'zijn' (être) heel belangrijk!




Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Le verbe avoir
Voor een klinker of stomme 'h' gebruik je niet je, maar j'

Bijvoorbeeld: j'ai un frère. 

Slide 4 - Slide

Le verbe avoir
Om te vragen hoe oud je bent, gebruik je in het Frans het werkwoord avoir

Tu as quel âge?                   Hoe oud ben je? 
J'ai treize ans.                     Ik ben dertien jaar.                   

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

_______ (ik heb) une soeur.
A
Tu as
B
Je ai
C
J'ai
D
Il a

Slide 7 - Quiz

________ (hij heeft) aussi une soeur.
A
J'ai
B
Il a
C
Elle a
D
Nous avons

Slide 8 - Quiz

________ (jullie hebben) deux oncles.
A
Vous avez
B
Nous avons
C
J'ai
D
Elles ont

Slide 9 - Quiz

________ (zij heeft) un chat et un chien.
A
On a
B
Tu as
C
Il a
D
Elle a

Slide 10 - Quiz

______ (zij hebben) deux chats.
A
Ils ont
B
Il a
C
Tu as
D
On a

Slide 11 - Quiz

Le verbe avoir
Vragen?

Slide 12 - Slide