HA2: Kapitel 6: naamvallen 1, 3, 4

Naamvallen
1e, 3e en 4e naamval
de basis
1 / 26
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Naamvallen
1e, 3e en 4e naamval
de basis

Slide 1 - Slide

Doelen

Je weet wat de 1e, 3e en 4e naamval inhoudt
Je kent het stappenplan
Je kunt de naamvallen toepassen in zinnen

Slide 2 - Slide

De 1e, 4e en 3e naamval
Wat weet je al?

Slide 3 - Slide

1e naamval

4e naamval
3e naamval
meewerkend voorwerp
onderwerp
lijdend voorwerp

Slide 4 - Drag question

der-Gruppe
mnl
vrl
onz
mv
1e
der 
die
das
die
3e
dem
der
dem
den +-n
4e
den
die
das
die
der-gruppe: dies-, jed-, welch-,.....

Slide 5 - Slide

ein-Gruppe
mnl
vrl
onz
mv
1e
ein
eine
ein
keine
3e
einem
einer
einem
keinen +-n
4e
einen
eine
ein
keine
ein-Gruppe: mein-, dein-, sein-,......

Slide 6 - Slide

Stappenplan
ontleden
1e naamval  = onderwerp
3e naamval = meewerkend voorwerp
4e naamval = lijdend voorwerp


Op de volgende pagina een voorbeeldzin.

Slide 7 - Slide

Mein.... Schwester gab mein.... Mutter ein.... Geschenk (s).
Wat is het onderwerp?
A
mein.. Schwester
B
mein... Mutter
C
ein.... Geschenk

Slide 8 - Quiz

Mein.... Schwester gab mein.... Mutter ein.... Geschenk (s).
Wat is het lijdend voorwerp?
A
mein.. Schwester
B
mein... Mutter
C
ein.... Geschenk

Slide 9 - Quiz

Mein.... Schwester gab mein.... Mutter ein.... Geschenk (s).
Wat is het meewerkend voorwerp?
A
mein.. Schwester
B
mein... Mutter
C
ein.... Geschenk

Slide 10 - Quiz

Tot zo ver snap ik het wel
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

Voorbeeld:
Mein.... Schwester gab mein.... Mutter ein.... Geschenk (s).

Bij de 1e, 3e of 4e naamval krijg je bij m, v, o en mv andere uitgangen. 
Kijk maar:

Meine Schwester (onderwerp, 1e naamval) gab meiner Mutter (meewerkend voorwerp, aan mijn moeder, 3e naamval) ein Geschenk (lijdend voorwerp, 4e naamval)

Slide 12 - Slide

Ik snap de voorbeeldzin
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Ik zou graag meer uitleg willen met betrekking tot het stappenplan van de naamvallen
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Zelf testen

Slide 15 - Slide

D... Kind lacht.
A
das
B
den
C
dem
D
der

Slide 16 - Quiz

D... Mann liest d... Buch.
A
der, dem
B
den, das
C
der, den
D
der, das

Slide 17 - Quiz

Ich sehe d... Mann.
A
dem
B
der
C
den

Slide 18 - Quiz

Ich habe ein.... Auto (s) gestohlen
A
ein
B
einen
C
einem
D
eine

Slide 19 - Quiz

Ich gab mein... Schwester ein Buch.
A
meine
B
meinem
C
meiner
D
meinen

Slide 20 - Quiz

Sie schenkt ihr... Schwester Blumen
A
ihrer
B
ihre
C
ihrem
D
ihren

Slide 21 - Quiz

Er schreibt sein... Freund.
A
seinem
B
seinen
C
seiner
D
sein

Slide 22 - Quiz

Ich gebe mein... Mutter ein... Kuss (m).
A
meine, einen
B
meiner, einen
C
meiner, einem
D
meine, einem

Slide 23 - Quiz

evaluatie

Slide 24 - Slide

Geef aan de hand van de emoji's aan, hoe moeilijk of makkelijk je de naamvallen vindt.
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Geef hieronder aan of je extra hulp nodig hebt bij de naamvallen (10 is veel hulp, 0 is geen hulp)
010

Slide 26 - Poll