reflexive und trennbare verben

wij
1 / 20
next
Slide 1: Open question
NederlandsSecondary EducationAge 12,13

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

wij

Slide 1 - Open question

het

Slide 2 - Open question

hij

Slide 3 - Open question

Reflexive Verben
anziehen - Ich ziehe mich an.

aankleden - Ik kleed me aan.


Slide 4 - Slide

reflexive und trennbare verben

Slide 5 - Slide

trennbare Verben
aufstehen - Ich stehe um 7 Uhr auf.
opstaan - Ik sta om 7 uur op.

doorlezen - Ik lees de tekst door.

Genau wie im Deutschen!

Slide 6 - Slide

Reflexive Verben
Jij kleedt je aan.
U kleedt zich aan
Hij kleedt zich aan.
Zij kleedt zich aan.
Het kleedt zich aan.
Wij kleden ons aan.
Jullie kleden je aan.
Zij kleden zich aan.

Slide 7 - Slide

Reflexive Verben
Ik - me
Jij  -je 
u -zich
hij - zich
zij - zich
het - zich
wij - ons
jullie - je
zij - zich

Slide 8 - Slide

jij

Slide 9 - Open question

Ik

Slide 10 - Open question

u

Slide 11 - Open question

zij

Slide 12 - Open question

zij

Slide 13 - Open question

jullie

Slide 14 - Open question

Na of naar? (=nach)
Ik ga naar school. (Ort)

Na school eet ik een patat. (Zeit)

naar = Ort
na = Zeit

Slide 15 - Slide

___ het sporten heb ik altijd honger.

Slide 16 - Open question

Naar of na
Bewerk nu op p. 43 nr. 7 (wb.).

Slide 17 - Slide

____ school ga ik _____ mijn vriendin.

Slide 18 - Open question

Werkblad

Slide 19 - Slide

Ik ga ____ huis

Slide 20 - Open question